Campus

Wroeten in de mondiale stad

Saskia Sassen, hoogleraar sociologie aan de universiteit van Chicago, ontving vorige week een eredoctoraat van de TU Delft. Ze heeft een passie om nauwkeurig in kaart te brengen hoe globalisering grote steden raakt.

Er waart een tornado over de wereld: economische globalisering. Sinds het einde van de Koude Oorlog verovert de vrije markt land na land. Een onafwendbare ontwikkeling, waar veel landen sterk van zullen profiteren als ze maar hun kansen zien en grijpen. Beweren de voorstanders. Nee, het is een slinkse ‘Amerikanisering’ van de wereldeconomie, een dog-eat-dog-kapitalisme waarbij alles ondergeschikt wordt gemaakt aan de hebzucht van een steeds meer macht naar zich toetrekkende financieel-economische elite. Protesteren de tegenstanders.

Saskia Sassen mijdt zulke sweeping statements. Haar onderzoek is precies, gedetailleerd. Maar dat maakt sommige van haar conclusies niet minder verontrustend.

De antiglobaliseringsbeweging wordt soms wereldvreemdheid en demagogie verweten. Terecht?

,,Die beweging is een bonte mix van politieke standpunten. De mate waarin men begrijpt wat economische globalisering nu precies is, loopt erg uiteen.”

Voor veel antiglobalisten is de motor achter globalisering een neoliberale ideologie: het ’turbokapitalisme’ dat vooral multinationals, financiële markten en grote investeerders bevoordeelt. Is dat te simplistisch?

,,Ja. Er zijn vele vormen van globalisering. Naast de elektronische financiële netwerken heb je bijvoorbeeld de elektronische netwerken van politieke activisten. Allebei globaal, maar inhoudelijk zeer verschillend. Daarom spreekt de term andersglobalisme me meer aan.

Sommige antiglobalisten zijn nationalistisch: ze willen de economie van hun eigen land afschermen. Daar geloof ik niet in: ik denk juist dat natiestaten nog te sterk gericht zijn op het eigenbelang. De natiestaat vormt ook geen garantie voor sociale rechtvaardigheid.”

Zijn antiglobalisten dan paniekzaaiers?

,,Nee, dat is te simpel. Er is de afgelopen vijftien jaar aan een nieuw machtssysteem gebouwd, waarbij machtsmisbruik binnen de grenzen van de wet heel gewoon is. Denk aan de export van hier allang verboden pesticiden naar ontwikkelingslanden.

Dat is de kant die het neoliberalisme in grote delen van de wereld is uitgegaan.

De staat heeft daar gefaald. In veel landen heerst nu de opvatting dat de staat als een bedrijf moet zijn % lean and mean % en dat het publieke belang het beste is gediend met overheveling van macht naar de markt. Het is waar, de markt schept banen, maar we zien ook de keerzijde: een markt die steeds minder gereguleerd wordt, schept sociale ongelijkheid.”

Volgens uw analyse nemen ruwweg veertig ‘mondiale steden’ een sleutelpositie in binnen de globale economie: internationale financiële centra als Londen, New York, Tokio, Parijs en Frankfort, en wat lager op de lijst ook Aziatische en Latijns-Amerikaanse steden. Multinationals vestigen hun hoofdkantoren het liefst in zulke mondiale steden, wat weer innovatieve dienstverleners aantrekt. Is het een zegen of een vloek voor een stad om een global city te zijn?

,,De mondiale stad kent winnaars en verliezers. De winnaars zijn de hoog opgeleide professionals, en de mensen die aan deze groep dure huisvesting, exclusieve kleding, designmeubelen enzovoorts leveren. Maar de mondiale stad produceert ook heel veel ‘flexibele’ lagelonenbaantjes. Ook in een grotendeels gedigitaliseerde stad bestaat een grote vraag naar mensen die het laagbetaalde werk willen doen: kinderoppas, reparateur, timmerman, schoonmaker. Dat speelt een belangrijke rol bij de toestroom van immigranten.”

En de middenklasse?

