Campus

‘We hebben gewoon het beste plan’

Team van Hinsbergen (Frank Zuurbier en Chris van Hinsbergen) staat volgende week in de finale van de Academische Jaarprijs. Als ze winnen, willen ze de honderdduizend euro gebruiken om hun fileradar.nl uit te breiden over heel Nederland.

WIE ZIJN FRANK ZUURBIER EN CHRIS VAN HINSBERGEN?
Ir. Frank Zuurbier (links) (31) studeerde civiele techniek, afdeling transport en planning. In 2005 studeerde hij af op optimale routegeleiding en ging daarna als promovendus op het zelfde onderwerp door, met bedoeling dat routegeleiding online en realtime toe te passen. Zijn contract loopt tot 1 januari 2010. Vanaf januari gaat hij met een valorisatiebeurs aan de slag om fileradar.nl commercieel levensvatbaar te maken.
Ook ir. Chris van Hinsbergen (28) studeerde civiele techniek, afdeling transport en planning. Hij studeerde in 2006 af en begon toen met zijn promotieopdracht: het voorspellen van verkeerspatronen. Als hobby’s noemt hij: roeien en fietsen. Zuurbier houdt het liever op paintball.

Jullie hadden nauwelijks tijd voor een interview. Waar zijn jullie zo druk mee?
CvH: “Woensdag 7 oktober is de finale en komende donderdag is de deadline voor onze presentatie. De wedstrijd gaat om wetenschapscommunicatie. Je moet dus laten zien dat je wetenschap kunt communiceren. In de presentatie moet alles goed zijn.”
FZ: “Die dag valt het oordeel. Eerst zijn er voorrondes van de acht finalisten en ‘s avonds worden de beste twee uitgekozen, die dan nogmaals hun verhaal moeten doen. Dan is het om half tien champagne en een grote cheque voor de winnaar.”

Heb je nog troeven achter de hand voor een spetterende presentatie?
CvH (lacht): “We hebben gewoon het beste plan. Maar serieus, we maken wel kans. We stellen die zelf op 25 tot 30 procent.”

De jaarprijs gaat over de vertaling van wetenschappelijk onderzoek naar een breed publiek. Wanneer besloten jullie in te schrijven?
CvH: “Mijn vrouw had er op de laatste dag voor de deadline over gelezen en vroeg zich af of het iets voor ons was. We hebben toen binnen een dag een half A4-tje met hele goede tekst geschreven. Dat heeft ons de eerste ronde doorgeholpen.”

En toen brak het circus los met tv-optreden en interviews. Waren jullie daarop voorbereid?
CvH: “Wij hadden ons goed voorbereid op Noorderlicht Nieuws. Maar daar werden we enorm opgejaagd. Ze hebben er naderhand stukken uitgeknipt, maar die Georgina Verbaan las de klok achterstevoren. Ze begon onwijs te mekkeren over de tijd. Dat ging de hele tijd maar door en aan het eind hadden we nog twintig seconden over.”
FZ: “Nu lijkt het alsof wij heel gehaast zijn, maar dat kwam dus door Georgina. Met die televisie-uitzending begon de aandacht wel zo’n beetje. Daarna kwamen AD, NRC, ANWB en BNR.”

Hebben jullie mediatraining gevolgd?
FZ: “We weten waar ondersteuning te halen is en die gebruiken we ook. Bijvoorbeeld vanuit de sectie hier. En ook met het communicatiebureau van de universiteit zijn we inmiddels bekend. Die stroomlijnen een aantal zaken. We staan er niet alleen voor.”

