Campus

Zwart gat

Ik ben net afgestudeerd en op lustrumreis van mijn club. Er zijn van die dingen waar iedereen je voor waarschuwt, maar waar je je niets bij voor kunt stellen tot het je overvalt: de puberteit, liefdesverdriet, rimpels… Terwijl ik aan het afstuderen was, keek ik reikhalzend uit naar alle mogelijkheden daarna.

Ik maakte briefjes met dingen waar ik me toen schijnbaar op verheugde zoals eindelijk eens een trui breien en al mijn ongelezen boeken lezen.
Inmiddels is het zo ver en alles dat ik tot nu toe deed is apathisch op de bank zitten, mijzelf afvragend of ik ooit nog de energie zal terugvinden om me überhaupt te verplaatsen. Zo labiel als een dronken koekoeksklok ontroeren zelfs de reclames van Sheba kattenvoer mij tot tranen toe. Ik slaap nauwelijks en als ik slaap droom ik dat iemand mijn verslag heeft uitgegumd. Dit is dus het zwarte gat.
Er zijn ook van die dingen waar niemand je voor waarschuwt, maar waar je je van te voren alles bij kunt voorstellen: Een club lustrumreis. Met veertien eigenwijze vrouwen harmonieus tien dagen op elkaars lip zitten, lijkt een onmogelijke opgave. JC Scala besloot te gaan skiën en ik had geen excuus. Omdat deze reis al vijf jaar gepland stond, was er genoeg tijd om ons overal zorgen over te maken: wie gaat er mee, wie slaapt met wie, wie gaat er zeuren over gebroken nagels, wie doet er boodschappen en wie bereikt als eerste haar kookpunt.
Licht gespannen arriveren we in het gehuurde chalet en onder het genot van een wijntje delen we maar meteen onze onzekerheden: ‘Ik ga ook af en toe een boek lezen hoor! Alléén!’ ‘Ik ook!’ klinkt het in koor. Enigszins verbaasd en opgelucht haalt iedereen adem. De rest van de avond kletsen we gezellig over zwarte gaten, rimpels en toekomstplannen. De volgende ochtend worden veertien opgetogen vrouwen met een pannenkoek tussen hun benen een eindeloos hoge berg opgesleept. Vlak achter elkaar in een slinger, vanzelfsprekend verbonden door een onbreekbare staaldraad. Onderweg waarschuwen ze elkaar voor hobbels en kuilen in de weg en zingen af en toe een liedje. Ik hang middenin de rij en pink een laatste sentimentele traan weg bij zoveel symboliek. Ik sluit mijn ogen en laat me langzaam uit mijn zwarte gat slepen.

‘Klimaatverandering zou wel eens de meest langdurige nalatenschap van de mens kunnen zijn. De klimaatgevolgen van uitstoot van CO2 uit fossiele brandstof gaan langer mee dan Stonehenge. Langer dan tijdcapsules, langer dan kernafval en veel langer dan de mensheid tot nu toe. Elke ton kolen die we verbranden brengt CO2-gas in de atmosfeer. De CO2 van een kwart van die ton zal over duizend jaar, aan het begin van het volgende millennium, het klimaat nog steeds beïnvloeden. En dat is nog maar het begin.’
David Archer schrijft beknopt, concreet, feitelijk en doeltreffend. De hoogleraar geofysica aan de universiteit van Chicago schreef zijn boek ‘The Long Thaw’ in de reeks ‘Science Essentials’ van Princeton University Press. Deze reeks stelt zich ten doel de nieuwste wetenschappelijke inzichten aan een algemeen publiek te presenteren. Archer doet dat met verve en zonder op de hurken te gaan. In het voorwoord, waarvan bovenin de eerste alinea, zet Archer zijn plan uiteen. In het eerste deel brengt hij helderheid in het huidige klimaatdebat, waarna hij in deel 2 op zoek gaat naar vergelijkbare klimaatperioden in de geologische geschiedenis. Op basis daarvan schetst hij in het laatste deel de toekomstverwachtingen: ‘Als de hele kolenvoorraad verstookt wordt (dat betekent vijfduizend gigaton aan koolstof), kan de komende ijstijd een half miljoen jaar uitgesteld worden.’
Archer onderscheidt vier externe factoren die het klimaat beïnvloeden en geeft er gelijk de orde van grootte bij: broeikasgassen (menselijke oorsprong + 3 watt/m2); zwavel afkomstig van verbranding die een nevel vormt die de aarde afkoelt (- 1,5 watt/m2); vulkaanuitbarstingen (tot – 10 watt/m2) en variaties in zonne-intensiteit (+/- 0,1 watt/m2). Voor Archer is het duidelijk dat CO2 de belangrijkste factor achter de huidige klimaatverandering is: ‘Er is gewoon geen betere theorie of klimaatmodel dat wel de veranderingen in het verleden kan verklaren, maar geen serieus broeikaseffect voorspelt.’ Met andere woorden: CO2-emissies bepalen het klimaat van de toekomst. Specifieker: ‘Uiteindelijk hangt de toekomst van het klimaat af van onze keuzes over kolen.’
Nu bieden resultaten uit het verleden weinig houvast voor de toekomst, maar toch kom je er soms treffende parallellen tegen. Neem nu het paleoceen eoceen thermisch maximum (PTEM) dat 55 miljoen jaar geleden plaatsvond. Dat is te lang geleden om er veel details van te weten, zegt Archer, maar op de een of andere manier is er toen veel broeikasgas (mogelijk methaan) in de atmosfeer terechtgekomen. De hoeveelheid is vergelijkbaar met wat er nu beschikbaar is aan fossiele brandstoffen. Dat leidde toen tot een opwarming van vijf tot acht graden, maar – en dat is Archers punt – pas veel later. Er is geen temperatuurspiek bij het PTEM, maar wel een 140 duizend jaar lange staart. Kennelijk heeft de natuur honderden millennia nodig om van een plotselinge piek in broeikasgassen te herstellen. De reden daarvoor is de vertraagde opname van CO2 door de oceanen. Tot nu toe leggen de oceanen ongeveer de helft van de menselijke emissies (zeven gigaton C per jaar) vast in de vorm van calciumcarbonaat. Maar de oceanen beginnen te verzuren en de opnamesnelheid vermindert. Pas na eeuwen zal zich een nieuw evenwicht instellen tussen de atmosferische CO2 en het calciumcarbonaat op de oceaanbodem. Ongeveer een kwart van de CO2 blijft dan over in de atmosfeer en zal het klimaat nog tienduizenden jaren lang beïnvloeden.
Als dus het internationaal klimaatpanel IPCC voor het jaar 2100 een halve meter zeespiegelstijging voorspelt, is dat alleen zo laag vanwege de (veronderstelde) traagheid van het landijs op Groenland en de Zuidpool. In een grafiekje geeft Archer het verband aan tussen zeespiegel en gemiddelde temperatuur in verschillende geologische tijdperken. Volgens die grafiek hoort bij drie graden opwarming geen halve, maar tientallen meters zeespiegelstijging. Zo gezien is het niet de vraag óf Nederland onderloopt, maar wanneer.

David Archer, ‘The Long Thaw – How humans are changing the next 100,000 years of Earth’s climate’, Princeton University Press, 2009

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.