Campus

Wethouder wil kloof tussen studenten en inwoners dichten

Bas Vollebregt is sinds juni dit jaar namens Stip wethouder in Delft. Wat wil deze TU-alumnus de komende jaren bereiken?

Bas Vollebregt: “Ik wil van Delft een cultureel aantrekkelijke stad maken.” (Foto: Gemeente Delft)

  • Naam: Bas Vollebregt
  • Functie: Wethouder voor Stip in Delft
  • Leeftijd: 28 (Tiel, 11-03-1991)
  • Studie: Technische bestuurskunde (bachelor) en systems engineering, policy analysis en management (master) aan de TU Delft
  • Vereniging: Virgiel
  • Ervaring: Bestuurslid van de Delftse studentenvakbond VSSD, technisch vergaderleider bij de studentenraad, coach bij de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en commissie- en gemeenteraadslid voor Studenten Techniek in Politiek (Stip).


Bas Vollebregt studeerde in 2016 af aan de TU Delft. Met zijn masterdiploma op zak rondde hij begin dit jaar een traineeship af bij netwerkbeheerder Alliander. Stip, de gemeenteraadspartij waar hij tijdens zijn studie al actief was, droeg hem na de gemeenteraadsverkiezingen afgelopen maart voor als wethouder. Een gesprek over zijn werk, de relatie tussen studenten en niet-studenten en voetbal.


Op welke onderwerpen richt u zich als wethouder?

“In mijn portefeuille zitten economie, cultuur, grondzaken en vastgoed en vergunningen. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor twee stadsgebieden: de binnenstad en het gebied rondom de campus. Ik zie daarin een mooie samenhang. Economie, vastgoed en cultuur hebben een belangrijke connectie met de binnenstad. En het gebied rondom de campus is voor de Delftse economie zeer belangrijk.”


Uit welke van uw verantwoordelijkheden haalt u de meeste voldoening?

“Oei, het is gevaarlijk om er één uit te lichten. Wat ik vooral leuk vind is de diversiteit. Vanuit economisch oogpunt hou ik mij bezig met bedrijfs- en kennisontwikkeling. Hoe halen we bedrijven naar Delft, hoe ondersteunen we bestaande ondernemingen en hoe helpen we via YesDelft en soortgelijke initiatieven start-ups groeien? De kracht van Delft is talent, maar het moet ook een aantrekkelijke, levendige stad zijn om in te wonen. Hiervoor ben ik bezig vanuit de portefeuille cultuur. Cultuur is een belangrijke verbindende factor voor bewoners en bedrijven in de hele stad.”


Wat wilt u de komende vier jaar bereiken?

“Persoonlijke ontwikkeling is één van de redenen waarom ik deze baan koos, maar belangrijker vind ik het om iets te kunnen bijdragen aan Delft. We willen tienduizend banen creëren voor 2040, daarmee kunnen we ontzettend veel mensen helpen. Ook wil ik van Delft een cultureel aantrekkelijke stad maken. Cultuur zorgt dat Delft een fijne stad is om in te wonen, en daarnaast hoop ik dat cultuur helpt mensen samen te brengen. Er is soms nog steeds afstand tussen verschillende groepen in Delft: tussen bewoners in de binnenstad en de buitenwijken en tussen studenten en niet-studenten.”


‘Drink eens een kop koffie met je buren’


Hoe is het eigenlijk gesteld met de relatie tussen studenten en niet-studenten?

“Daar wordt veel over gesproken, maar in de praktijk gaat het goed zolang mensen met elkaar in overleg blijven. Onderhoud daarom contact via bijvoorbeeld een Whatsapp-groep of drink een kop koffie met je buren. Er zijn straten waar bewoners jaarlijks aan het begin van het studiejaar elkaars huizen bezoeken. Er zijn veel studenteninitiatieven die bijdragen aan de stad. Persoonlijk vind ik het mooi dat Studentvrijwilligerswerk Delft groeit. Ik ben zelf jarenlang actief geweest als begeleider op het Godfatherweekend waarin studenten van Virgiel op stap gaan met lichamelijk gehandicapten. Dat inspireerde me deels om politiek actief te worden.”


Hoe staat de Delftse economie ervoor en hoe wilt u deze de komende vier jaar versterken?

“Het imago van Delft is goed, we doen het steeds beter, vooral door kleine bedrijven te laten groeien in onze start-up programma’s. Wel moeten we meer ruimte creëren. Als een start-up groeit is het op dit moment lastig een bedrijfsruimte vinden.”


Naast het aantal bedrijven neemt de studentenpopulatie ieder jaar toe. Door woningschaarste is huisvesting voor vooral internationals moeilijk te vinden. Hoe kan Delft deze groei opvangen?

“Heel simpel:  door het creëren van extra woningen. Er staan al veel nieuwe woningen in de planning. Daar bovenop zijn we aan het kijken waar we extra studentenwoningen kunnen maken.”


Na uw studie werd u trainee bij netwerkbedrijf Alliander. Zag u dat als opstap voor een politieke carrière?

“Ik ging bij Alliander werken omdat ik duurzaamheid een belangrijk thema vind. Dat gevoel had ik al tijdens mijn studie. Ik zag mezelf echt een tijd bij Alliander werken. Totdat deze baan langskwam. Als wethouder kun je zoveel betekenen en impact hebben op een stad.”


Hebt u nog tijd voor andere dingen?  

“Ik heb altijd gevoetbald en dat wil ik weer gaan doen. Ook probeer ik af en toe gitaar te spelen. Ik vind het lekker om in het weekend door de binnenstad te lopen. En eerlijk, dat is een beetje een combinatie van werk en privé. Het is handig te horen wat er speelt in de binnenstad. Je bent 24 uur per dag wethouder, dat stopt niet.”


Er was veel kritiek op uw aanstelling: tegenstanders vonden u te jong en bekritiseerden uw gebrek aan ervaring. Hoe ging u daarmee om?

“Volgens mij is het belangrijk dat studenten via Stip plek hebben in de gemeenteraad. Het is goed om een divers stadsbestuur te hebben. Het bestuur moet een afspiegeling zijn van de stad. Ik geloof dat je met een diverse groep tot betere besluiten komt. We hebben nu een mooi gemixt college. Tegen iedereen die nu kritiek heeft kan ik enkel zeggen: reken me vooral af op mijn resultaten van de komende jaren. ”


Eerdere interviews met Stip-wethouders:


Nieuwsredacteur Marjolein van der Veldt

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

m.vanderveldt@tudelft.nl

Comments are closed.