Campus

Medezeggenschap: hbo’ers vaker tevreden dan wo’ers

Een op de drie medezeggenschappers is tevreden over hun invloed op de gang van zaken aan hun instelling of opleiding. In het hbo zijn de leden net iets positiever.

(Foto: Justyna Botor)

Translation in progress


Dat blijkt uit de tweejaarlijkse medezeggenschapsmonitor van onderzoeksbureau Oberon in opdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg. Bijna 1.800 studenten en medewerkers uit commissies en raden gaven hun mening. Studenten en medewerkers praten in medezeggenschapsorganen over allerlei kwesties, zoals de coronamaatregelen, investeringen in vastgoed, de inhoud van opleidingen en de besteding van onderwijsgeld.


Zijn ze in het algemeen tevreden over de invloed van hun raad of commissie? Ja, zegt 34 procent in het hbo en 32 procent in het wetenschappelijk onderwijs. Maar de onderzoekers stelden nog veel meer vragen, bijvoorbeeld over de bestuurders, de vergoeding, de faciliteiten enzovoorts.


‘Tevreden’

In de monitor valt op dat het hbo vaak een klein beetje beter scoort. Aan de hogescholen is bijvoorbeeld 72 procent ‘tevreden’ over het functioneren van het bestuur in relatie tot de medezeggenschap, aan de universiteiten is dat 70 procent. Aan de hogescholen zijn de leden van de medezeggenschap ook iets beter te spreken over de faciliteiten die tot hun beschikking staan. Het gaat bijvoorbeeld om juridische ondersteuning, scholing en de mogelijkheid om deskundigen te raadplegen.



De enige uitzondering is de steun voor niet-Nederlandse leden van de medezeggenschap, die bijvoorbeeld vertaalde stukken nodig hebben. Die steun is aan de universiteiten beter geregeld. In het wetenschappelijk onderwijs lopen nu eenmaal een stuk meer buitenlandse studenten en docenten rond.


Opvallend is dat de leden minder vaak scholing volgen dan voorheen. Iets minder dan de helft van de gepeilde medezeggenschappers heeft het afgelopen jaar een cursus of training gedaan. In het wo ging het van 56 naar 48 procent en in het hbo van 50 naar 47 procent. Dat kan komen door coronaperikelen, maar ook doordat velen van hen niet weten dat ze scholing kunnen aanvragen.


“Ik denk dat het een geval is van ‘onbekend maakt onbemind”, zegt voorzitter Lisanne de Roos van het ISO. “Je weet pas hoe noodzakelijk ondersteuning is als je er de vruchten van kan plukken.”


Invloed

En krijgen de leden iets voor elkaar? Dat valt weleens tegen. Sinds 2017 hebben leden van de centrale medezeggenschapsraad bijvoorbeeld instemmingsrecht gekregen op de hoofdlijnen van de begroting. Daar werd veel van verwacht, er is in de politiek hard voor gestreden. Het hoorde bij het verdwijnen van de basisbeurs: studenten kregen minder geld, maar meer invloed. Als de leden willen, kunnen ze immers hun hakken in het zand zetten. Toch meent slechts 45 procent, zowel in het hbo als het wo, dat ze hier voldoende invloed op hebben.



Ook onderwijshistoricus Pieter Slaman liet eerder weten kritisch te zijn. “Vroeger was je echt aan het meebesturen als studentenraadslid. Nu zie je dat het cvb beleid heel makkelijk kan voorkoken. Op sommige universiteiten denken ze tot in detail uit hoe iets moet. Het medezeggenschapsorgaan mag dan op het allerlaatste moment nog even een kruisje zetten. Hoewel de raden wel instemmingsrechten hebben als belangrijkste wapen, geldt dat recht voor onderwerpen die niet zo vaak voorbij komen. Zoals het strategisch plan dat eens in de vier jaar wordt gemaakt. En bij de begroting geldt het instemmingsrecht voor de hoofdlijnen. Maar wat zijn hoofdlijnen? Dat is nergens vastgelegd en kun je dus breed interpreteren. Bovendien hangt het van de bereidwilligheid van een cvb af hoeveel informatie een raad krijgt.”


Corona

Ook wat betreft de voortgang van toetsen en tentamens tijdens corona wringt het. Zowel aan de hogescholen als de universiteiten heeft minder dan 30 procent het gevoel dat de raden de besluitvorming hierover genoeg konden bijsturen. Ook meent nog niet de helft (50 procent in het hbo en 44 procent in het wo) dat ze genoeg konden meedenken over de veiligheid en het welzijn van studenten en personeel tijdens corona.


Het ISO baalt daarvan. “Medezeggenschappers zijn positief over de overlegcultuur”, zegt voorzitter De Roos, “maar blijkbaar ervaren ze toch een drempel om het over die specifieke coronamaatregelen te hebben. Dat baart me zorgen. Zo’n belangrijk onderwerp mag niet onbesproken blijven.”


Op de TU Delft denken raadsleden denken ze daar anders over. Sinds het uitbreken van de coronacrisis hebben we een maandelijks informeel overleg met vicerector magnificus Rob Mudde”, vertelde Saraf Nawar van Lijst Bèta. Dankzij die overleggen kunnen we al in een vroeg stadium onze zorgen uiten en vinden we gemakkelijker een common ground met het cvb.” 


HOP, Bas Belleman / Delta

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.