Wetenschap

Het schilderij als experiment

De beste manier om te laten zien dat je een schilderij begrijpt is door het na te maken. Het team achter ‘Het Geheim van de Meester’ gaat daar best ver in.

De televisieserie en het boek Het Geheim van de Meester behandelen de ontstaansgeschiedenis van dertien vooraanstaande Nederlandse schilderijen. Eén daarvan is door de Fransman Claude Monet vervaardigd tijdens een van zijn verblijven in Amsterdam. De invalshoek van de makers is niet zozeer kunsthistorisch als praktisch. Wat voor ondergrond is gebruikt, welke pigmenten, en hoe is het schilderij op deze manier verouderd?


Een team van experts analyseert het kunstwerk tot op het bot. Het dubbeltalent prof.dr. Joris Dik (Faculteit 3mE), die zowel chemicus als kunsthistoricus is, kan met zijn röntgenfluorescentie apparaat (XRF) onderliggende verflagen zichtbaar maken. Ook kan hij achterhalen welke chemische elementen aanwezig zijn, wat aanwijzingen geeft over de gebruikte pigmenten en kleuren. Ontwerper en timmerman Berd Visscher weet alles van hout, ondergronden en lijsten. Restaurator Michel van de Laar heeft zich gespecialiseerd in veroudering van verf en vernis.


Op basis van hun analyses gaat kunstschilderes Charlotte Caspers aan de slag. Het valt aan het eind van de rit vaak niet mee om uit te maken welk schilderij het origineel is. Bij twijfel oogt de kopie meestal net iets frisser.


De Delftse component is sterk in dit boek. Niet alleen door de bijdragen van Joris Dik, maar ook door de aanwezigheid van twee Delftse meesterschilders: Johannes Vermeer en Carel Fabritius.


Opmerkelijk: de parel uit de titel van het werk kan geen parel zijn


Van de immer in armoe levende Vermeer koos het team voor zijn schilderij Meisje met de Parel, ook wel bekend als de Mona Lisa van het Noorden. Wat Vermeer herkenbaar maakt is zijn wetenschappelijke benadering van schilderkunst als professie ‘die het oog met lijnen en kleuren betovert en misleidt.’ Vermeer besprak de nieuwste wetenschappelijke inzichten waarschijnlijk met zijn stads- en tijdgenoot Anthonie van Leeuwenhoek. Vanwege die verbinding wordt wel gedacht dat Vermeer gebruik maakte van een camera obscura (een grote camera zonder film) voor zijn schilderwerk. Anderen trekken dat in twijfel, maar ze wijzen wel op zijn perspectivische perfectie. Een ander opmerkelijk nieuwtje uit de reconstructie is dat de parel uit de titel van het werk geen parel kan zijn. Een verzilverde glazen bol, een soort kleine doffe kerstbal, lijkt waarschijnlijker. En ook betaalbaarder voor de arme Vermeer.


Carel Fabritius, leerling van Rembrandt, was een tijdgenoot van Vermeer in Delft. Als dertiger had Fabritius al een enorme faam verworven. Niet alleen met portretten van notabelen, maar ook met perspectivische hoogstandjes die je als een soort VR-bril vlak voor je neus moest houden om de suggestie van dieptewerking te ondergaan. De redactie koos voor Fabritius perspectivische meesterwerkje Het Puttertje. Dat werk toont een vink aan een kettinkje op de rand van een bakje van onder gezien. Het is waarschijnlijk Fabritius’ laatste werk omdat de nog natte verf inslagen vertoont van stukjes steen. Dat moet op 12 oktober 1654 gebeurd zijn, op Delftse Donderslag, toen het Kruithuis explodeerde en de helft van de stad in puin viel. Fabritius, toen 32 jaar, overleefde de klap maar overleed later die dag. Het team deed de explosie na in de duinen, en vond hetzelfde soort beschadigingen. Met andere woorden: Het Puttertje hing nog halfnat in het atelier toen de klap viel.


Het Puttertje hing nog half-nat in het atelier toen de klap viel


Het rijk geïllustreerde boek staat bol van (kunst)historische wetenswaardigheden en vanwege de reconstructie blijft de gebruikelijke wolligheid verfrissend achterwege. Soms staat de tekst onvoldoende los van de televisieserie: ‘Charlotte kijkt met ingehouden adem toe, want ook haar puttertje wordt straks moedwillig met steenslag beschadigd.’ Maar wie daar overheen leest heeft met dit boek een nuchtere, rijke en bijna wetenschappelijke benadering op schoot van opmerkelijke schilderijen uit de afgelopen vijfhonderd jaar.

Mark Zegeling | Marc Pos, Het Geheim van de Meester, MarkMedia&Art, Amsterdam 2017, 320 bladzijden, prijs: 30 euro


Lees ook:


Joris Dik analyseert meesterwerken


Joris Dik bij Labyrinth TV


Was Vermeer really a photographer?


Dubbelportret van Vermeer en Van Leeuwenhoek

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.