Wetenschap

Your pen, your pal

Squeezing, rolling, wiggling – the things people do when they are stressed. Now here’s a pen that not only knows when people are stressed but also relaxes them.

Empathic technology, devices that know how you feel and act correspondingly, is the next big thing in man-machine interaction. Already there are cars that give feedback on your driving style, or alarm clocks that wait to ring until the person moves. PhD researcher Miguel Bruns Alonso (Industrial Design) now wants to take this concept one step further: devices that interact subconsciously with the user. As a contrasting example, he mentions the anti-RSI computer programme, Workpace, which simply tells people when to relax or might temporarily block your work in progress for your own well-being. “It’s so in your face,” Bruns says.

Instead, he has developed an affective pen to explore how a product could provide feedback directly, coupled to the actions of the user. He noticed that when students take exams, they tend to endlessly fidget with their pens, rather than simply writing down the correct answers. The affective pen not only notices this stressed shaking and twirling but also counteracts these movements by means of built-in electronics and electro magnets. “People like the feeling of the loose ball in the top of the pen,” Bruns says. “When users move the pen less, the magnet gradually loosens the ball more.”

Frankly, tests comparing the pen’s active feedback with the feedback switched-off were a bit disappointing – people didn’t really notice the difference. Nor did they report that they felt more relaxed when working with the pen. So had it all been in vain? Perhaps not. Although people didn’t feel more relaxed, their heartbeats were actually 5 percent lower thanks to the magic pen. It seems then that the feedback had worked subliminally.  

Miguel Bruns Alonso, ‘Relax! Inherent feedback during product interaction to reduce stress’, 23 December 2010, PhD supervisors Professor Paul Hekkert and Professor David Keyson.

Wie is Karel Luyben?
Karel Luyben (1951) studeerde chemical engineering aan de TU Eindhoven. Daarna werkte hij als onderzoeker aan de Wageningen Universiteit en ook als contractonderzoeker bij Bayer in Duitsland en Cehave in Nederland.
In 1983 werd hij hoogleraar biokinetiek in Delft en in 1984 voorzitter van het Samenwerkingsverband Biotechnologie Delft-Leiden. Vanaf 1988 is hij hoogleraar bioprocestechnologie. In 1989 richtte hij met anderen  Bird Engineering op, een detacheringsbureau dat een brug wil slaan tussen academie en bedrijfsleven. Van 1993 tot 1999 was hij wetenschappelijk directeur van de Onderzoeksschool Biotechnological Sciences Delft-Leiden, de opvolger van het eerdere samenwerkingverband biotechnologie. In 1998 werd Luyben decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen waarbij hij inzette op kwaliteit van onderzoek en onderwijs en samenwerkingen binnen en buiten de universiteit. In 2008 kreeg hij een ‘lintje’ als officier in de orde van Oranje Nassau. Op 1 januari 2010 trad Luyben aan als rector magnificus van de TU in tijden van veranderende financieringen van hoger onderwijs en onderzoek, en van toenemende internationale samenwerking. 

“Hij klimt op een stoel om de lampjes te vervangen”, vertelt zijn secretaresse Anne Marie Terpstra (TNW). Luyben kruipt zelfs in gootsteenkastjes om kranen te repareren. “Als hier iets kapot is, repareert hij dat. Dat gaan we echt missen.”

“Overal waar vacatures vrijkomen, zet Luyben mensen neer die aantoonbaar beter zijn dan hun voorgangers”, stelt Jack Maat van de dienst elektronische en mechanische ontwikkeling. Maat verzorgt inzameling en revisie van oude TU-computers voor Afrika. Luyben nam daarvoor in 2006 contact met hem op. “Hij zorgt voor een vlucht voorwaarts”, vindt Jack Maat.
Prof.dr. Cees Dekker, hoogleraar bionanoscience, is opgevallen dat Luyben lange dagen maakt: “Ik krijg wel eens mailtjes van hem om vier uur ’s ochtends.” Dat zegt ook prof.dr. Rob Mudde, directeur onderwijs bij TNW en hoogleraar multiscale physics: “Je kunt hem om drie uur ’s nachts mailen en om vijf over drie een mail terug krijgen. Hij schijnt maar een paar uur per nacht te slapen.” Anne Marie Terpstra beaamt dat: “Mail lezen doet hij niet op kantoor, maar in de nachtelijke uren. Dat is wel bijzonder.”
Dineke Heersma, voorzitter van de ondernemingsraad (or), weet dat Luyben graag fietst. “Altijd. Hij is bijzonder eenvoudig.”
Bob Ursem, directeur van de Botanische Tuin, tot slot, bevestigt dat beeld: “Hij houdt niet van opsmuk en poespas. Hij is snel, kort en zeer doelgericht.”

