Campus

Wie let er straks op de boeken?

Hij is de laatste informatiespecialist die zich fulltime ontfermt over de papieren collectie van de TU en hij gaat deze week met pensioen: Ad Bercht. Delta sprak hem op een van zijn laatste werkdagen.

U bent informatiespecialist. Wat houdt dat in?

“Een informatiespecialist zorgt voor alles wat met informatie te maken heeft: de aanschaf, het ontsluiten maar ook de toegankelijkheid van bijvoorbeeld elektronische boeken. Ik koop boeken, zorg ervoor dat ze de juiste code krijgen, door onder meer het lezen van de flaptekst, en zorg dat ze uiteindelijk op de goede plek in de kast komen. Daarnaast geef ik informatieonderwijs, dat onder andere gaat over zoeken naar informatie, de opslag daarvan en het weer terug kunnen vinden.Ik werk vooral voor de collecties van de bibliotheek van Bouwkunde en de centrale bibliotheek. Ik heb kunst en kunstgeschiedenis gestudeerd en vind architectuur interessant. En het omgaan met boeken vind ik leuk.” 


U hebt hier 20 jaar gewerkt. Wat is er in die tijd veranderd?

“Ontzettend veel. Eerst had elke faculteit zijn eigen informatiespecialist. Door bezuinigingen, organisatorische en beleidsveranderingen verdwenen de facultaire bibliotheken en kregen de informatiespecialisten andere taken. Alleen Bouwkunde heeft nog een eigen bibliotheek. Nu zijn we voor alle collecties samen nog met zijn drieën verantwoordelijk. Ik ben daarvan de enige informatiespecialist die zich vooral bezighoudt met het papieren deel.  Mijn taken worden verdeeld over verschillende collega’s.”


“Vroeger kregen we zichtzendingen van boeken, dan kon je zien welke boeken de moeite waard waren om aan te schaffen en op welke plek die dan hoorden te komen. In plaats daarvan doen medewerkers en studenten nu aanschafsuggesties, vooral bij Bouwkunde. Daar leeft het papier in de bibliotheek sowieso veel meer dan bij de centrale bibliotheek. De grote boekenwand in deze centrale vestiging kan overigens wel wat opleving gebruiken, nu zijn daar niet veel mensen te zien. Dit kan mijns inziens door hier bijvoorbeeld ook erfgoed uit te stallen.” 


Prefereert u papier boven digitaal?

“Natuurlijk heeft het voordelen om informatie digitaal aan te bieden, bijvoorbeeld een gebouw in VR waar je echt in kunt duiken. En projecten als repository zijn natuurlijk mooi omdat je online alles bij elkaar kunt brengen. Toch merk ik dat vooral Bouwkunde-studenten nog de voorkeur geven aan boeken: als zij een specifiek boek zoeken, zien ze ook andere boeken in de kast die misschien veel geschikter zijn voor hun onderzoek en gaan ze daar uiteindelijk mee naar huis. Dat zal bij een e-book niet snel gebeuren.


Wat zult u nooit vergeten? 

“De brand bij Bouwkunde. Die had een enorme impact. Het zag er even naar uit dat de bibliotheek verloren was, maar die is uiteindelijk gespaard. Dat komt doordat de uitbouw waarin de boeken stonden goed is nat gehouden. Maar het magazijn eronder, met boeken en tijdschriften, stond wel onder water. De documenten hieruit zijn vervolgens bij de documentenwacht ondergebracht. Het unieke materiaal is gerestaureerd en bijna helemaal gedigitaliseerd. Nu kunnen we de brand echt achter ons laten.”  


Waar bent u trots op?

“Een leuk project vond ik het repository over koloniale architectuur waar ik aan mee heb geholpen. Een repository over de architectuur en stedenbouw in, in eerste instantie, Nederlandse kolonies zoals het huidige Indonesië. Boeken, tijdschriften, foto’s, video’s: we hadden een hele inventaris samen gesteld die nu open access toegankelijk is en aangevuld kan worden.”  (bekijk het hier, red.)


“Daarnaast ben ik trots op de collectie van de Van Eesteren-Fluck & Van Lohuizen stichting (EFL) die we in ons bezit hebben. Zij waren belangrijke stedenbouwkundigen die aan de TH hebben gestudeerd en gewerkt. De stichting had een eigen bibliotheek, waar wel geld voor was maar geen plek. Wij konden die bibliotheek goed onderdak bieden. Momenteel wordt er gewerkt aan een overzicht van voor de EFL-collectie relevante inaugurele redes, wat meteen ook een mooi overzicht oplevert van hoogleraren en  leerstoelen. Hoewel ik me daar nog wel verantwoordelijk voor voel, weet ik dat dit nu in goede handen is.” 


Wat gaat u nu doen?

“Ik heb kunstgeschiedenis gestudeerd in Utrecht en was daarvoor beeldend kunstenaar. Dit ga ik nu weer oppakken: ik wil veel musea bezoeken en mijn tekenen professionaliseren. Mijn collega’s zal ik wel missen, maar het is tijd voor andere dingen!”


Roos van Tongeren / Redacteur

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.