Onderwijs

Wetenschappers steeds productiever

Nederlandse wetenschappers schrijven steeds meer artikelen. Tussen 2002 en 2010 groeide hun productie met de helft. Bovendien hebben ze naar verhouding veel invloed.


Het is al jaren een opvallende tegenstelling: Nederland investeert weinig in wetenschap, maar de prestaties van Nederlandse wetenschappers zijn uitstekend. Bijna drie procent van alle wetenschappelijke artikelen in de wereld is van Nederlanders. De afgelopen acht jaar groeide het aantal Nederlandse wetenschappelijke artikelen met maar liefst 57 procent.



Dat staat in een rapport met de nieuwste cijfers over wetenschap, technologie en innovatie. Staatssecretaris Zijlstra stuurde het gisteren naar de Tweede Kamer. Hij noemt de gegevens in het rapport “slechts één van de bronnen van informatie”, maar hij hoopt dat de kamerleden deze nieuwe gegevens kunnen gebruiken bij de discussies over het wetenschaps-, technologie- en innovatiebeleid.



Uit het rapport blijkt wel dat sommige landen Nederland voorbijstreven. Zo schoot de wetenschappelijke productie in China omhoog met 243 procent. De Verenigde Staten leveren nog altijd bijna een derde van alle publicaties wereldwijd, maar China staat intussen op de tweede plaats met 12,6 procent. Groot-Brittannië moet genoegen nemen met de derde plek.



Toch zijn wetenschappers in deze landen minder productief dan hun collega’s in Nederland. Per honderd onderzoekers verschijnen er hier jaarlijks zestig wetenschappelijke artikelen. Alleen in Zwitserland schrijven ze er meer: bijna negentig per jaar. In de Verenigde Staten zijn het er maar vijfentwintig.



Bovendien wordt er naar verhouding veel verwezen naar Nederlandse artikelen. Zulke ‘citaten’ zijn een maat voor de impact van wetenschap. Nederland scoort veertig procent boven het gemiddelde. Zwitserland en Denemarken doen het weliswaar nog iets beter, maar Nederland laat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië achter zich.

Het gaat om Robbert Dijkgraaf (fysicus en president van wetenschapsgenootschap KNAW), Joop Sistermans (voorheen van adviesraad AWT) en Fons van Wieringen (voorzitter van de Onderwijsraad). Ze gaan aan de slag voor het ministerie van OCW.

Omarmen
Afgelopen voorjaar omarmden studenten, universiteiten en hogescholen het rapport van de commissie-Veerman, ook al zou dat leiden tot een enorme verandering als de adviezen van de commissie allemaal zouden worden overgenomen. Ook het nieuwe kabinet wil ‘Veerman’ graag uitvoeren.

Investeringen
Veerman adviseerde over selectie in het hoger onderwijs en pleitte voor extra investeringen, maar hij vond ook dat instellingen zich moesten specialiseren om elkaar minder voor de voeten te lopen. Daar zou ook de overheid bij de bekostiging meer waarde aan moeten hechten.

Kwaliteitsbekostiging
Keer op keer zeggen politici dat ze kwaliteitsbekostiging in het hoger onderwijs willen invoeren, alleen is het nog altijd niet duidelijk hoe de kwaliteit precies kan worden vastgesteld. Ook in het rapport van de commissie-Veerman stonden nog geen regelrechte aanwijzingen, al vond de commissie dat de instellingen in ieder geval met elkaar om tafel moesten om afspraken te maken.

Verdieping
Nu is het tijd voor een ‘verdiepingsslag’, aldus OCW. Dijkgraaf, Sistermans en Fons van Wieringen mogen de aanbevelingen uitwerken. Ze hoeven geen gedetailleerd nieuw bekostigingssysteem te bedenken, maar mogen de lijnen schetsen waarlangs het ministerie tot een nieuw systeem kan komen. Het is nog niet bekend wanneer zij met een advies komen en ook de precieze opdracht is nog niet naar buiten gebracht.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.