,,Voor de middenklasse genereert de mondiale stad nauwelijks banen. Bovendien is het aantal hoogbetaalde professionals groot genoeg om de prijzen van bijvoorbeeld huizen zo omhoog te jagen, dat een groot gedeelte van de middenklasse de stad verlaat. De middenklasse die in de stad blijft, verliest langzaam terrein, wordt verbannen uit de betere wijken.

Natuurlijk hebben steden altijd sociale ongelijkheid gekend. Maar als die ongelijkheid te groot wordt, loopt de sociale cohesie van een stad schade op. Dan kun je je afvragen: wat is er gebeurd met de civitas, het gemeenschapsgevoel?”

Is die ontwikkeling onomkeerbaar?

,,Als sociaal wetenschapper denk ik dat niets eeuwig blijft bestaan % behalve de katholieke kerk natuurlijk (lacht). Ik wil de negatieve effecten van economische globalisering niet als een soort onafwendbaar natuurverschijnsel afschilderen. Bovendien heeft elk land weer zijn eigen variant van het kapitalisme, waardoor de globalisering als het ware wordt gefilterd.

Markteconomieën zijn niet per se slecht. Wel slecht is een kapitalistische economie zonder regels, of een kapitalistische economie waar de regelgeving uitsluitend de belangen dient van de winnaars. Dat laatste hebben we in de Verenigde Staten. Dat is vreselijk.”

Hebben regeringen nog voldoende macht om het ’turbokapitalisme’ van zijn scherpste kantjes te ontdoen?

,,De macht van regeringen is veranderd, maar ze hebben niet alle macht verloren. Vergis je niet: globale bedrijven hebben een netwerk van steden nodig. Daar kan een mondiale stad gebruik van maken tijdens het onderhandelen, door tijdelijke allianties met andere steden af te sluiten. Nu zijn ze vaak te gefixeerd op de competitie met een andere grote stad.

De mondiale steden bijvoorbeeld hebben bestuurders nodig die de kansen van de globalisering onderkennen, en tegelijkertijd een balans kunnen scheppen tussen de macht van grote bedrijven en de rechten van kwetsbare groepen. ”

Amsterdam staat ook in de toptien van mondiale steden, las ik.

,,Tegenwoordig denk ik dat we de Randstad als één mondiale stad moeten zien.”

De ene mondiale stad is de andere niet, natuurlijk.

,,Klopt. In de weken na 11 september vroegen journalisten me vaak of Londen nu New York zou gaan opvolgen als het financiële centrum van de wereld. Dat heb ik nooit geloofd. Londen en New York zijn de twee belangrijkste internationale steden, maar ze zijn erg verschillend. Londen is echt ‘gedenationaliseerd’: everybody’s there, allemaal verschillende financiële culturen. New York is vooral internationaal vanwege de global power van de Amerikaanse firma’s daar. Dat is iets heel anders.”

Wat is er eigenlijk zo nieuw aan economische globalisering?

,,Als je kijkt naar de geschiedenis van het kapitalisme, dan zie je dat landen als Nederland, Spanje en Frankrijk een koloniaal rijk nodig hadden om hun nationale kapitalisme op te bouwen. Het idee dat landen opeens veel internationaler en dus meer van elkaar afhankelijk zijn geworden zijn is onjuist.

De grote verandering van de globalisering zit ‘m in iets anders: nadat eeuwenlang zaken als gezag, veiligheid, territorium, bescherming en identiteit nauw samenhingen met de begrenzing van de natiestaat, zie je nu een gedeeltelijke ‘denationalisering’. Dat kan globaal zijn % de Wereld Handelsorganisatie, het Internationaal Gerechtshof – maar soms ook juist lokaal: een groep milieu- of mensenrechtenactivisten die internationale steun vragen voor hun zaak, bijvoorbeeld.

Globalisering is geen sciencefictionscenario, waarbij we allemaal als willoze robots dezelfde kant ophobbelen. Hetis veel complexer, veel chaotischer.”

U lijkt niet pessimistisch.

