Opinie

Zelfstandig leren denken

dr. L.D. Minnigh, Onlangs publiceerden de media over het vergelijkend onderzoek van de Keuzegids Hoger Onderwijs over o.a. de universiteiten. De TU Delft eindigde op de derde plaats van onderen, Maastricht scoorde het beste.

br />
De cijfers zijn tot stand gekomen door ongeveer veertig studenten per faculteit in een universiteit te enquêteren (totaal ca. 11.000). Vervolgens zijn deze cijfers gemiddeld. Dit betekent dat het mogelijk is dat in Maastricht de minst kritische studenten zijn ingeschreven, terwijl in Delft, Utrecht en aan de Universiteit van Amsterdam (de drie laagst scorende universiteiten) de grootste criticasters rondlopen. Het is lastig de cijfers op hun waarde te schatten.

Eén cijfer viel mij op: Delft heeft het laagste cijfer (6,5) bij ‘zelfstandig leren denken’ (Maastricht: 7,8). Dit lage cijfer is reden tot zorg.

1. De essentie van een academische studie is dat de afgestudeerde in staat is zelfstandig te denken. Anders wordt de studie iets als een beroepsopleiding.

2. Zelfstandig leren denken is maar één aspect van een hele serie algemeen vormende en discipline-onafhankelijke vaardigheden uit de opleiding. Ik denk aan mondeling en schriftelijk rapporteren, vergadertechnieken, effectief en creatief denken (beter dan het populaire, doch chaotische brainstormen), sociale vaardigheden en teamwerken, informatie opsporen, verzamelen en verwerken, enz..

Naar mijn weten neemt een aantal faculteiten afzonderlijk initiatieven om een of meer van deze vaardigheden in het curriculum op te nemen. Van de diensten van de faculteit WTM, het Rekencentrum en van de Bibliotheek wordt regelmatig gebruik gemaakt, maar een TU-breed beleid op deze terreinen bestaat niet, of is niet zichtbaar.

3. Gerichte aandacht voor discipline-onafhankelijke vaardigheden kan positieve effecten geven op het algehele studieklimaat, de studieprestaties en de kwaliteit van de afgestudeerde. En of deze nu in zijn opleiding richting de onderzoek-, ontwerp-, of managementkant gaat, al die vaardigheden zijn nodig.

De Vrije Universiteit in Amsterdam heeft een centraal bureau voor algemene vorming; vermoedelijk bestaat op meer plaatsen wel iets dergelijks.

Zelfs als in Delft de meest kritische studenten van Nederland rondlopen (ik hoop het), is het de hoogste tijd dat hier algemeen beleid wordt ontwikkeld voor onderwijs van discipline-onafhankelijke kennis en vaardigheden, dat dit onderwijs een vaste plaats krijgt in het curriculum op alle faculteiten, en dat, indien nodig, er middelen worden vrijgemaakt om dit alles te realiseren. De TU zou over de gehele breedte deze kwaliteitsverbetering tot speerpunt moeten maken. Het is bovendien een goed promotieinstrument.

Ik ben gaarne bereid met anderen hierover verder door te denken; een constatering of kritiek brengt ons niet verder. Een TU-onderwijsdag, zoals die er een aantal jaren geledenwas, zou wellicht als uitstekend forum kunnen dienen om deze discussie in algemene banen te leiden.

informatiespecialist Bibliotheek TUD

Onlangs publiceerden de media over het vergelijkend onderzoek van de Keuzegids Hoger Onderwijs over o.a. de universiteiten. De TU Delft eindigde op de derde plaats van onderen, Maastricht scoorde het beste.

De cijfers zijn tot stand gekomen door ongeveer veertig studenten per faculteit in een universiteit te enquêteren (totaal ca. 11.000). Vervolgens zijn deze cijfers gemiddeld. Dit betekent dat het mogelijk is dat in Maastricht de minst kritische studenten zijn ingeschreven, terwijl in Delft, Utrecht en aan de Universiteit van Amsterdam (de drie laagst scorende universiteiten) de grootste criticasters rondlopen. Het is lastig de cijfers op hun waarde te schatten.

Eén cijfer viel mij op: Delft heeft het laagste cijfer (6,5) bij ‘zelfstandig leren denken’ (Maastricht: 7,8). Dit lage cijfer is reden tot zorg.

1. De essentie van een academische studie is dat de afgestudeerde in staat is zelfstandig te denken. Anders wordt de studie iets als een beroepsopleiding.

2. Zelfstandig leren denken is maar één aspect van een hele serie algemeen vormende en discipline-onafhankelijke vaardigheden uit de opleiding. Ik denk aan mondeling en schriftelijk rapporteren, vergadertechnieken, effectief en creatief denken (beter dan het populaire, doch chaotische brainstormen), sociale vaardigheden en teamwerken, informatie opsporen, verzamelen en verwerken, enz..

Naar mijn weten neemt een aantal faculteiten afzonderlijk initiatieven om een of meer van deze vaardigheden in het curriculum op te nemen. Van de diensten van de faculteit WTM, het Rekencentrum en van de Bibliotheek wordt regelmatig gebruik gemaakt, maar een TU-breed beleid op deze terreinen bestaat niet, of is niet zichtbaar.

3. Gerichte aandacht voor discipline-onafhankelijke vaardigheden kan positieve effecten geven op het algehele studieklimaat, de studieprestaties en de kwaliteit van de afgestudeerde. En of deze nu in zijn opleiding richting de onderzoek-, ontwerp-, of managementkant gaat, al die vaardigheden zijn nodig.

De Vrije Universiteit in Amsterdam heeft een centraal bureau voor algemene vorming; vermoedelijk bestaat op meer plaatsen wel iets dergelijks.

Zelfs als in Delft de meest kritische studenten van Nederland rondlopen (ik hoop het), is het de hoogste tijd dat hier algemeen beleid wordt ontwikkeld voor onderwijs van discipline-onafhankelijke kennis en vaardigheden, dat dit onderwijs een vaste plaats krijgt in het curriculum op alle faculteiten, en dat, indien nodig, er middelen worden vrijgemaakt om dit alles te realiseren. De TU zou over de gehele breedte deze kwaliteitsverbetering tot speerpunt moeten maken. Het is bovendien een goed promotieinstrument.

Ik ben gaarne bereid met anderen hierover verder door te denken; een constatering of kritiek brengt ons niet verder. Een TU-onderwijsdag, zoals die er een aantal jaren geledenwas, zou wellicht als uitstekend forum kunnen dienen om deze discussie in algemene banen te leiden.

informatiespecialist Bibliotheek TUD

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.