Onderwijs

Werktuigbouwkunde internationaal aan de maat

De Nederlandse werktuigbouwkunde staat er goed voor. De Delftse opleiding moet haar studenten beter volgen. De visitatiecommissie die het onderwijs onder de loep nam, heeft eigenlijk maar één grote zorg: het studentenaantal.

Dat is in tien jaar gehalveerd. Daar komt nog bij dat de helft van de eerstejaars nooit de eindstreep haalt. Dat moet beter, vindt de commissie.

Een tweede commissie van de vereniging van universiteiten VSNU, die het onderzoek beoordeelde, is het daarmee eens. ,,Werktuigbouwkunde is belangrijker dan ooit voor Nederland”, stelt die. De hype rond ict doet soms anders vermoeden. Maar aankomende studenten moeten goed bedenken dat ict nooit meer dan ondersteuning biedt bij echte vakken, zoals de werktuigbouw.

De drie faculteiten die door de commissies werden bezocht, valt weinig te verwijten. Alle drie streven ze ernaar een brede technisch-wetenschappelijke studie aan te bieden. Onder meer vanwege de arbeidsmarkt is verbreding inderdaad nodig, voorspelt de onderwijscommissie. Grote bedrijven besteden ingenieurstaken steeds vaker uit aan gespecialiseerde bureaus. Wie bij zo’n bureau aan het werk wil, moet meer beheersen dan techniek.

De opleidingen spelen daar al goed op in. De aandacht voor sociale vaardigheden is bijvoorbeeld al veel groter dan een paar jaar geleden. Het onderwijs in de werktuigbouwkunde heeft bovendien een ‘revolutie’ doorgemaakt. Alle drie faculteiten zijn overgestapt op een vorm van projectonderwijs. De staf is daardoor met nieuw elan met onderwijs bezig, en ook de studenten zijn enthousiast.

De Delftse werktuigbouwkundigen zijn het laatst overgestapt op nieuwe onderwijsvormen. Het ontbreekt nog aan samenhang in het programma, vindt de commissie. De werkdruk van de staf is hoog, en daardoor dreigt de verdere ontwikkeling van het onderwijs erbij in te schieten.

Aandacht vraagt de commissie ook voor de begeleiding van eerstejaars. Die krijgen te laat te horen of ze op schema liggen. En het studieadvies dat ze na de propedeuse krijgen is niet streng genoeg. ,,Een minder mild beleid ten aanzien van vertragingen zou het studieklimaat verbeteren”, schrijft de commissie.

Het onderzoek in de werktuigbouwkunde is in het algemeen goed. De kwaliteit is nergens onvoldoende. Zeven van de 29 programma’s zijn zelfs ‘uitstekend’. Maar de productiviteit kan nog wel hoger, vindt de commissie die het onderzoek beoordeelde. Publiceren in hoog aangeschreven tijdschriften wordt nog niet belangrijk genoeg gevonden. (HOP)

De visitatiecommissie die het onderwijs onder de loep nam, heeft eigenlijk maar één grote zorg: het studentenaantal. Dat is in tien jaar gehalveerd. Daar komt nog bij dat de helft van de eerstejaars nooit de eindstreep haalt. Dat moet beter, vindt de commissie.

Een tweede commissie van de vereniging van universiteiten VSNU, die het onderzoek beoordeelde, is het daarmee eens. ,,Werktuigbouwkunde is belangrijker dan ooit voor Nederland”, stelt die. De hype rond ict doet soms anders vermoeden. Maar aankomende studenten moeten goed bedenken dat ict nooit meer dan ondersteuning biedt bij echte vakken, zoals de werktuigbouw.

De drie faculteiten die door de commissies werden bezocht, valt weinig te verwijten. Alle drie streven ze ernaar een brede technisch-wetenschappelijke studie aan te bieden. Onder meer vanwege de arbeidsmarkt is verbreding inderdaad nodig, voorspelt de onderwijscommissie. Grote bedrijven besteden ingenieurstaken steeds vaker uit aan gespecialiseerde bureaus. Wie bij zo’n bureau aan het werk wil, moet meer beheersen dan techniek.

De opleidingen spelen daar al goed op in. De aandacht voor sociale vaardigheden is bijvoorbeeld al veel groter dan een paar jaar geleden. Het onderwijs in de werktuigbouwkunde heeft bovendien een ‘revolutie’ doorgemaakt. Alle drie faculteiten zijn overgestapt op een vorm van projectonderwijs. De staf is daardoor met nieuw elan met onderwijs bezig, en ook de studenten zijn enthousiast.

De Delftse werktuigbouwkundigen zijn het laatst overgestapt op nieuwe onderwijsvormen. Het ontbreekt nog aan samenhang in het programma, vindt de commissie. De werkdruk van de staf is hoog, en daardoor dreigt de verdere ontwikkeling van het onderwijs erbij in te schieten.

Aandacht vraagt de commissie ook voor de begeleiding van eerstejaars. Die krijgen te laat te horen of ze op schema liggen. En het studieadvies dat ze na de propedeuse krijgen is niet streng genoeg. ,,Een minder mild beleid ten aanzien van vertragingen zou het studieklimaat verbeteren”, schrijft de commissie.

Het onderzoek in de werktuigbouwkunde is in het algemeen goed. De kwaliteit is nergens onvoldoende. Zeven van de 29 programma’s zijn zelfs ‘uitstekend’. Maar de productiviteit kan nog wel hoger, vindt de commissie die het onderzoek beoordeelde. Publiceren in hoog aangeschreven tijdschriften wordt nog niet belangrijk genoeg gevonden. (HOP)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.