Campus

Zwerven door Constants akelige wereld

Een groot deel van de tentoonstelling ‘Ode aan Constant’, in het Haagse Gemeentemuseum, is gewijd aan New Babylon. Constant als architect van zijn eigen ‘akelige wereld’.

Niemand hoeft er meer te werken. De wereld is een grote steppe, waar de inwoners naar hartelust rondzwerven. Gebouwen staan op zuilen ruim tien meter boven de grond. Binnen: een doolhof van trappen en deuren. Geen verdieping staat op dezelfde hoogte. Onder de gebouwen raast het verkeer. Het ene moment kan het dertig graden zijn, het andere moment twintig graden onder nul. Onderscheid tussen licht en donker is volstrekt willekeurig. Welkom in Constants New Babylon.

Jarenlang schilderde Constant de wreedheid van de mens als lid van Cobra. In 1955 verklaarde hij de kunst dood. Hij zocht zijn heil in de architectuur. Tussen 1956 en 1972 deelde hij de wereld opnieuw in: hij schiep gebouwen, parken en herschikte steden. New Babylon een utopie noemen was uit den boze, want het was technisch mogelijk om morgen met de bouw te beginnen. De techniek zou volgens Constant het leven op een hoger niveau brengen, zodat mensen niet meer hoefden te werken. De mens was begonnen als nomade, maar daarna uit noodzaak bij elkaar gaan wonen. Nu kon de mens weer terugvallen in zijn oeroude rol: zwerven tot ze erbij neervalt.

Van de tentoonstelling ‘Ode aan Constant’ is de helft aan New Babylon gewijd. Wie Constants bouwkunst bekijkt, merkt al snel dat hij geen ideale wereld voor ogen had. “Het ademt een akelige sfeer uit”, zegt conservator van de tentoonstelling drs. Hans Janssen. “Toen Constant eraan werkte was er een voortdurende dreiging van atoombommen, veel militair vertoon. Hij maakte een alternatieve wereld, maar wel een realistische.”

Om meer over architectuur te leren, omringde Constant zich met architecten. Vooral de Delftse hoogleraar Aldo van Eyck had veel invloed op hem. Ze maakten een zeefdrukpamflet, waarin ze pleitten voor een ‘spatiaal colorisme’. Kleur was uit de gebouwen verdwenen, maar moest terugkeren.
Speeltuinontwerpen

“Ik heb ze een keer samen ontmoet”, zegt Janssen. “Het waren geestverwanten. Constant wilde graag zijn atelier verlaten, participeren in de wereld. Van Eyck had heel beeldende idealen, daarom vonden ze elkaar.” In New Babylon is de beïnvloeding goed zichtbaar: Van Eycks speeltuinontwerpen spelen een grote rol.

Toen Constant New Babylon ontwikkelde, werd hij verguisd. “Architecten vonden het te artistiek en noemden het sculpturen. Niemand snapte het.” Dat is tegenwoordig wel anders. Rem Koolhaas werd verregaand door Constant beïnvloed. “Koolhaas flirt met de beeldende kunst”, zegt Janssen. “Hij had ook Le Corbusier als voorbeeld kunnen nemen, maar dan had hij in een architectuurtraditie gestaan. Koolhaas wilde buiten de traditie staan en noemde Constant als voorbeeld. Dan blijf je zelfstandig.”

Maar ondanks alle invloed moeten we geen architect zien in Constant, benadrukt Janssen. “Hij was vooral kunstenaar. Ik zag tijdens de voorbereiding dat het gebouw ‘oranje sector’ eerst als sculptuur voor zijn raam stond. Later heeft hij het horizontaal op een schilderij geplakt en er een gebouw van gemaakt.”

Volgens Janssen is het ook nooit de bedoeling van Constant geweest dat New Babylon werkelijkheid zou worden. “Je kunt het vergelijken met een poppenkast. De poppenspeler die een mooie voorstelling maakt, wil niet de wereld weergeven. Hij zet een wereld vol fantasie neer. Daarom vind ik het ook het beste deel van Constants oeuvre. Het is de droom van de schilder om een eigen werkelijkheid te creëren. En dat is Constant gelukt.”

