Wetenschap

TU-rector: ‘Wat wel en wat niet met China? Dat weten we niet altijd’

Een handleiding van de TU Delft moet wetenschappers die willen samenwerken met China helpen. Volgens rector Tim van der Hagen is onderzoek doen met China een ‘wicked problem’.

Studenten zwaaien met vlaggen voor de viering in Beijing van het 100-jarige bestaan van de communistische partij. (Foto: Wang Zhao/AFP)

De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek heeft gezegd: promovendi van de National University of Defense Technology (NUDT), een universiteit die in dienst staat van het Volksbevrijdingsleger, zijn een ‘no-go’. Waarom doe je dat niet universiteitsbreed?
Gill: “Je ziet al dat het bewustzijn over de NUDT de afgelopen tijd een enorme vlucht heeft genomen op de TU. Wanneer NUDT-kandidaten zich nu melden, vindt er in de regel eerst een screening plaats. Een potentiële begeleider kijkt dan bijvoorbeeld op Baidu Xueshu [het Chinese equivalent van Google Scholar, red.] in Chinese karakters welk onderzoek die persoon tot nu toe heeft gegaan. Een tijd geleden speelde er een geval waarin er een duidelijke link was met militaire doeleinden.

Toen zei de betreffende faculteit: nee, het is gewoon een ‘nee’. En dat is precies het soort bewustzijn dat je wilt hebben als universiteit.”
Van der Hagen: “Op het domein van luchtvaart- en ruimtevaarttechniek zit je sneller dicht op onwenselijke toepassingen dan op bijvoorbeeld de faculteit Bouwkunde of Industrieel Ontwerpen. Een faculteit mag voor zichzelf de afweging maken om promovendi van een andere universiteit te weren. En misschien komt er een moment waarop ook de TU zegt, dat doen we niet meer. Maar dat hebben we nu TU-breed nog niet uitgesproken.”

China blinkt uit als wetenschappelijke grootmacht en dat maakt het land een populaire partner. In Nederland is de TU Delft koploper onderzoekssamenwerking met China, samen met de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht.
Rector Tim van der Hagen vertelt hierover: “Een aantal jaar geleden was China voor ons het land waar het allemaal gebeurde: de grote wetenschappelijke sprongen, innovatie en creativiteit. Daar zijn vraagtekens bijgekomen.”
Zo hebben overheden, denktanks en veiligheidsdiensten de afgelopen jaren herhaaldelijk gewaarschuwd voor onder meer ongewenste kennisoverdracht en spionage. In maart dit jaar bracht Delta aan het licht dat aan de TU Delft opgedane kennis mogelijk terechtkomt bij het Chinese leger.

Handleiding
De TU heeft in 2019 een beleidsadviseur China in dienst genomen en in 2020 is het Greater China Team in het leven geroepen. Hierin zitten onder meer vertegenwoordigers van de acht faculteiten en diezelfde beleidsadviseur China: Peter Gill. En onlangs is het zogeheten Strategic Response Team Kennisveiligheid & International Partnership opgestart, dat nadenkt over kennisveiligheid.

‘We willen de richtlijnen gaandeweg evalueren en aanpassen’

De eerste tastbare resultaten? Een intern China-symposium – dat in april voor het eerst werd gehouden – een sharepoint website met informatie en een handleiding; alles om worstelende onderzoekers te helpen afwegen of ze met een collega, instituut of onderzoekslab uit China in zee kunnen gaan.
Zo staat in de handleiding hoe je onderzoek kunt doen naar de achtergrond van een potentiële partner, welke do’s en dont’s er zijn bij het ontvangen van een Chinese delegatie, hoe China omgaat met intellectueel eigendom en hoe je lopende projecten kunt evalueren.
Delta sprak over de handleiding – voluit ‘Partnering with China – Concrete Tools for TU Delft’ genoemd – met Tim van der Hagen en beleidsadviseur China Peter Gill. Van der Hagen: “Dit is geen afgerond document, zo van: dit is het en hier doet u het maar mee. We willen de richtlijnen gaandeweg evalueren en aanpassen. Dit dossier is niet alleen binnen de TU maar ook in Nederland, China, Europa en wereldwijd volop in ontwikkeling.”

Waarom moesten deze tools er in jullie ogen komen? 
Van der Hagen: “Samenwerking met China is een belangrijk en omvangrijk thema, dat ons allemaal raakt: onderwijs, onderzoek en valorisatie. Wetenschappers beginnen nu te beseffen dát we een issue hebben, dat er iets aan de hand is als het bijvoorbeeld gaat om dual use. Je kunt natuurlijk zeggen: als je de krant leest, kun je er nauwelijks omheen. Maar vaak zijn wetenschappers vol met hun onderzoek bezig en letten ze minder op wat daarbuiten gebeurt. De tools zijn dus niet alleen bedoeld om wetenschappers te helpen, maar ook om het bewustzijn te vergroten over de risico’s van samenwerking met China.”