,,Dat ben ik ook niet. De uitkomst van globalisering wordt deels bepaald door de manier waarop landen erop reageren. Neem Zuid-Korea: dat dwong het Internationaal Monetair Fonds (IMF) keer op keer de onderhandelingen over af te lossen schulden te heropenen. Terwijl een land als Argentinië een houding aannam van: neem het maar allemaal.”

Uw boeken zijn tamelijk succesvol, maar u schrijft voor een select publiek. Zou u een grotere groep lezers willen bereiken?

,,Nee. Ik wil een bijdrage leveren aan bepaalde politieke en wetenschappelijke debatten, invloed uitoefenen op mensen die zich intensief met deze zaken bezig houden. Het gaat me er niet om zoveel mogelijk boeken te verkopen.”

Maar globalisering is toch een onderwerp dat veel mensen raakt?

,,Niet op de manier waarop ik erover schrijf. My books are boring.”

Dat meent u niet.

,,Jawel. Als onderzoeker wil ik tot in detail weten wat er gebeurt als globalisering een gemeenschap als een stad raakt. Dus ik graaf en ik wroet en ik graaf… De gemiddelde lezer zou er doodmoe van worden. Maar zo kan ik iets nieuws ontdekken, en dan de vraag stellen: wat gebeurt hier precies? Mijn lezers zijn net zo. Ik leg dingen voor ze bloot, geef ze gereedschap. Het is de voorhoede van het onderzoek naar globalisering.

Mijn echtgenoot (de socioloog Richard Sennett – JP) schrijft heel anders. Het is een genoegen om zijn werk te lezen. Maar ik ben tevreden met mijn eigen manier van werken. Sterker nog: als Richard een passage in een boek van mij heeft herschreven, is mijn reactie vaak: nee, nee, ik wil al die details er in houden!”

WIE IS SASKIA SASSEN?

Sassen, als gasthoogleraar verbonden aan de London School of Economics, is geen onbekende voor de TU Delft. Op haar cv prijkt het lidmaatschap van de adviesraad van het internationale Ibis-onderzoeksprogramma van de faculteit Bouwkunde. Sassen is professor urbane planning geweest aan de Columbia University in New York.

In boeken als ‘The global city’ (1991: twee jaar geleden verscheen een geactualiseerde herdruk) en ‘Cities in a world economy’ (1994) analyseert de Amerikaanse hoogleraar de nieuwe rol van wereldsteden. Steden als Londen en Amsterdam blijken een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit te oefenen op de centrale kantoren van multinationals en op hoogstaande, innovatieve dienstverlening, met name op het gebied van financiën. In een periode waarin natiestaten macht inleveren, winnen deze steden juist aan belang. Tegelijkertijd kan de middenklasse zich de omhooggeschoten prijzen in de stad niet meer veroorloven en trekt weg, zodat de kloof tussen hoogbetaalde kenniswerkers en al dan niet illegale blue collar workers zich verdiept.

De essaybundel ‘Globalization and its discontents’ (1998) roept ongemakkelijke vragen op over het verschuiven van macht binnen de nieuwe wereldeconomie, maar is genuanceerder dan veel andere spraakmakende boeken over dit onderwerp. In ‘Guests and Aliens’ (1999) tracht Sassen een aantal negatieve mythes over immigratie door te prikken. Haar nieuwe boek heeft als thema ‘denationalisatie’.

De levensloop van Saskia Sassen past wel bij iemand die als econoom en socioloog de globalisering onder de loep legt. Sassen werd in 1949 geboren in Den Haag, maar een jaar later verhuisden haar ouders naar Argentinië. Ze bracht ook een groot deel van haar jeugd door in Italië. ,,Ik ben in vijf talen grootgebracht. Mijn ouders leidden een tamelijk nomadisch bestaan, net als ik nu.”

Voor de Social Science Research Council heeft Sassen zich recentelijk bezig gehouden met onderzoek dat sociale wetenschappers kunnen doen naar (digitale) technologie. ,,Ik heb informatici en sociale wetenschappers bijeen gebracht. Het is belangrijk om cliché’s als ‘deze technologie zal alles veranderen’ te vermijden.”

