Onderwijs

‘Zonde om nu met Nuna te stoppen’

Natuurlijk komt er een Nuna 4, is de stellige overtuiging van Diederik Kinds, afstudeerder bij luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en in 2003 teamleider van Nuna 2. Kinds zou het betreuren als de zonnewagen straks zou rijden zonder de steun van de TU Delft.

Voor we het over Nuna 4 gaan hebben: hoe beviel destijds de terugkeer naar de collegebanken, na de overwinning van Nuna 2 op de World Solar Challenge in Australië?

“Natuurlijk heeft het me moeite gekost om opnieuw in dat studieritme te komen. Sinds ik mijn draai weer gevonden heb, stoom ik lekker door. Twee maanden geleden ben ik begonnen met afstuderen.

Ik ben geen die hard techneut, weet ik inmiddels: één van de mooie dingen van Nuna was dat ik me daar ook met zaken als logistiek en pr kon bezighouden. Gelukkig is in 2003 op de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek een leerstoel opgericht die perfect op mijn interesses aansluit.”

Je afstudeeronderwerp is het opzetten van een goedkope vliegtuiglijn in Oekraïne. Hoe kom je er zo bij?

“Oekraïne is een land waar nog ruimte is om nieuwe dingen op te zetten. Een vliegtuigmaatschappij met lage tarieven zou daar goede kansen maken. Ik moet met een plan komen, waarin allerlei aspecten gedetailleerd zijn uitgewerkt: van de kosten van de vliegtuigen tot de salarissen van de stewardessen. Vier maanden geleden ben ik nog in Oekraïne geweest. Mijn broer, die Russisch heeft gestudeerd, werkt er sinds enkele jaren als contactpersoon tussen buitenlandse investeerders en lokale zakenmensen. Hij heeft er ook een dagblad opgericht dat inmiddels aan de Telegraaf is doorverkocht.”

Voor je aan Nuna 2 begon, lag je grote ambitie bij het Formule 1-racen.

“Dat is veranderd. Ik liep al een tijdje in die racewereld rond en ontdekte bij Nuna dat ik het nog mooier vond om iets te doen waar je andere mensen verder mee helpt. Bij een grote humanitaire ramp in no time vliegtuigen met hulpgoederen ter plekke krijgen en ad hoc de distributie van goederen en medicijnen organiseren, dat soort dingen spreekt me aan. Ook vanwege het werken in teamverband.”

Zolang je nog studeert aan de TU Delft, ben je als adviseur bij Nuna betrokken?

“Ja. Ik vind het belangrijk om mijn kennis zo goed mogelijk over te dragen, zodat volgende teams met iets beters kunnen komen. Maar mijn adviezen zijn niet dwingend. Dat zou niet in de geest van Nuna passen. Uiteindelijk neemt het team zelf de beslissingen.”

Waarom moet er een Nuna 4 komen?

“Het is een mooi, aansprekend project. Zonde om daar nu mee te stoppen. En er is weer een nieuwe lichting studenten die door deelname aan het project veel kan leren.”

Moet je niet stoppen op je hoogtepunt? De Nuna is toch uitontwikkeld?

“Ik weet niet zo zeker of we onze top al bereikt hebben. De vorige teams zouden wel erg briljant zijn als de Nuna al na drie keer was vervolmaakt. Ik zie genoeg ruimte voor verbetering, met name als het er om gaat de wagen zo licht mogelijk te maken. Bovendien zijn de reglementen van de World Solar Challenge onlangs gewijzigd. Het zonnepaneel moet kleiner worden, de coureur mag niet meer liggend de wagen besturen. Het feit dat we drie keer gewonnen hebben, zet de deelnemers op scherp. De lat ligt hoog.”

Maar op een gegeven moment moet je er toch een keer mee stoppen?

“Als de race internationaal nauwelijks meer iets voorstelt, zou de TU Delft moeten afhaken. Maar daar is nu geen sprake van. Volgend jaar doen er zo’n twintig teams mee.”

Vlak nadat Nuna 3 de finish had gehaald in Australië, vertelden Wubbo Ockels en collegelid Paul Rullmann tijdens een bijeenkomst in Delft dat het nu een goed moment was om te stoppen. Was je verrast?

“Ja. Het team van Nuna 3 ook, trouwens. We snappen er nog steeds niet veel van. Eén van de argumenten van het college van bestuur is dat je moet oppassen voor het ‘Lance Armstrong-effect’: zo vaak winnen dat mensen genoeg van je krijgen. Ik ben daar niet zo bang voor. Het is steeds een nieuw team, met een vernieuwde zonnewagen. Bovendien: zouden mensen genoeg krijgen van voetbal als Nederland drie keer de wereldbeker had gewonnen?”