Even terug naar het product. Fileradar levert geen filemeldingen, maar voorspellingen van hoe files zich ontwikkelen. Dat is uniek. Hoe doen jullie dat?
FZ: “We gebruiken een verkeersmodel en dat brengen we in overeenstemming met de huidige toestand van het snelwegennetwerk. Dat doen we op basis van achttienduizend lusdetectoren die onder de snelwegen verspreid liggen en camerabeelden. Gegeven de huidige toestand en het verkeersmodel als uitgangspunt, kun je de situatie van nu makkelijk extrapoleren om te voorspellen. Je moet alleen zorgen dat wat je er aan de randen in stopt, in overeenstemming is met wat er in de toekomst gaat gebeuren.”

Je maakt het model passend op de huidige situatie, zeg je, en daar maak je voorspellingen mee. Hoe goed blijken die voorspellingen in de praktijk te kloppen?
CvH: “Daar zijn we nog mee bezig. Je kunt voorspellingen en werkelijkheid op een miljoen manieren vergelijken. Eerder hebben we op basis van reistijden vergeleken.  Nu hebben we een groter netwerk en zijn we op zoek naar een betere evaluatiemethode.”

Zitten de voorspellingen in de buurt van de werkelijkheid of zit je er af en toe ook helemaal naast?
CvH (lacht): “Beide: in de buurt én af en toe er helemaal naast. ”
FZ: “Het model is een analogie met het vloeistofmodel. Het volgt bepaalde fundamentele eigenschappen van verkeer. Als het druk wordt, gaat het langzamer. Is er een bottleneck en te veel vraag, dan stroomt het verkeer terug en als er vervolgens capaciteit vrijkomt, dan lost zo’n file weer op. In werkelijkheid ontstaan er soms ook files bij druk verkeer als er geen vernauwing is. Dat zit niet in ons model.”

Er hoeft maar iemand met een lekke band langs de weg te staan of dat gebeurt al.
CvH: “Dan heb je een lokale kleine capaciteitsreductie omdat mensen langzamer rijden om opzij te kijken. We kunnen  natuurlijk niet voorspellen wanneer iemand een lekke band krijgt.”

De vraag is in hoeverre de voorspellingen van jullie model overeenstemmen met de werkelijkheid.
CvH: “Visueel ziet het er aardig uit. Als je de plaatjes van voorspellingen en historische files over elkaar legt, zie je een behoorlijke overeenstemming. We willen nu uit de vergelijking van de grafieken afleiden hoe goed de voorspellingen waren. Daarmee willen we dan automatisch het model stukje bij beetje verbeteren.”

Jullie zoeken ook testrijders, las ik op jullie site. Wat verwacht je van hen?
CvH: “We zijn bezig een soort community aan te leggen. We hebben nu een man of 35 en er draait een prototype op beta.fileradar.nl. Daar staat ook een knopje om suggesties te doen. Die suggesties implementeren we – of niet. Daarna sturen we alle deelnemers een mail met het verzoek er eens kritisch naar te kijken.”
FZ: “We denken er ook over er een mobiele applicatie van te maken. De testrijders gaan daar het eerst mee aan de slag.”

Hoe ziet dat eruit?
FZ: “Als een iPhone applicatie. Als we de Academische Jaarprijs winnen, kunnen we daar een deel van het prijzengeld aan besteden. Rijders kunnen dan vanuit de file laten weten of onze voorspelling een beetje klopt.”
CvH: “Ze kunnen ook files signaleren die we gemist hebben. Maar dat is een later stadium. We concentreren ons nu op de site.”

Ik lees dat jullie de ton prijzengeld willen gebruiken om de site verder uit te bouwen tot heel Nederland in plaats van alleen Zuid-Holland. Maar daar moet toch geld voor te vinden zijn?
FZ: “Als consumenteninformatiedienst is het bijna niet commercieel te maken. Je inkomsten zijn gebaseerd op advertenties en de markt voor adverteerders is goed in elkaar geklapt.”
CvH: “We horen ook van andere sites dat ze moeite hebben adverteerders te vinden. Waar we nu aan denken is om die site zo in te richten dat hij op zichzelf kan draaien. Misschien valt er met mobiele applicaties en sms-diensten wel te verdienen. Of we kunnen de informatie verkopen aan zakelijke contacten zoals de ANWB of de verkeersinformatiedienst.”
FZ: “De Academische Jaarprijs zou een unieke mogelijkheid bieden de uitbouw te financieren.”