Sassen is getrouwd met de bekende Amerikaanse socioloog Richard Sennett.

Er waart een tornado over de wereld: economische globalisering. Sinds het einde van de Koude Oorlog verovert de vrije markt land na land. Een onafwendbare ontwikkeling, waar veel landen sterk van zullen profiteren als ze maar hun kansen zien en grijpen. Beweren de voorstanders. Nee, het is een slinkse ‘Amerikanisering’ van de wereldeconomie, een dog-eat-dog-kapitalisme waarbij alles ondergeschikt wordt gemaakt aan de hebzucht van een steeds meer macht naar zich toetrekkende financieel-economische elite. Protesteren de tegenstanders.

Saskia Sassen mijdt zulke sweeping statements. Haar onderzoek is precies, gedetailleerd. Maar dat maakt sommige van haar conclusies niet minder verontrustend.

De antiglobaliseringsbeweging wordt soms wereldvreemdheid en demagogie verweten. Terecht?

,,Die beweging is een bonte mix van politieke standpunten. De mate waarin men begrijpt wat economische globalisering nu precies is, loopt erg uiteen.”

Voor veel antiglobalisten is de motor achter globalisering een neoliberale ideologie: het ’turbokapitalisme’ dat vooral multinationals, financiële markten en grote investeerders bevoordeelt. Is dat te simplistisch?

,,Ja. Er zijn vele vormen van globalisering. Naast de elektronische financiële netwerken heb je bijvoorbeeld de elektronische netwerken van politieke activisten. Allebei globaal, maar inhoudelijk zeer verschillend. Daarom spreekt de term andersglobalisme me meer aan.

Sommige antiglobalisten zijn nationalistisch: ze willen de economie van hun eigen land afschermen. Daar geloof ik niet in: ik denk juist dat natiestaten nog te sterk gericht zijn op het eigenbelang. De natiestaat vormt ook geen garantie voor sociale rechtvaardigheid.”

Zijn antiglobalisten dan paniekzaaiers?

,,Nee, dat is te simpel. Er is de afgelopen vijftien jaar aan een nieuw machtssysteem gebouwd, waarbij machtsmisbruik binnen de grenzen van de wet heel gewoon is. Denk aan de export van hier allang verboden pesticiden naar ontwikkelingslanden.

Dat is de kant die het neoliberalisme in grote delen van de wereld is uitgegaan.

De staat heeft daar gefaald. In veel landen heerst nu de opvatting dat de staat als een bedrijf moet zijn % lean and mean % en dat het publieke belang het beste is gediend met overheveling van macht naar de markt. Het is waar, de markt schept banen, maar we zien ook de keerzijde: een markt die steeds minder gereguleerd wordt, schept sociale ongelijkheid.”

Volgens uw analyse nemen ruwweg veertig ‘mondiale steden’ een sleutelpositie in binnen de globale economie: internationale financiële centra als Londen, New York, Tokio, Parijs en Frankfort, en wat lager op de lijst ook Aziatische en Latijns-Amerikaanse steden. Multinationals vestigen hun hoofdkantoren het liefst in zulke mondiale steden, wat weer innovatieve dienstverleners aantrekt. Is het een zegen of een vloek voor een stad om een global city te zijn?

,,De mondiale stad kent winnaars en verliezers. De winnaars zijn de hoog opgeleide professionals, en de mensen die aan deze groep dure huisvesting, exclusieve kleding, designmeubelen enzovoorts leveren. Maar de mondiale stad produceert ook heel veel ‘flexibele’ lagelonenbaantjes. Ook in een grotendeels gedigitaliseerde stad bestaat een grote vraag naar mensen die het laagbetaalde werk willen doen: kinderoppas, reparateur, timmerman, schoonmaker. Dat speelt een belangrijke rol bij de toestroom van immigranten.”

En de middenklasse?

