Opinie

Werkt het, of werkt het niet?

Financiering van wetenschappelijk onderzoek vanuit de derde geldstroom is geen probleem, althans, niet aan de TU Delft, zo beweerde onlangs een collega-promovendus tegenover mij.

Want, zo zei hij, het maakt eigenlijk niet uit of de opdrachtgever druk uitoefent op de onderzoeker. Er kunnen uiteindelijk maar twee soorten resultaten uit technologisch onderzoek komen: werkt het, of werkt het niet?

Tegen zulke glasheldere logica had ik niets in te brengen. Inderdaad, de TU brengt technische producten voort, die kun je niet mooier voordoen dan dat ze zijn. Wanneer een brug rammelt, wanneer een materiaal zich niet naar behoren gedraagt, wanneer het computersysteem niet functioneert, dan is dat meteen duidelijk. Een dergelijk gebrek kun je niet verdoezelen in een verhullende publicatie. Het heeft voor externe opdrachtgevers geen zin om technische onderzoekers onder druk te zetten, want zij zijn niet diegenen die kunnen zorgen dat een slecht product een goed product lijkt. De ware test voor technologie is de realiteit.

In de medische wetenschap en de life sciences wordt de invloed van opdrachtgevers op onderzoek inmiddels wel als een probleem gezien. De Stuurgroep Technology Assessment (STA) van het ministerie van landbouw bracht onlangs een alarmerend rapport uit, met daarin een schrikbarend lange lijst aanbevelingen. Alhoewel er volgens de STA veel voordelen kleven aan extern gefinancierd onderzoek, valt er kennelijk ook nog veel te verbeteren.

De STA signaleert bijvoorbeeld het risico dat de onderzoeksagenda te veel bepaald wordt door particuliere belangen. In plaats van onderzoek naar een gezonde levensstijl . iets waar dringend behoefte aan is – wordt er vooral veel geïnvesteerd in onderzoek naar gezonde producten. Een kant-en-klaar product is immers beter te verkopen dan een levensstijl.

Zijn de technische wetenschappen hierin echt zo anders dan de life sciences? Het risico dat particuliere belangen de onderzoeksagenda bepalen, is ook voor de technische wetenschappen zeer reëel. Zetten we de belofte van nanotechnologie in voor militaire of voor ecologische doeleinden? Hoe lang is het nog wachten op een milieuvriendelijk vliegtuig? Een technologisch product kan dan wel werken, dat betekent niet dat het iets is waar de samenleving op zit te wachten. Vooral technologieën die een lange tijd nodig hebben om te wikkelen, kunnen in het verdomhoekje terecht komen. Als de invloed van externe geldschieters doorzet, worden onderzoeksagenda’s steeds meer bepaald door particuliere, in plaats van maatschappelijke belangen.

Verder is er, bij nader inzien, toch wel iets meer aan de hand dan ‘werkt het of werkt het niet’ wanneer het om technische producten gaat. Volgens welke ontwerpspecificaties werkt het? Volgens welke kwaliteitsnormen werkt het? Het Microsoft-besturingssysteem werkt ook, daarmee is niet gezegd dat het technisch en maatschappelijk gezien het hoogst haalbare is. Een technisch product kan een bepaalde doelstelling op verschillende manieren verwezenlijken. Niet al die manieren zijn even wenselijk. Een opdrachtgever kan een technisch wetenschapper wel degelijk onder druk zetten om een product zo goedkoop mogelijk in plaats van zo veilig mogelijk te ontwerpen. Tussen ‘werkt het of werkt het niet’ valt nog een wereld te winnen voor zowel opdrachtgever als onderzoeker.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Financiering van wetenschappelijk onderzoek vanuit de derde geldstroom is geen probleem, althans, niet aan de TU Delft, zo beweerde onlangs een collega-promovendus tegenover mij. Want, zo zei hij, het maakt eigenlijk niet uit of de opdrachtgever druk uitoefent op de onderzoeker. Er kunnen uiteindelijk maar twee soorten resultaten uit technologisch onderzoek komen: werkt het, of werkt het niet?

Tegen zulke glasheldere logica had ik niets in te brengen. Inderdaad, de TU brengt technische producten voort, die kun je niet mooier voordoen dan dat ze zijn. Wanneer een brug rammelt, wanneer een materiaal zich niet naar behoren gedraagt, wanneer het computersysteem niet functioneert, dan is dat meteen duidelijk. Een dergelijk gebrek kun je niet verdoezelen in een verhullende publicatie. Het heeft voor externe opdrachtgevers geen zin om technische onderzoekers onder druk te zetten, want zij zijn niet diegenen die kunnen zorgen dat een slecht product een goed product lijkt. De ware test voor technologie is de realiteit.

In de medische wetenschap en de life sciences wordt de invloed van opdrachtgevers op onderzoek inmiddels wel als een probleem gezien. De Stuurgroep Technology Assessment (STA) van het ministerie van landbouw bracht onlangs een alarmerend rapport uit, met daarin een schrikbarend lange lijst aanbevelingen. Alhoewel er volgens de STA veel voordelen kleven aan extern gefinancierd onderzoek, valt er kennelijk ook nog veel te verbeteren.

De STA signaleert bijvoorbeeld het risico dat de onderzoeksagenda te veel bepaald wordt door particuliere belangen. In plaats van onderzoek naar een gezonde levensstijl . iets waar dringend behoefte aan is – wordt er vooral veel geïnvesteerd in onderzoek naar gezonde producten. Een kant-en-klaar product is immers beter te verkopen dan een levensstijl.

Zijn de technische wetenschappen hierin echt zo anders dan de life sciences? Het risico dat particuliere belangen de onderzoeksagenda bepalen, is ook voor de technische wetenschappen zeer reëel. Zetten we de belofte van nanotechnologie in voor militaire of voor ecologische doeleinden? Hoe lang is het nog wachten op een milieuvriendelijk vliegtuig? Een technologisch product kan dan wel werken, dat betekent niet dat het iets is waar de samenleving op zit te wachten. Vooral technologieën die een lange tijd nodig hebben om te wikkelen, kunnen in het verdomhoekje terecht komen. Als de invloed van externe geldschieters doorzet, worden onderzoeksagenda’s steeds meer bepaald door particuliere, in plaats van maatschappelijke belangen.

Verder is er, bij nader inzien, toch wel iets meer aan de hand dan ‘werkt het of werkt het niet’ wanneer het om technische producten gaat. Volgens welke ontwerpspecificaties werkt het? Volgens welke kwaliteitsnormen werkt het? Het Microsoft-besturingssysteem werkt ook, daarmee is niet gezegd dat het technisch en maatschappelijk gezien het hoogst haalbare is. Een technisch product kan een bepaalde doelstelling op verschillende manieren verwezenlijken. Niet al die manieren zijn even wenselijk. Een opdrachtgever kan een technisch wetenschapper wel degelijk onder druk zetten om een product zo goedkoop mogelijk in plaats van zo veilig mogelijk te ontwerpen. Tussen ‘werkt het of werkt het niet’ valt nog een wereld te winnen voor zowel opdrachtgever als onderzoeker.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.