Heb je geprobeerd het college op andere gedachten te brengen?

“Met Jorrit Lousberg, teamleider van Nuna 3, ben ik twee maanden geleden gaan praten met Paul Rullmann en collegevoorzitter Hans van Luijk. Het was geen slecht gesprek, maar we zijn niet dichter bij elkaar gekomen. De tijd begint nu te dringen. Als de TU Delft volgend jaar wil meedoen, zullen we na de zomervakantie een team moeten samenstellen.”

Is een financiële injectie van de TU onmisbaar voor Nuna 4?

“Door de naamsbekendheid zouden we zeker nieuwe sponsors kunnen vinden. Maar het is fijn om de ruggensteun van je eigen universiteit te hebben. Ik hoop dat ze ons in ieder geval een werkplaats en kantoorruimte wil geven. En de mogelijkheid om een beroep te doen op enthousiaste hoogleraren en docenten.”

Waren er argumenten van het college tegen Nuna 4 waar je je iets bij kon voorstellen?

“Niet echt. Het college is bang dat we na drie overwinningen op rij onze reputatie verspelen als we verliezen. Er is ons zelfs afgeraden om door te gaan. Maar kijk naar MIT, een universiteit met een glanzende reputatie. Haar teams hebben de afgelopen jaren steeds verloren. Niemand die het MIT daar om uitlacht. En ze laten zich niet ontmoedigen, integendeel. Deze zomer organiseert het MIT een internationaal symposium waar deelnemers aan de World Solar Challenge duurzame vervoersmiddelen kunnen ontwerpen en bouwen.”

Is de TU Delft verwend geraakt door het succes van de zonnewagens?

“Dat durf ik niet te zeggen. Maar de vergelijking met hoofdsponsor Nuon is interessant. Na de overwinning van Nuna 3 organiseerde Nuon een feest, waar is toegezegd dat het bedrijf ons ook in 2007 sponsort. Ceo Ludo van Halderen zei letterlijk tegen me: ‘Diederik, we hoeven niet te winnen, als je maar wint!'”

Wat betekent dat?

“Als je een keertje verliest, maar wel het belang van duurzame energie weet over te brengen, heb je toch een overwinning geboekt. Verliezen is niet zo erg: dan leren we van onze fouten en doen het de volgende keer beter. Overigens ga ik er van uit dat we winnen.”

Het college heeft al veel geld in Nuna 3 gestopt: een kwart miljoen euro, naast de half miljoen euro van Nuon.

“Dat is waar, en een sponsor heeft altijd het recht om wat minder geld in een project te steken. Maar je volledig terugtrekken is wel erg drastisch.”

Het college steekt het geld nu in de Superbus van Wubbo Ockels. Dat is toch een mooi alternatief, zeker als je duurzame technologie op bredere schaal wilt toepassen?

“Dat is appels met peren vergelijken. Kijk, ik realiseer me dat wij als groepje studenten niet de aanzet zullen geven tot het opstarten van een nieuwe, duurzame auto-industrie. Dat zou ook een megalomane gedachte zijn. Maar wij laten wel zien waar een groep jonge mensen toe in staat is, als ze een jaar keihard werken aan een project. Goed, Nuna is niet geschikt om dagelijks mee naar de supermarkt te rijden, maar je kunt er wel een boodschap mee overbrengen.”

Stel dat de TU Delft Nuna 4 op geen enkele wijze sponsort, en jullie winnen. Mag de TU Delft dan gebruik maken van de beelden van jullie overwinning om nieuwe studenten te werven?

“Gesteld dat ze dat zouden willen: ik zou daar tegen zijn. Maar ik hoop dat het college uiteindelijk genoeg vertrouwen krijgt in Nuna 4 om ons te steunen. Een paar maanden geleden kwam een groep schoolkinderen uit een achterstandswijk bij ons op bezoek. Als je dan hun enthousiasme ziet over de zonnewagen… Zoiets mag je niet zomaar weggooien.”

Zijn jullie al bezig mensen te zoeken voor het nieuwe team?

“Vorige week was er een presentatie met borrel en de belangstelling is gelukkig nog steeds groot. Ik weet zeker dat er weer een goed team valt samen te stellen. Mensen groeien ook in hun rol. Bij Nuna leer je als student dat er veel meer mogelijk is dan je dacht.”
WIE IS DIEDERIK KINDS?

Diederik Kinds (1979) studeert waarschijnlijk dit jaar af bij de leerstoel aerospace management and operations van prof. Sicco Santema (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek). Kinds was teamleider van Nuna 2, dat op 22 oktober 2003 het wereldnieuws haalde door als eerste in de Australische World Solar Challenge te eindigen. “Het team van toen komt nog elke week bij elkaar”, vertelt Kinds. “Er is natuurlijk wel eens iemand verhinderd, maar ik geloof niet dat we het ooit een keer hebben overgeslagen.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Voor we het over Nuna 4 gaan hebben: hoe beviel destijds de terugkeer naar de collegebanken, na de overwinning van Nuna 2 op de World Solar Challenge in Australië?