,,Voor de middenklasse genereert de mondiale stad nauwelijks banen. Bovendien is het aantal hoogbetaalde professionals groot genoeg om de prijzen van bijvoorbeeld huizen zo omhoog te jagen, dat een groot gedeelte van de middenklasse de stad verlaat. De middenklasse die in de stad blijft, verliest langzaam terrein, wordt verbannen uit de betere wijken.

Natuurlijk hebben steden altijd sociale ongelijkheid gekend. Maar als die ongelijkheid te groot wordt, loopt de sociale cohesie van een stad schade op. Dan kun je je afvragen: wat is er gebeurd met de civitas, het gemeenschapsgevoel?”

Is die ontwikkeling onomkeerbaar?

,,Als sociaal wetenschapper denk ik dat niets eeuwig blijft bestaan % behalve de katholieke kerk natuurlijk (lacht). Ik wil de negatieve effecten van economische globalisering niet als een soort onafwendbaar natuurverschijnsel afschilderen. Bovendien heeft elk land weer zijn eigen variant van het kapitalisme, waardoor de globalisering als het ware wordt gefilterd.

Markteconomieën zijn niet per se slecht. Wel slecht is een kapitalistische economie zonder regels, of een kapitalistische economie waar de regelgeving uitsluitend de belangen dient van de winnaars. Dat laatste hebben we in de Verenigde Staten. Dat is vreselijk.”

Hebben regeringen nog voldoende macht om het ’turbokapitalisme’ van zijn scherpste kantjes te ontdoen?

,,De macht van regeringen is veranderd, maar ze hebben niet alle macht verloren. Vergis je niet: globale bedrijven hebben een netwerk van steden nodig. Daar kan een mondiale stad gebruik van maken tijdens het onderhandelen, door tijdelijke allianties met andere steden af te sluiten. Nu zijn ze vaak te gefixeerd op de competitie met een andere grote stad.

De mondiale steden bijvoorbeeld hebben bestuurders nodig die de kansen van de globalisering onderkennen, en tegelijkertijd een balans kunnen scheppen tussen de macht van grote bedrijven en de rechten van kwetsbare groepen. ”

Amsterdam staat ook in de toptien van mondiale steden, las ik.

,,Tegenwoordig denk ik dat we de Randstad als één mondiale stad moeten zien.”

De ene mondiale stad is de andere niet, natuurlijk.

,,Klopt. In de weken na 11 september vroegen journalisten me vaak of Londen nu New York zou gaan opvolgen als het financiële centrum van de wereld. Dat heb ik nooit geloofd. Londen en New York zijn de twee belangrijkste internationale steden, maar ze zijn erg verschillend. Londen is echt ‘gedenationaliseerd’: everybody’s there, allemaal verschillende financiële culturen. New York is vooral internationaal vanwege de global power van de Amerikaanse firma’s daar. Dat is iets heel anders.”

Wat is er eigenlijk zo nieuw aan economische globalisering?

,,Als je kijkt naar de geschiedenis van het kapitalisme, dan zie je dat landen als Nederland, Spanje en Frankrijk een koloniaal rijk nodig hadden om hun nationale kapitalisme op te bouwen. Het idee dat landen opeens veel internationaler en dus meer van elkaar afhankelijk zijn geworden zijn is onjuist.

De grote verandering van de globalisering zit ‘m in iets anders: nadat eeuwenlang zaken als gezag, veiligheid, territorium, bescherming en identiteit nauw samenhingen met de begrenzing van de natiestaat, zie je nu een gedeeltelijke ‘denationalisering’. Dat kan globaal zijn % de Wereld Handelsorganisatie, het Internationaal Gerechtshof – maar soms ook juist lokaal: een groep milieu- of mensenrechtenactivisten die internationale steun vragen voor hun zaak, bijvoorbeeld.

Globalisering is geen sciencefictionscenario, waarbij we allemaal als willoze robots dezelfde kant ophobbelen. Hetis veel complexer, veel chaotischer.”

U lijkt niet pessimistisch.

,,Dat ben ik ook niet. De uitkomst van globalisering wordt deels bepaald door de manier waarop landen erop reageren. Neem Zuid-Korea: dat dwong het Internationaal Monetair Fonds (IMF) keer op keer de onderhandelingen over af te lossen schulden te heropenen. Terwijl een land als Argentinië een houding aannam van: neem het maar allemaal.”