Herinneringen
De mooiste herinnering van Bob Ursem aan Karel Luyben is nog steeds zijn aanstellingsgesprek, nu negen jaar geleden. “Hij bood me een jaarcontract aan en daarna een vast dienstverband. Dat leek me niks. Ik wilde vijf jaar of niks. Je hebt vijf jaar nodig: een jaar kijken, het tweede jaar plannen, het derde jaar waarmaken, het vierde jaar echt toetsen en het vijfde jaar kun je iemand de ruimte geven om fatsoenlijk te vertrekken, mocht het niet lukken. Dat vond Luyben wel humor. Ik vond het goed dat hij op zo’n manier kan onderhandelen. Die spirit herkenden we in elkaar. De speelsheid is altijd zo gebleven.”

Dineke Heersma had onder meer met Luyben te maken in het proces van de benoeming van de nieuwe rector. De or wordt namelijk gehoord door de vertrouwenscommissie.  “Af en toe laat Karel veel van zichzelf zien”, zegt ze. “Dat koester ik. Hij heeft normale menselijke emoties als het niet gaat zoals hij wil. Hij kan geraakt zijn. Een mooi moment was toen hij tot rector werd benoemd. Zijn blijdschap kwam uit zijn tenen. Hij kwam bij de vertrouwenscommissie binnen en ik zei alleen maar: ‘En? Ben je blij?’ Hij pakte me beet, kneep me en zei: ‘Ja, ik ben blij!’

Jack Maat kent Luyben als een toegankelijk bestuurder: “Op elk moment van de dag kan hij binnen komen met een vraag, als hij met een computerprobleem zit bijvoorbeeld. Maar hij lost dergelijke problemen uiteindelijk zelf op. Zo gaaf is dat, dat een bestuurder zelf met opgestroopte mouwen gaat sleutelen. Zijn opgroeiende knul van zeventien werkt bij mij. Ik heb ook een zoon van zeventien. We hebben het wel eens over hoe het met onze jongens gaat op school. Het is met die kinderen niet altijd rozengeur en maneschijn.”

Luyben als leider
“Luyben staat open voor input van alle kanten. Je kunt het met hem eens zijn of niet, maar je weet wat je aan hem hebt”, zegt Cees Dekker die met Luybens steun de nieuwe afdeling bionanoscience heeft opgezet. “Luyben denkt op een verstandige manier mee”, vindt hij.

“Trefwoorden voor zijn leiderschapsstijl zijn: zeer betrokken, opererend vanuit de basis, vertrouwen, open agenda”, vindt Rob Mudde. “Ik denk niet dat hij een verborgen agenda heeft. Binnen zijn eigen faculteit in ieder geval niet. Alles komt op tafel. Hij wil kijken wat het beste is. Hij heeft een fenomenaal geheugen. Een enorme dossierkennis ook. Dingen die hij tot zich heeft genomen, kan hij heel lang bij zich houden, dus elke positieve kant heeft een negatieve. Verder vind ik hem in zijn stijl een heel energieke man. Dat straalt af en is ontzettend motiverend. Dat verwacht hij ook van mensen met wie hij werkt. Ik heb wel eens tegen hem gezegd: als ik bij je kom, ga ik weg met tweemaal zoveel werk en viermaal zo veel energie.”
Luyben zet je op scherp, vindt Jack Maat: “Vergaderingen met hem zijn altijd levendig, je zit altijd op het puntje van je stoel. Je bent continu scherp, want je weet dat hij je iets gaat vragen waardoor je een waardevolle bijdrage kunt leveren. Hij weet mensen goed te motiveren. Vraag me niet hoe hij het heeft geflikt, maar bij TNW heerst een Formule-1-gevoel. Luyben zet de juiste mensen op exact de juiste plek. Iedereen kent zijn taak. Gezamenlijk zetten we prestaties van formaat neer.”