“Natuurlijk heeft het me moeite gekost om opnieuw in dat studieritme te komen. Sinds ik mijn draai weer gevonden heb, stoom ik lekker door. Twee maanden geleden ben ik begonnen met afstuderen.

Ik ben geen die hard techneut, weet ik inmiddels: één van de mooie dingen van Nuna was dat ik me daar ook met zaken als logistiek en pr kon bezighouden. Gelukkig is in 2003 op de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek een leerstoel opgericht die perfect op mijn interesses aansluit.”

Je afstudeeronderwerp is het opzetten van een goedkope vliegtuiglijn in Oekraïne. Hoe kom je er zo bij?

“Oekraïne is een land waar nog ruimte is om nieuwe dingen op te zetten. Een vliegtuigmaatschappij met lage tarieven zou daar goede kansen maken. Ik moet met een plan komen, waarin allerlei aspecten gedetailleerd zijn uitgewerkt: van de kosten van de vliegtuigen tot de salarissen van de stewardessen. Vier maanden geleden ben ik nog in Oekraïne geweest. Mijn broer, die Russisch heeft gestudeerd, werkt er sinds enkele jaren als contactpersoon tussen buitenlandse investeerders en lokale zakenmensen. Hij heeft er ook een dagblad opgericht dat inmiddels aan de Telegraaf is doorverkocht.”

Voor je aan Nuna 2 begon, lag je grote ambitie bij het Formule 1-racen.

“Dat is veranderd. Ik liep al een tijdje in die racewereld rond en ontdekte bij Nuna dat ik het nog mooier vond om iets te doen waar je andere mensen verder mee helpt. Bij een grote humanitaire ramp in no time vliegtuigen met hulpgoederen ter plekke krijgen en ad hoc de distributie van goederen en medicijnen organiseren, dat soort dingen spreekt me aan. Ook vanwege het werken in teamverband.”

Zolang je nog studeert aan de TU Delft, ben je als adviseur bij Nuna betrokken?

“Ja. Ik vind het belangrijk om mijn kennis zo goed mogelijk over te dragen, zodat volgende teams met iets beters kunnen komen. Maar mijn adviezen zijn niet dwingend. Dat zou niet in de geest van Nuna passen. Uiteindelijk neemt het team zelf de beslissingen.”

Waarom moet er een Nuna 4 komen?

“Het is een mooi, aansprekend project. Zonde om daar nu mee te stoppen. En er is weer een nieuwe lichting studenten die door deelname aan het project veel kan leren.”

Moet je niet stoppen op je hoogtepunt? De Nuna is toch uitontwikkeld?

“Ik weet niet zo zeker of we onze top al bereikt hebben. De vorige teams zouden wel erg briljant zijn als de Nuna al na drie keer was vervolmaakt. Ik zie genoeg ruimte voor verbetering, met name als het er om gaat de wagen zo licht mogelijk te maken. Bovendien zijn de reglementen van de World Solar Challenge onlangs gewijzigd. Het zonnepaneel moet kleiner worden, de coureur mag niet meer liggend de wagen besturen. Het feit dat we drie keer gewonnen hebben, zet de deelnemers op scherp. De lat ligt hoog.”

Maar op een gegeven moment moet je er toch een keer mee stoppen?

“Als de race internationaal nauwelijks meer iets voorstelt, zou de TU Delft moeten afhaken. Maar daar is nu geen sprake van. Volgend jaar doen er zo’n twintig teams mee.”

Vlak nadat Nuna 3 de finish had gehaald in Australië, vertelden Wubbo Ockels en collegelid Paul Rullmann tijdens een bijeenkomst in Delft dat het nu een goed moment was om te stoppen. Was je verrast?

“Ja. Het team van Nuna 3 ook, trouwens. We snappen er nog steeds niet veel van. Eén van de argumenten van het college van bestuur is dat je moet oppassen voor het ‘Lance Armstrong-effect’: zo vaak winnen dat mensen genoeg van je krijgen. Ik ben daar niet zo bang voor. Het is steeds een nieuw team, met een vernieuwde zonnewagen. Bovendien: zouden mensen genoeg krijgen van voetbal als Nederland drie keer de wereldbeker had gewonnen?”

Heb je geprobeerd het college op andere gedachten te brengen?