Uw boeken zijn tamelijk succesvol, maar u schrijft voor een select publiek. Zou u een grotere groep lezers willen bereiken?

,,Nee. Ik wil een bijdrage leveren aan bepaalde politieke en wetenschappelijke debatten, invloed uitoefenen op mensen die zich intensief met deze zaken bezig houden. Het gaat me er niet om zoveel mogelijk boeken te verkopen.”

Maar globalisering is toch een onderwerp dat veel mensen raakt?

,,Niet op de manier waarop ik erover schrijf. My books are boring.”

Dat meent u niet.

,,Jawel. Als onderzoeker wil ik tot in detail weten wat er gebeurt als globalisering een gemeenschap als een stad raakt. Dus ik graaf en ik wroet en ik graaf… De gemiddelde lezer zou er doodmoe van worden. Maar zo kan ik iets nieuws ontdekken, en dan de vraag stellen: wat gebeurt hier precies? Mijn lezers zijn net zo. Ik leg dingen voor ze bloot, geef ze gereedschap. Het is de voorhoede van het onderzoek naar globalisering.

Mijn echtgenoot (de socioloog Richard Sennett – JP) schrijft heel anders. Het is een genoegen om zijn werk te lezen. Maar ik ben tevreden met mijn eigen manier van werken. Sterker nog: als Richard een passage in een boek van mij heeft herschreven, is mijn reactie vaak: nee, nee, ik wil al die details er in houden!”

WIE IS SASKIA SASSEN?

Sassen, als gasthoogleraar verbonden aan de London School of Economics, is geen onbekende voor de TU Delft. Op haar cv prijkt het lidmaatschap van de adviesraad van het internationale Ibis-onderzoeksprogramma van de faculteit Bouwkunde. Sassen is professor urbane planning geweest aan de Columbia University in New York.

In boeken als ‘The global city’ (1991: twee jaar geleden verscheen een geactualiseerde herdruk) en ‘Cities in a world economy’ (1994) analyseert de Amerikaanse hoogleraar de nieuwe rol van wereldsteden. Steden als Londen en Amsterdam blijken een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit te oefenen op de centrale kantoren van multinationals en op hoogstaande, innovatieve dienstverlening, met name op het gebied van financiën. In een periode waarin natiestaten macht inleveren, winnen deze steden juist aan belang. Tegelijkertijd kan de middenklasse zich de omhooggeschoten prijzen in de stad niet meer veroorloven en trekt weg, zodat de kloof tussen hoogbetaalde kenniswerkers en al dan niet illegale blue collar workers zich verdiept.

De essaybundel ‘Globalization and its discontents’ (1998) roept ongemakkelijke vragen op over het verschuiven van macht binnen de nieuwe wereldeconomie, maar is genuanceerder dan veel andere spraakmakende boeken over dit onderwerp. In ‘Guests and Aliens’ (1999) tracht Sassen een aantal negatieve mythes over immigratie door te prikken. Haar nieuwe boek heeft als thema ‘denationalisatie’.

De levensloop van Saskia Sassen past wel bij iemand die als econoom en socioloog de globalisering onder de loep legt. Sassen werd in 1949 geboren in Den Haag, maar een jaar later verhuisden haar ouders naar Argentinië. Ze bracht ook een groot deel van haar jeugd door in Italië. ,,Ik ben in vijf talen grootgebracht. Mijn ouders leidden een tamelijk nomadisch bestaan, net als ik nu.”

Voor de Social Science Research Council heeft Sassen zich recentelijk bezig gehouden met onderzoek dat sociale wetenschappers kunnen doen naar (digitale) technologie. ,,Ik heb informatici en sociale wetenschappers bijeen gebracht. Het is belangrijk om cliché’s als ‘deze technologie zal alles veranderen’ te vermijden.”

Sassen is getrouwd met de bekende Amerikaanse socioloog Richard Sennett.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.