Hoe gaan jullie de China Tools updaten?
Gill: “We hebben de afgelopen maanden feedback verzameld, bijvoorbeeld op het symposium voor wetenschappers die met China werken en in gesprekken met decanen en faculteiten. Dat zit nu in ons achterhoofd en we zullen nog meer gesprekken hebben. Rond september of oktober willen we de tools opnieuw doorlopen, dat is een half jaar nadat ze zijn vastgesteld door het college van bestuur. Het is de bedoeling om dit vervolgens elk half jaar te doen: bekijken wat niet meer actueel is en waar we de tools kunnen aanvullen.” 

‘Vaak is de schaduwkant niet zo evident’

Van der Hagen: “We staan echt open voor verbeteringen. Niet alleen vanuit onze eigen organisatie, maar ook van ‘buiten’. Ik zeg bijvoorbeeld voortdurend tegen de Nederlandse overheid en ministeries dat het ons als universiteit enorm zou helpen als zíj met kaders komen. Over wat je doet als het gaat om samenwerking met China en met welke vakgebieden en bedrijven je voorzichtig moet zijn. Daar hebben we enorme behoefte aan.”

Jullie zijn in gesprek met de overheid over de risico’s van wetenschappelijke samenwerking met China. En de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft eind vorig jaar een rapport uitgebracht waarin staat over welke vakgebieden de overheid zich zorgen maakt. Is dat niet voldoende?
Van der Hagen: “Die gesprekken blijven hangen op het niveau van ‘let op, we maken ons zorgen over de thema’s kennisveiligheid, cybersecurity, dual use en mensenrechten’. Dat is voor ons te weinig om mee uit de voeten te kunnen. Wij zien het liever concreter. Dat bijvoorbeeld op de website van de Nederlandse overheid staat: dit kan wel, dit kan niet en over deze onderwerpen moeten jullie advies vragen. Zoiets is voor onze mensen veel duidelijker.” 

De tools geven veel praktische hulpmiddelen voor wetenschappers, maar het gaat niet over de uiteindelijke afweging wanneer je ‘nee’ zegt tegen een samenwerking. Terwijl wetenschappers juist daarmee worstelen. Moeten jullie daar als bestuur geen duidelijke uitspraken over doen?
Van der Hagen: “Wat wel en wat niet, daar hebben we niet altijd een antwoord op. Die afweging ís niet zwart-wit. Was het maar zo simpel. Ik vind nu belangrijk dat we op de TU met elkaar in debat gaan en gaandeweg leren welke keuzes je moet maken. Want we zien wel dat het een wicked problem is.”

‘Een faculteit mag promovendi van een andere universiteit weren’

Waarom trekt u geen lijn bij het Chinese leger? 
Van het Hagen: “Die lijn is niet zo duidelijk als je zou denken. Stel, wij worden benaderd door het Chinese leger om nachtkijkers te ontwikkelen. Dan weet je meteen dat ze daarmee mensen beter kunnen neerschieten in het donker. Zulk onderzoek moet je niet doen. Alleen vaak is de schaduwkant niet zo evident. Neem satelliettechnologie. Die kun je gezamenlijk ontwikkelen om het klimaat te observeren. Dat is kennis die de mensheid ten goede komt, iedereen heeft er baat bij. Maar China kan satelliettechnologie ook inzetten voor spionagedoeleinden. Moet je dan nee zeggen tegen dat soort onderzoek? Dat is afhankelijk van met wíe je binnen het leger samenwerkt en wat hun bedoelingen zijn. Er is een groot grijs gebied waarin je kennis ontwikkelt die wél positief is, maar die misschien ook een aanwendbaarheid kent in een ander domein.”

Rector Tim van der Hagen: “Voorkom je dat je binnen de kortste keren met een onoverbrugbare afstand achterloopt.” (Foto: Jeroen Bouman).