“Met Jorrit Lousberg, teamleider van Nuna 3, ben ik twee maanden geleden gaan praten met Paul Rullmann en collegevoorzitter Hans van Luijk. Het was geen slecht gesprek, maar we zijn niet dichter bij elkaar gekomen. De tijd begint nu te dringen. Als de TU Delft volgend jaar wil meedoen, zullen we na de zomervakantie een team moeten samenstellen.”

Is een financiële injectie van de TU onmisbaar voor Nuna 4?

“Door de naamsbekendheid zouden we zeker nieuwe sponsors kunnen vinden. Maar het is fijn om de ruggensteun van je eigen universiteit te hebben. Ik hoop dat ze ons in ieder geval een werkplaats en kantoorruimte wil geven. En de mogelijkheid om een beroep te doen op enthousiaste hoogleraren en docenten.”

Waren er argumenten van het college tegen Nuna 4 waar je je iets bij kon voorstellen?

“Niet echt. Het college is bang dat we na drie overwinningen op rij onze reputatie verspelen als we verliezen. Er is ons zelfs afgeraden om door te gaan. Maar kijk naar MIT, een universiteit met een glanzende reputatie. Haar teams hebben de afgelopen jaren steeds verloren. Niemand die het MIT daar om uitlacht. En ze laten zich niet ontmoedigen, integendeel. Deze zomer organiseert het MIT een internationaal symposium waar deelnemers aan de World Solar Challenge duurzame vervoersmiddelen kunnen ontwerpen en bouwen.”

Is de TU Delft verwend geraakt door het succes van de zonnewagens?

“Dat durf ik niet te zeggen. Maar de vergelijking met hoofdsponsor Nuon is interessant. Na de overwinning van Nuna 3 organiseerde Nuon een feest, waar is toegezegd dat het bedrijf ons ook in 2007 sponsort. Ceo Ludo van Halderen zei letterlijk tegen me: ‘Diederik, we hoeven niet te winnen, als je maar wint!'”

Wat betekent dat?

“Als je een keertje verliest, maar wel het belang van duurzame energie weet over te brengen, heb je toch een overwinning geboekt. Verliezen is niet zo erg: dan leren we van onze fouten en doen het de volgende keer beter. Overigens ga ik er van uit dat we winnen.”

Het college heeft al veel geld in Nuna 3 gestopt: een kwart miljoen euro, naast de half miljoen euro van Nuon.

“Dat is waar, en een sponsor heeft altijd het recht om wat minder geld in een project te steken. Maar je volledig terugtrekken is wel erg drastisch.”

Het college steekt het geld nu in de Superbus van Wubbo Ockels. Dat is toch een mooi alternatief, zeker als je duurzame technologie op bredere schaal wilt toepassen?

“Dat is appels met peren vergelijken. Kijk, ik realiseer me dat wij als groepje studenten niet de aanzet zullen geven tot het opstarten van een nieuwe, duurzame auto-industrie. Dat zou ook een megalomane gedachte zijn. Maar wij laten wel zien waar een groep jonge mensen toe in staat is, als ze een jaar keihard werken aan een project. Goed, Nuna is niet geschikt om dagelijks mee naar de supermarkt te rijden, maar je kunt er wel een boodschap mee overbrengen.”

Stel dat de TU Delft Nuna 4 op geen enkele wijze sponsort, en jullie winnen. Mag de TU Delft dan gebruik maken van de beelden van jullie overwinning om nieuwe studenten te werven?

“Gesteld dat ze dat zouden willen: ik zou daar tegen zijn. Maar ik hoop dat het college uiteindelijk genoeg vertrouwen krijgt in Nuna 4 om ons te steunen. Een paar maanden geleden kwam een groep schoolkinderen uit een achterstandswijk bij ons op bezoek. Als je dan hun enthousiasme ziet over de zonnewagen… Zoiets mag je niet zomaar weggooien.”

Zijn jullie al bezig mensen te zoeken voor het nieuwe team?

“Vorige week was er een presentatie met borrel en de belangstelling is gelukkig nog steeds groot. Ik weet zeker dat er weer een goed team valt samen te stellen. Mensen groeien ook in hun rol. Bij Nuna leer je als student dat er veel meer mogelijk is dan je dacht.”
WIE IS DIEDERIK KINDS?

Diederik Kinds (1979) studeert waarschijnlijk dit jaar af bij de leerstoel aerospace management and operations van prof. Sicco Santema (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek). Kinds was teamleider van Nuna 2, dat op 22 oktober 2003 het wereldnieuws haalde door als eerste in de Australische World Solar Challenge te eindigen. “Het team van toen komt nog elke week bij elkaar”, vertelt Kinds. “Er is natuurlijk wel eens iemand verhinderd, maar ik geloof niet dat we het ooit een keer hebben overgeslagen.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.