Wie Constants bouwkunst bekijkt, merkt al snel dat hij geen ideale wereld voor ogen had. (Foto: Haags Gemeentemuseum)

Niemand hoeft er meer te werken. De wereld is een grote steppe, waar de inwoners naar hartelust rondzwerven. Gebouwen staan op zuilen ruim tien meter boven de grond. Binnen: een doolhof van trappen en deuren. Geen verdieping staat op dezelfde hoogte. Onder de gebouwen raast het verkeer. Het ene moment kan het dertig graden zijn, het andere moment twintig graden onder nul. Onderscheid tussen licht en donker is volstrekt willekeurig. Welkom in Constants New Babylon.

Jarenlang schilderde Constant de wreedheid van de mens als lid van Cobra. In 1955 verklaarde hij de kunst dood. Hij zocht zijn heil in de architectuur. Tussen 1956 en 1972 deelde hij de wereld opnieuw in: hij schiep gebouwen, parken en herschikte steden. New Babylon een utopie noemen was uit den boze, want het was technisch mogelijk om morgen met de bouw te beginnen. De techniek zou volgens Constant het leven op een hoger niveau brengen, zodat mensen niet meer hoefden te werken. De mens was begonnen als nomade, maar daarna uit noodzaak bij elkaar gaan wonen. Nu kon de mens weer terugvallen in zijn oeroude rol: zwerven tot ze erbij neervalt.

Van de tentoonstelling ‘Ode aan Constant’ is de helft aan New Babylon gewijd. Wie Constants bouwkunst bekijkt, merkt al snel dat hij geen ideale wereld voor ogen had. “Het ademt een akelige sfeer uit”, zegt conservator van de tentoonstelling drs. Hans Janssen. “Toen Constant eraan werkte was er een voortdurende dreiging van atoombommen, veel militair vertoon. Hij maakte een alternatieve wereld, maar wel een realistische.”

Om meer over architectuur te leren, omringde Constant zich met architecten. Vooral de Delftse hoogleraar Aldo van Eyck had veel invloed op hem. Ze maakten een zeefdrukpamflet, waarin ze pleitten voor een ‘spatiaal colorisme’. Kleur was uit de gebouwen verdwenen, maar moest terugkeren.
Speeltuinontwerpen

“Ik heb ze een keer samen ontmoet”, zegt Janssen. “Het waren geestverwanten. Constant wilde graag zijn atelier verlaten, participeren in de wereld. Van Eyck had heel beeldende idealen, daarom vonden ze elkaar.” In New Babylon is de beïnvloeding goed zichtbaar: Van Eycks speeltuinontwerpen spelen een grote rol.

Toen Constant New Babylon ontwikkelde, werd hij verguisd. “Architecten vonden het te artistiek en noemden het sculpturen. Niemand snapte het.” Dat is tegenwoordig wel anders. Rem Koolhaas werd verregaand door Constant beïnvloed. “Koolhaas flirt met de beeldende kunst”, zegt Janssen. “Hij had ook Le Corbusier als voorbeeld kunnen nemen, maar dan had hij in een architectuurtraditie gestaan. Koolhaas wilde buiten de traditie staan en noemde Constant als voorbeeld. Dan blijf je zelfstandig.”

Maar ondanks alle invloed moeten we geen architect zien in Constant, benadrukt Janssen. “Hij was vooral kunstenaar. Ik zag tijdens de voorbereiding dat het gebouw ‘oranje sector’ eerst als sculptuur voor zijn raam stond. Later heeft hij het horizontaal op een schilderij geplakt en er een gebouw van gemaakt.”

Volgens Janssen is het ook nooit de bedoeling van Constant geweest dat New Babylon werkelijkheid zou worden. “Je kunt het vergelijken met een poppenkast. De poppenspeler die een mooie voorstelling maakt, wil niet de wereld weergeven. Hij zet een wereld vol fantasie neer. Daarom vind ik het ook het beste deel van Constants oeuvre. Het is de droom van de schilder om een eigen werkelijkheid te creëren. En dat is Constant gelukt.”

Wie Constants bouwkunst bekijkt, merkt al snel dat hij geen ideale wereld voor ogen had. (Foto: Haags Gemeentemuseum)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.