Wat heeft de deelname jullie geleerd over presentatie van wetenschappelijk onderzoek?
FZ: “Wij hebben veel nagedacht over hoe we ons onderzoek het beste aan een breed publiek konden presenteren. Er zijn veel vormen de revue gepasseerd totdat we echt to-the-point kwamen met de website.”
CvH: “Het is mooi als je het hele onderzoek aan een naam kunt ophangen. Als je de naam ‘fileradar’ een keer hoort, vergeet je ‘m nooit meer. Dat werkt heel goed. Mensen weten ook wat ze kunnen verwachten: iedereen kent immers de buienradar en dus verwachten ze iets soortgelijks over files. Nou, dat klopt ook wel.”
FZ: “Het helpt om er veel over te praten. Op de faculteit hebben we een proefpresentatie gedaan voor professoren die niet uit het vakgebied komen. Dat werkt hartstikke goed.”
CvH: “De gemiddelde prof is niet op z’n mondje gevallen. Helemaal als je van tevoren aangeeft dat je openstaat voor kritiek. Vrijdag hadden we een sessie waar ze flink hebben uitgehaald. Maar daar zijn we wel mee geholpen.”

Noem eens opmerkingen waar je wat aan hebt gehad?
CvH: “Ze pikken er heel snel dingen uit die je niet waar kunt maken. En verhalen die je erbij haalt om het wat smeuïger te maken, worden al vrij snel als niet-relevant terzijde gezet. Misschien hebben ze wel gelijk: als je een boodschap hebt, moet het om die boodschap gaan.”

Utrecht Medical Centre is starting a major research project on the effects of smoking cannabis. Some people who smoke cannabis have strange experiences, or even suffer from psychiatric problems after periods of heavy cannabis use, while other people have no problems at all from smoking. TU students are invited to take part in this research project. If you are interested in participating, go to the website and fill in the application form.

www.cannabisquest.nl

WIE ZIJN FRANK ZUURBIER EN CHRIS VAN HINSBERGEN?
Ir. Frank Zuurbier (links) (31) studeerde civiele techniek, afdeling transport en planning. In 2005 studeerde hij af op optimale routegeleiding en ging daarna als promovendus op het zelfde onderwerp door, met bedoeling dat routegeleiding online en realtime toe te passen. Zijn contract loopt tot 1 januari 2010. Vanaf januari gaat hij met een valorisatiebeurs aan de slag om fileradar.nl commercieel levensvatbaar te maken.
Ook ir. Chris van Hinsbergen (28) studeerde civiele techniek, afdeling transport en planning. Hij studeerde in 2006 af en begon toen met zijn promotieopdracht: het voorspellen van verkeerspatronen. Als hobby’s noemt hij: roeien en fietsen. Zuurbier houdt het liever op paintball.

Jullie hadden nauwelijks tijd voor een interview. Waar zijn jullie zo druk mee?
CvH: “Woensdag 7 oktober is de finale en komende donderdag is de deadline voor onze presentatie. De wedstrijd gaat om wetenschapscommunicatie. Je moet dus laten zien dat je wetenschap kunt communiceren. In de presentatie moet alles goed zijn.”
FZ: “Die dag valt het oordeel. Eerst zijn er voorrondes van de acht finalisten en ‘s avonds worden de beste twee uitgekozen, die dan nogmaals hun verhaal moeten doen. Dan is het om half tien champagne en een grote cheque voor de winnaar.”

Heb je nog troeven achter de hand voor een spetterende presentatie?
CvH (lacht): “We hebben gewoon het beste plan. Maar serieus, we maken wel kans. We stellen die zelf op 25 tot 30 procent.”