Toch ziet Dineke Heersma ook gevaren in Luybens confronterende stijl: “Ik denk dat zijn stijl voor bescheiden mensen heel moeilijk is. Zij moeten stevig in hun schoenen staan om met hem te onderhandelen. Hij heeft een goede dossierkennis en een enorme kracht, dat kan wel eens bedreigend zijn voor mensen. In een or-vergadering zei ik iets waarbij ik hem afviel. Na afloop stierde hij zo de zaal in naar mij en wilde weten wat ik bedoeld had. Hij ging er vol in. Je kunt nooit zomaar iets zeggen. Mijn persoonlijke mening is: hij kan uitstekend communiceren. Je moet daarbij goed opletten, want hij zegt wel wat hij wil.”

Bob Ursem ziet in de nieuwe rector een doortastend, doelgericht iemand met goede visie, enorm enthousiasme en inzet. Ook Dekker noemt hem visionair: “Hij weet nieuwe fondsen binnen te halen.” Heersma zegt: “Hij is eigenwijs en wil alles weten.” Jack Maat: “Hij bemoeit zich met van alles tot in detail. Dat verwacht je niet van een bestuurder.” “Hij barst van de dadendrang”, zegt Rob Mudde. “Hij wil ontzettend graag dingen doen. Maar soms geldt wel de ingenieurswijsheid: If it ain’t broken, don’t fix it. Of, zoals Vincent Icke ooit zei: ‘We hebben dit kapot verbeterd.’ Luyben verbetert graag dingen. Hij ziet daar altijd mogelijkheden toe.”

“Soms is hij te eigenwijs”, vindt Heersma. “Daardoor kan hij zijn doel voorbijschieten, want hij creëert zo geen draagvlak. Je krijgt dan alleen maar irritaties. Dat is zonde, want volgens mij staat de TU bij hem voorop.”
Bob Ursem schetst een soortgelijk beeld: “Hij kan zijn ambities te enthousiast neerleggen, waardoor hij het doel soms niet haalt, wat je van te voren had kunnen bedenken. Het is een gevoel van inschatting dat te veel gericht is op de wens en dat de realiteit overstijgt.
Te enthousiast, zeg maar.”

Authentiek
Hebben de betrokkenen nog goede raad voor de nieuwe rector? Ursem: “Hij riskeert zichzelf voorbij te lopen. Hij gaat honderd procent voor zijn werk, maar hij vergeet zijn eigen leven. Tot nu toe gaat dat goed, maar het is een potentieel gevaar.”
“Zorg ervoor dat je je TNW-manier van denken een beetje loslaat en omschakelt naar TU- en 3TU-niveau”, raadt Jack Maat aan. Maar Cees Dekker zegt juist: “Hij moet TNW niet verwaarlozen. Ik denk dat er een vooroordeel zal heersen. Mensen zullen denken, aha dus dit is de nieuwe TNW-decaan, die zal TNW wel bevoordelen. Ik denk dat hij dat absoluut niet zal doen. De kans bestaat dat hij te zwaar aanzet om dat vooroordeel tegen te gaan. Dat moet hij niet doen. TNW verkeert in zwaar weer. De laatste begroting is dramatisch.”
“Schoenmaker, hou je bij je leest”, zegt Dineke Heersma. “Hoe slim je ook op veel gebieden bent: creëer niet je eigen valkuil.”
“Hij is authentiek”, vindt Rob Mudde. Anne Marie Terpstra vindt dat ook: “Hij moet gewoon zichzelf blijven. Niks veranderen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.