De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek heeft gezegd: promovendi van de National University of Defense Technology (NUDT), een universiteit die in dienst staat van het Volksbevrijdingsleger, zijn een ‘no-go’. Waarom doet u dat niet voor de hele universiteit? 
Gill: “Je ziet al dat het bewustzijn over de NUDT de afgelopen tijd een enorme vlucht heeft genomen op de TU. Wanneer NUDT-kandidaten zich nu melden, vindt er in de regel eerst een screening plaats. Een potentiële begeleider kijkt dan bijvoorbeeld op Baidu Xueshu [het Chinese equivalent van Google Scholar, red.] in Chinese karakters welk onderzoek die persoon tot nu toe heeft gegaan. Een tijd geleden speelde er een geval waarin er een duidelijke link was met militaire doeleinden. Toen zei de betreffende faculteit nee. Dat is precies het soort bewustzijn dat je wilt hebben.”
Van der Hagen: “Binnen de luchtvaart- en ruimtevaarttechniek zit je sneller dicht op onwenselijke toepassingen dan op faculteiten als Bouwkunde of Industrieel Ontwerpen. Een faculteit mag voor zichzelf de afweging maken om promovendi van een andere universiteit te weren. Misschien komt er een moment waarop ook de TU zoiets beslist, maar dat hebben we nu nog niet uitgesproken.”

‘Wij kunnen als Delft niet de hele wereld de goede kant opbuigen’

Veel kennisinstellingen zeiden vorig jaar in een onderzoek van de RVO dat mogelijk misbruik van kennis ondergeschikt is aan de maatschappelijke impact die ze met China kunnen bereiken. Hoe kijken jullie hier tegenaan?  
Van der Hagen: “Van ondergeschikt belang? Dat niet. We streven open science na, we zijn er voor alles en iedereen en willen als universiteit de samenleving beter maken. Daarin zijn we niet gebonden aan politieke en geografische grenzen. Maar we kunnen niet onze schouders ophalen en zeggen: de schaduwkant van technologieën, daar gaan wij niet over. Ik vind het onze plicht om daarover na te denken. Daarom zitten er op de TU tegenwoordig ethici bij het schrijven van onderzoeksvoorstellen, bijvoorbeeld op het vlak van robotica of AI. Maar laten we niet te naïef zijn. Wij kunnen als Delft niet de hele wereld de goede kant opbuigen. Er zullen altíjd dingen zijn die anders lopen dan we gehoopt of gedacht hadden. Maar we zullen wél ons best doen en alert zijn.”

In de tools staat beschreven hoe je onderzoek doet naar de achtergrond van een potentiële partner, bijvoorbeeld door diens werkgever financieel door te lichten en zo veel mogelijk informatie op te zoeken op Chinese websites. Hebben wetenschappers daar wel tijd voor?  
Van der Hagen: “Een overvolle agenda ontslaat wetenschappers niet van de plicht om na te denken of de technieken, gegevens of methodieken die ze ontwikkelen op een verkeerde manier gebruikt kunnen worden.”
Gill: “Zo’n financiële check is niet hun expertise, eerlijk gezegd. Daarom staat in de tools vermeld dat wetenschappers hulp kunnen krijgen, bijvoorbeeld bij onze afdelingen contractmanagement, finance of legal of bij de China-vertegenwoordiger van hun eigen faculteit.”

Hebben die afdelingen voldoende kennis en bewustzijn over de risico’s van samenwerken met China?
Gill: “We moeten en zullen meer kennis opbouwen. De China Tools zijn opgesteld door meerdere werkgroepen binnen de TU. Een aantal medewerkers van legal en contractmanagement heeft meegedaan.”

‘Europa moet zich sterker maken’

Wetenschappelijke projecten lopen vaak meerdere jaren. In die periode kan het Chinese beleid veranderen, wat invloed kan hebben op Chinese partners. Hoe houd je als wetenschapper de vinger aan de pols?
Gill: “Voor nieuwe partnerships kun je in een contract een clausule opnemen over het recht om tussentijds een samenwerking stop te zetten. Dat is in andere industrieën doodnormaal.”
Van der Hagen: “Als je lekker bezig bent met je onderzoek, pak je niet iedere keer het evaluatiegedeelte van die guidelines er bij, dat snap ik best. We moeten een manier vinden om toch zo nu en dan terug te blikken en te evalueren.”

U zei eerder concretere richtlijnen te verwachten van Nederland. Wat verwacht u van Europa?
Van der Hagen: “Nu samenwerking met China negatiever wordt bekeken, moet Europa zich sterker maken. China is bijvoorbeeld ijzersterk in radartechnologie, telecommunicatie, AI en quantum computing. Als samenwerking met China op die vakgebieden niet meer zo vanzelfsprekend is, moet Europa daar zelf vol op inzetten. Zo voorkom je dat je binnen de kortste keren met een onoverbrugbare afstand achterloopt.”

Nieuwsredacteur Annebelle de Bruijn

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

a.m.debruijn@tudelft.nl

Comments are closed.