De jaarprijs gaat over de vertaling van wetenschappelijk onderzoek naar een breed publiek. Wanneer besloten jullie in te schrijven?
CvH: “Mijn vrouw had er op de laatste dag voor de deadline over gelezen en vroeg zich af of het iets voor ons was. We hebben toen binnen een dag een half A4-tje met hele goede tekst geschreven. Dat heeft ons de eerste ronde doorgeholpen.”

En toen brak het circus los met tv-optreden en interviews. Waren jullie daarop voorbereid?
CvH: “Wij hadden ons goed voorbereid op Noorderlicht Nieuws. Maar daar werden we enorm opgejaagd. Ze hebben er naderhand stukken uitgeknipt, maar die Georgina Verbaan las de klok achterstevoren. Ze begon onwijs te mekkeren over de tijd. Dat ging de hele tijd maar door en aan het eind hadden we nog twintig seconden over.”
FZ: “Nu lijkt het alsof wij heel gehaast zijn, maar dat kwam dus door Georgina. Met die televisie-uitzending begon de aandacht wel zo’n beetje. Daarna kwamen AD, NRC, ANWB en BNR.”

Hebben jullie mediatraining gevolgd?
FZ: “We weten waar ondersteuning te halen is en die gebruiken we ook. Bijvoorbeeld vanuit de sectie hier. En ook met het communicatiebureau van de universiteit zijn we inmiddels bekend. Die stroomlijnen een aantal zaken. We staan er niet alleen voor.”

Even terug naar het product. Fileradar levert geen filemeldingen, maar voorspellingen van hoe files zich ontwikkelen. Dat is uniek. Hoe doen jullie dat?
FZ: “We gebruiken een verkeersmodel en dat brengen we in overeenstemming met de huidige toestand van het snelwegennetwerk. Dat doen we op basis van achttienduizend lusdetectoren die onder de snelwegen verspreid liggen en camerabeelden. Gegeven de huidige toestand en het verkeersmodel als uitgangspunt, kun je de situatie van nu makkelijk extrapoleren om te voorspellen. Je moet alleen zorgen dat wat je er aan de randen in stopt, in overeenstemming is met wat er in de toekomst gaat gebeuren.”

Je maakt het model passend op de huidige situatie, zeg je, en daar maak je voorspellingen mee. Hoe goed blijken die voorspellingen in de praktijk te kloppen?
CvH: “Daar zijn we nog mee bezig. Je kunt voorspellingen en werkelijkheid op een miljoen manieren vergelijken. Eerder hebben we op basis van reistijden vergeleken.  Nu hebben we een groter netwerk en zijn we op zoek naar een betere evaluatiemethode.”

Zitten de voorspellingen in de buurt van de werkelijkheid of zit je er af en toe ook helemaal naast?
CvH (lacht): “Beide: in de buurt én af en toe er helemaal naast. ”
FZ: “Het model is een analogie met het vloeistofmodel. Het volgt bepaalde fundamentele eigenschappen van verkeer. Als het druk wordt, gaat het langzamer. Is er een bottleneck en te veel vraag, dan stroomt het verkeer terug en als er vervolgens capaciteit vrijkomt, dan lost zo’n file weer op. In werkelijkheid ontstaan er soms ook files bij druk verkeer als er geen vernauwing is. Dat zit niet in ons model.”

Er hoeft maar iemand met een lekke band langs de weg te staan of dat gebeurt al.
CvH: “Dan heb je een lokale kleine capaciteitsreductie omdat mensen langzamer rijden om opzij te kijken. We kunnen  natuurlijk niet voorspellen wanneer iemand een lekke band krijgt.”

