Opinie

Wetenschappelijke folklore

Met aanzwellende paniek in haar maagstreek noteert de promovenda in haastige krabbels de essentie van de vraag van haar opponent. Het is een pittige vraag.

De promovenda recht haar rug, spreekt de vereiste formules uit en opent haar mond om haar proefschrift te verdedigen. Dit is het moment: nu kan ze laten zien waar ze al die jaren zo hard voor gewerkt heeft. Tot haar grote schrik komt er alleen een vreemd soort gekakel uit haar mond. De zaal barst in lachen uit. De opponenten kijken verstoord, alsof ze denken: ‘haar gaan we zeker nooit een doctorsgraad verlenen’.

Zo stel ik mij op slechte dagen wel eens mijn promotie voor. Niet dat daar veel reden toe is. Ik woon met grote regelmaat promoties bij en daarbij is nog nooit iemand in volslagen onzin uitgebarsten. Zo moeilijk kan het dus ook weer niet zijn.

Welbeschouwd is het hele gebeuren in Nederland vooral een stukje wetenschappelijke folklore. Zodra de promovendus zich in apenpak achter het spreekgestoelte begeeft, weet hij of zij zich doorgaans al verzekerd van de doctorstitel. Dat weten ook de hooggeleerde mannen en vrouwen in zwarte mantel, dat weten de met fototoestellen gewapende familie en vrienden, dat weten de paranimfen die altijd lichtelijk ongemakkelijk de zaal in kijken. Soms valt er een paranimf in slaap, zo ontdaan van enige spanning is het tafereel in Nederland.

Neem dan de Britse variant van dit ritueel. De promovendus wordt het vuur aan de schenen gelegd in een urenlange sessie waarvan de uitkomst uiterst ongewis is. Waar in Nederland iedere misstap van de promovendus uiteindelijk met de mantel der liefde bedekt wordt, kan in Groot-Brittannië een heel wetenschappelijke carrière verloren gaan met een onduidelijk of onjuist antwoord.

Zouden we in Nederland niet het Britse systeem moeten invoeren? Ja en nee. Ja, het zou de promotieplechtigheid vrijwaren van tenenkrommende situaties zoals onduidelijke vraag- en antwoordspelletjes. Soms blinkt een promovendus uit in welbespraaktheid en helderheid, maar wordt dit alles teniet gedaan door een opponent die het spoor totaal bijster blijkt. Terwijl de opponent blunder op blunder stapelt, vraagt het deel van het publiek dat het nog probeert te volgen zich af: ‘heeft hij het proefschrift úberhaupt gelezen?’.

Andere keren is de opponent ijselijk helder, maar raakt het verweer van de promovendus kant noch wal. De opponent lijkt de promovendus vooral uit haar lijden te willen verlossen als ze verkondigt tevreden te zijn met het antwoord. Ook dit is een tamelijk onbevredigende situatie.

Tegelijkertijd maakt juist die vrijblijvendheid de promotieplechtigheid tot een uniek gebeuren. Ten overstaan van vrienden en familie manifesteert de promovendus zich als het middelpunt van een staaltje wetenschappelijk spektakel waar een katholieke gemeenschap een puntje aan kan zuigen. De parade van mantels, spreuken en uit de kluiten gegroeide toverstaf doet welhaast magisch aan, iets wat in deze tijd een zeldzaamheid is. Hoewel wetenschap doorgaans tot een onttovering van de wereld leidt, getuigt de promotieplechtigheid toch ook van een element van mystiek binnen de wetenschap. Dat moeten we niet al te serieus nemen, dat zou zonde zijn.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Met aanzwellende paniek in haar maagstreek noteert de promovenda in haastige krabbels de essentie van de vraag van haar opponent. Het is een pittige vraag. De promovenda recht haar rug, spreekt de vereiste formules uit en opent haar mond om haar proefschrift te verdedigen. Dit is het moment: nu kan ze laten zien waar ze al die jaren zo hard voor gewerkt heeft. Tot haar grote schrik komt er alleen een vreemd soort gekakel uit haar mond. De zaal barst in lachen uit. De opponenten kijken verstoord, alsof ze denken: ‘haar gaan we zeker nooit een doctorsgraad verlenen’.

Zo stel ik mij op slechte dagen wel eens mijn promotie voor. Niet dat daar veel reden toe is. Ik woon met grote regelmaat promoties bij en daarbij is nog nooit iemand in volslagen onzin uitgebarsten. Zo moeilijk kan het dus ook weer niet zijn.

Welbeschouwd is het hele gebeuren in Nederland vooral een stukje wetenschappelijke folklore. Zodra de promovendus zich in apenpak achter het spreekgestoelte begeeft, weet hij of zij zich doorgaans al verzekerd van de doctorstitel. Dat weten ook de hooggeleerde mannen en vrouwen in zwarte mantel, dat weten de met fototoestellen gewapende familie en vrienden, dat weten de paranimfen die altijd lichtelijk ongemakkelijk de zaal in kijken. Soms valt er een paranimf in slaap, zo ontdaan van enige spanning is het tafereel in Nederland.

Neem dan de Britse variant van dit ritueel. De promovendus wordt het vuur aan de schenen gelegd in een urenlange sessie waarvan de uitkomst uiterst ongewis is. Waar in Nederland iedere misstap van de promovendus uiteindelijk met de mantel der liefde bedekt wordt, kan in Groot-Brittannië een heel wetenschappelijke carrière verloren gaan met een onduidelijk of onjuist antwoord.

Zouden we in Nederland niet het Britse systeem moeten invoeren? Ja en nee. Ja, het zou de promotieplechtigheid vrijwaren van tenenkrommende situaties zoals onduidelijke vraag- en antwoordspelletjes. Soms blinkt een promovendus uit in welbespraaktheid en helderheid, maar wordt dit alles teniet gedaan door een opponent die het spoor totaal bijster blijkt. Terwijl de opponent blunder op blunder stapelt, vraagt het deel van het publiek dat het nog probeert te volgen zich af: ‘heeft hij het proefschrift úberhaupt gelezen?’.

Andere keren is de opponent ijselijk helder, maar raakt het verweer van de promovendus kant noch wal. De opponent lijkt de promovendus vooral uit haar lijden te willen verlossen als ze verkondigt tevreden te zijn met het antwoord. Ook dit is een tamelijk onbevredigende situatie.

Tegelijkertijd maakt juist die vrijblijvendheid de promotieplechtigheid tot een uniek gebeuren. Ten overstaan van vrienden en familie manifesteert de promovendus zich als het middelpunt van een staaltje wetenschappelijk spektakel waar een katholieke gemeenschap een puntje aan kan zuigen. De parade van mantels, spreuken en uit de kluiten gegroeide toverstaf doet welhaast magisch aan, iets wat in deze tijd een zeldzaamheid is. Hoewel wetenschap doorgaans tot een onttovering van de wereld leidt, getuigt de promotieplechtigheid toch ook van een element van mystiek binnen de wetenschap. Dat moeten we niet al te serieus nemen, dat zou zonde zijn.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.