Onderwijs

Weg met de googlende student

Met Google literatuuronderzoek doen voor een afstudeerscriptie. Officieel is het natuurlijk geen erkende manier voor studenten om aan wetenschappelijk juiste informatie te komen, maar het gebeurt wel degelijk.

br />
De universiteitsbibliotheek kon het niet meer aanzien en is daarom, al was het niet de enige aanleiding, bezig om per opleiding zogenoemde virtuele kenniscentra op te zetten. Via die weg kunnen studenten, los van Google, op de hoogte blijven van het laatste nieuws op hun vakgebied en zelfs allerlei handige databases vinden, die voor Google onzichtbaar zijn.

De opleidingsdirecteur van technische natuurwetenschappen, Eric Lagendijk, vindt dat een goed idee. Want hij kan zich kwaad maken om de gemakzuchtig googlende student. Als je met Google of een andere internetzoekmachine zoekt naar wetenschappelijke literatuur ‘krijg je allerlei shit’, weet hij uit ervaring. En studenten kunnen volgens hem die shit niet onderscheiden van bruikbare informatie.

Lagendijk heeft daar wel een voorbeeld van. Iemand die een werkstuk maakt over Einstein en zijn naam intypt op internet krijgt niet alleen links naar sites met kloppende informatie over de geleerde, maar kan ook terechtkomen op websites van Einsteinhaters, die niet zo één-twee-drie als zodanig te herkennen zijn.

“Dat zoeken met Google wreekt zich natuurlijk in de kwaliteit van het werkstuk”, vertelt Lagendijk. En docenten zien dat volgens hem. “Je merkt het als teksten zo geplukt zijn van Google. Soms nemen studenten ze letterlijk over.”

En dat past volgens Lagendijk niet bij een student die zich wetenschappelijk wil laten vormen. Een beetje gelijk heeft hij wel. (SB)

Met Google literatuuronderzoek doen voor een afstudeerscriptie. Officieel is het natuurlijk geen erkende manier voor studenten om aan wetenschappelijk juiste informatie te komen, maar het gebeurt wel degelijk.

De universiteitsbibliotheek kon het niet meer aanzien en is daarom, al was het niet de enige aanleiding, bezig om per opleiding zogenoemde virtuele kenniscentra op te zetten. Via die weg kunnen studenten, los van Google, op de hoogte blijven van het laatste nieuws op hun vakgebied en zelfs allerlei handige databases vinden, die voor Google onzichtbaar zijn.

De opleidingsdirecteur van technische natuurwetenschappen, Eric Lagendijk, vindt dat een goed idee. Want hij kan zich kwaad maken om de gemakzuchtig googlende student. Als je met Google of een andere internetzoekmachine zoekt naar wetenschappelijke literatuur ‘krijg je allerlei shit’, weet hij uit ervaring. En studenten kunnen volgens hem die shit niet onderscheiden van bruikbare informatie.

Lagendijk heeft daar wel een voorbeeld van. Iemand die een werkstuk maakt over Einstein en zijn naam intypt op internet krijgt niet alleen links naar sites met kloppende informatie over de geleerde, maar kan ook terechtkomen op websites van Einsteinhaters, die niet zo één-twee-drie als zodanig te herkennen zijn.

“Dat zoeken met Google wreekt zich natuurlijk in de kwaliteit van het werkstuk”, vertelt Lagendijk. En docenten zien dat volgens hem. “Je merkt het als teksten zo geplukt zijn van Google. Soms nemen studenten ze letterlijk over.”

En dat past volgens Lagendijk niet bij een student die zich wetenschappelijk wil laten vormen. Een beetje gelijk heeft hij wel. (SB)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.