De vraag is in hoeverre de voorspellingen van jullie model overeenstemmen met de werkelijkheid.
CvH: “Visueel ziet het er aardig uit. Als je de plaatjes van voorspellingen en historische files over elkaar legt, zie je een behoorlijke overeenstemming. We willen nu uit de vergelijking van de grafieken afleiden hoe goed de voorspellingen waren. Daarmee willen we dan automatisch het model stukje bij beetje verbeteren.”

Jullie zoeken ook testrijders, las ik op jullie site. Wat verwacht je van hen?
CvH: “We zijn bezig een soort community aan te leggen. We hebben nu een man of 35 en er draait een prototype op beta.fileradar.nl. Daar staat ook een knopje om suggesties te doen. Die suggesties implementeren we – of niet. Daarna sturen we alle deelnemers een mail met het verzoek er eens kritisch naar te kijken.”
FZ: “We denken er ook over er een mobiele applicatie van te maken. De testrijders gaan daar het eerst mee aan de slag.”

Hoe ziet dat eruit?
FZ: “Als een iPhone applicatie. Als we de Academische Jaarprijs winnen, kunnen we daar een deel van het prijzengeld aan besteden. Rijders kunnen dan vanuit de file laten weten of onze voorspelling een beetje klopt.”
CvH: “Ze kunnen ook files signaleren die we gemist hebben. Maar dat is een later stadium. We concentreren ons nu op de site.”

Ik lees dat jullie de ton prijzengeld willen gebruiken om de site verder uit te bouwen tot heel Nederland in plaats van alleen Zuid-Holland. Maar daar moet toch geld voor te vinden zijn?
FZ: “Als consumenteninformatiedienst is het bijna niet commercieel te maken. Je inkomsten zijn gebaseerd op advertenties en de markt voor adverteerders is goed in elkaar geklapt.”
CvH: “We horen ook van andere sites dat ze moeite hebben adverteerders te vinden. Waar we nu aan denken is om die site zo in te richten dat hij op zichzelf kan draaien. Misschien valt er met mobiele applicaties en sms-diensten wel te verdienen. Of we kunnen de informatie verkopen aan zakelijke contacten zoals de ANWB of de verkeersinformatiedienst.”
FZ: “De Academische Jaarprijs zou een unieke mogelijkheid bieden de uitbouw te financieren.”

Wat heeft de deelname jullie geleerd over presentatie van wetenschappelijk onderzoek?
FZ: “Wij hebben veel nagedacht over hoe we ons onderzoek het beste aan een breed publiek konden presenteren. Er zijn veel vormen de revue gepasseerd totdat we echt to-the-point kwamen met de website.”
CvH: “Het is mooi als je het hele onderzoek aan een naam kunt ophangen. Als je de naam ‘fileradar’ een keer hoort, vergeet je ‘m nooit meer. Dat werkt heel goed. Mensen weten ook wat ze kunnen verwachten: iedereen kent immers de buienradar en dus verwachten ze iets soortgelijks over files. Nou, dat klopt ook wel.”
FZ: “Het helpt om er veel over te praten. Op de faculteit hebben we een proefpresentatie gedaan voor professoren die niet uit het vakgebied komen. Dat werkt hartstikke goed.”
CvH: “De gemiddelde prof is niet op z’n mondje gevallen. Helemaal als je van tevoren aangeeft dat je openstaat voor kritiek. Vrijdag hadden we een sessie waar ze flink hebben uitgehaald. Maar daar zijn we wel mee geholpen.”

Noem eens opmerkingen waar je wat aan hebt gehad?
CvH: “Ze pikken er heel snel dingen uit die je niet waar kunt maken. En verhalen die je erbij haalt om het wat smeuïger te maken, worden al vrij snel als niet-relevant terzijde gezet. Misschien hebben ze wel gelijk: als je een boodschap hebt, moet het om die boodschap gaan.”

Finale Academische Jaarprijs: woensdag 7 oktober in Leiden.

Finale Delft Design & Engineering Award: 5 november

www.academischejaarprijs.nl

www.tudelft.nl/ddea

www.fileradar.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.