Opinie

Wetenschappelijke integriteit

Zouden ze bij Netwerk verbaasd zijn als een wetenschapper niet voor de camera wil verschijnen? Wie wil er nou niet voor de televisie zijn eruditie tentoonspreiden.

Zelfs hoogleraren hebben trotse moeders.

De redactie van Netwerk is in ieder geval uitstekend voorbereid op dit soort tegenvallers. Bij elk gesprek laten ze ongemerkt een bandje meelopen zodat ze na het afzeggen van een interview met uit het verband gerukte uitspraken nog even flink kunnen natrappen.

Zo werd professor Esveld van de TU Delft in Netwerk beticht van belangenverstrengeling nadat hij zijn interview had afgezegd. Hij weigerde in een tv-optreden zijn sponsor voor het hoofd te stoten. Aangezien het actualiteitenprogramma vooral bekend is van het opblazen van onbenulligheden (nu was er weer iets mis met de lasnaden van spoorrails), lijkt mij dat niet onverstandig.

Toch reageerde rector-magnificus Fokkema geschokt, omdat wij in Delft op deze manier geen onderzoek willen doen in samenwerking met het bedrijfsleven. Hij zal wel aan wetenschappelijke onafhankelijkheid gedacht hebben, even voorbijgaand aan het feit dat weigeren je geldschieter zwart te maken nog wel wat anders is dan de waarheid naar diens wens in te richten.

Maar hoe wil je het dan wel, vraag ik mij af. Zo’n bedrijf zou toch wel gek zijn om samen te werken met een universiteit die zich na het overmaken van het afgesproken geldbedrag niet meer verantwoordelijk voelt voor de belangen van dat bedrijf?

Extern gefinancierd onderzoek heeft nu eenmaal zijn nadelen. Ikzelf moet bijvoorbeeld mijn artikelen, voordat ik ze instuur, voorleggen aan een commissie van industriëlen, die wegens commerciële belangen de publicatie kan opschorten. Een keer heb ik iets niet gepubliceerd, omdat mij gevraagd werd mijn resultaten niet op papier te zetten. Het belangrijkste gevolg is dat ik nu wel uitkijk mij in onderzoek te storten waarvan ik zie aankomen dat de resultaten niet opgeschreven mogen worden. Die selectie zou op de lange duur wel eens nadelig kunnen zijn voor de bedrijven zelf. Toch kan ik wel begrijpen dat ze niet voor onderzoek willen betalen als de concurrenten er met de resultaten vandoor kunnen gaan.

Selectieve onderwerpkeuze komt natuurlijk niet alleen voor bij door bedrijven betaald onderzoek. Overal waar fondsen worden aangevraagd, worden onderzoeksthema’s ingevuld naar de wensen van de gulle geldgever. Alleen de rijke onderzoeker kan echt doen wat hij zelf wil. Gezien de weinig florissante financiële situatie lijkt echte wetenschappelijke onafhankelijkheid mij op het moment nogal een naïef streven voor de TU Delft. Het is een luxe die je moet kunnen betalen en voor wetenschappelijke onafhankelijkheid zal de universiteit toch eerst financieel onafhankelijk moeten zijn.

Totdat het zover is, vind ik dat Esveld eerder een pluimpje dan een reprimande verdient. Hoe je rijk wordt als universiteit kan elke middenstander je leren. Zorg om te beginnen dat je verdient aan je klanten. Prijzen omhoog! Daar moeten juist bedrijven toch begrip voor kunnen opbrengen?

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Zouden ze bij Netwerk verbaasd zijn als een wetenschapper niet voor de camera wil verschijnen? Wie wil er nou niet voor de televisie zijn eruditie tentoonspreiden. Zelfs hoogleraren hebben trotse moeders.

De redactie van Netwerk is in ieder geval uitstekend voorbereid op dit soort tegenvallers. Bij elk gesprek laten ze ongemerkt een bandje meelopen zodat ze na het afzeggen van een interview met uit het verband gerukte uitspraken nog even flink kunnen natrappen.

Zo werd professor Esveld van de TU Delft in Netwerk beticht van belangenverstrengeling nadat hij zijn interview had afgezegd. Hij weigerde in een tv-optreden zijn sponsor voor het hoofd te stoten. Aangezien het actualiteitenprogramma vooral bekend is van het opblazen van onbenulligheden (nu was er weer iets mis met de lasnaden van spoorrails), lijkt mij dat niet onverstandig.

Toch reageerde rector-magnificus Fokkema geschokt, omdat wij in Delft op deze manier geen onderzoek willen doen in samenwerking met het bedrijfsleven. Hij zal wel aan wetenschappelijke onafhankelijkheid gedacht hebben, even voorbijgaand aan het feit dat weigeren je geldschieter zwart te maken nog wel wat anders is dan de waarheid naar diens wens in te richten.

Maar hoe wil je het dan wel, vraag ik mij af. Zo’n bedrijf zou toch wel gek zijn om samen te werken met een universiteit die zich na het overmaken van het afgesproken geldbedrag niet meer verantwoordelijk voelt voor de belangen van dat bedrijf?

Extern gefinancierd onderzoek heeft nu eenmaal zijn nadelen. Ikzelf moet bijvoorbeeld mijn artikelen, voordat ik ze instuur, voorleggen aan een commissie van industriëlen, die wegens commerciële belangen de publicatie kan opschorten. Een keer heb ik iets niet gepubliceerd, omdat mij gevraagd werd mijn resultaten niet op papier te zetten. Het belangrijkste gevolg is dat ik nu wel uitkijk mij in onderzoek te storten waarvan ik zie aankomen dat de resultaten niet opgeschreven mogen worden. Die selectie zou op de lange duur wel eens nadelig kunnen zijn voor de bedrijven zelf. Toch kan ik wel begrijpen dat ze niet voor onderzoek willen betalen als de concurrenten er met de resultaten vandoor kunnen gaan.

Selectieve onderwerpkeuze komt natuurlijk niet alleen voor bij door bedrijven betaald onderzoek. Overal waar fondsen worden aangevraagd, worden onderzoeksthema’s ingevuld naar de wensen van de gulle geldgever. Alleen de rijke onderzoeker kan echt doen wat hij zelf wil. Gezien de weinig florissante financiële situatie lijkt echte wetenschappelijke onafhankelijkheid mij op het moment nogal een naïef streven voor de TU Delft. Het is een luxe die je moet kunnen betalen en voor wetenschappelijke onafhankelijkheid zal de universiteit toch eerst financieel onafhankelijk moeten zijn.

Totdat het zover is, vind ik dat Esveld eerder een pluimpje dan een reprimande verdient. Hoe je rijk wordt als universiteit kan elke middenstander je leren. Zorg om te beginnen dat je verdient aan je klanten. Prijzen omhoog! Daar moeten juist bedrijven toch begrip voor kunnen opbrengen?

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.