Campus

We doen echt niet onder voor andere docenten

TU-studenten en -docenten als oplossing van het lerarentekort in het middelbaar onderwijs. Over hun plannen, verwachtingen en ervaringen.,,In het begin vind je het superleuk en sta je vol idealisme voor de klas.

Je wilt je vak overbrengen, ze net zo enthousiast maken. Maar na een paar dagen blijkt al dat je het anders aan moet pakken”, vertelt Thijs Klaassen, vierdejaars technische natuurkunde.

De vierdejaars student werktuigbouwkunde Joris de Boer verklaart: ,,Een belangrijk deel van het lesgeven is orde houden. Je wordt uitgeprobeerd. Constant moet je in de gaten houden of het misgaat, of je moet ingrijpen. In het begin is dat moeilijk in te schatten.”

Huisgenoten Klaassen en De Boer zijn collega’s op het Sint Maartenscollege in Voorburg. Daar geven ze als onbevoegde docenten tweedegraads natuurkundelessen, dus aan de onderbouw. Dit jaar staan ze elk voor een drie mavo, een twee havo en een drie havo klas.

Deze studenten hebben al ervaring op het terrein waar, als het aan de TU ligt, straks meer TU-studenten en -docenten actief worden. Met een nieuw project wil de Technisch Universitaire Lerarenopleiding (TULO) helpen het nijpende lerarentekort in het middelbaar onderwijs op te lossen.

Bij het project zal de scholing veel beperkter zijn dan bij de reguliere TULO, vertelt coördinator ir. Marian Vrijman: ,,Je behaalt er ook geen lesbevoegdheid mee. De scholen moeten ontheffing aanvragen bij de onderwijsinspectie voor het in dienst hebben van onbevoegde docenten. Die ontheffing geldt telkens voor een jaar. Als het lerarentekort afneemt, zal de onderwijsinspectie niet meer zo coulant zijn en moeten de onbevoegde TU-ers vertrekken.” De deelnemers aan het project krijgen van tevoren met name didactische vakken en tijdens het schooljaar vindt begeleiding in de school plaats. De TULO wil tijdens het jaar ook nog enkele terugkombijeenkomsten organiseren voor evaluatie.

Om potentiële docenten aan te brengen ontvingen alle TU-docenten een enquêteformulier, verstuurde Vrijman via studenten- en studieverenigingen 430 brieven naar studenten en stond er vijf weken geleden een wervingsartikel in het voorlichtingskatern bij Delta. 21 Studenten van allerlei studierichtingen en drieëntwintig docenten reageerden. Genoeg reacties om de vacatures op omringende scholen mee in te vullen.

,,Daarmee is het haalbaarheidsonderzoek succesvol afgesloten. Nu moet het cvb het project nog goedkeuren en vervolgens moet de onderwijsinspectie haar fiat geven”, vertelt Vrijman, die zelf na haar scheikundestudie in Delft ook vijftien jaar voor de klas stond.

Balen

Joke Reijnhoudt reageerde op de oproep van Vrijman. ,,Ik vind het een boeiend experiment, een bijbaantje waar je zelf ook wat aan hebt. Leuker dan achter de kassa bij Albert Heijn, dat heb ik vanaf mijn zestiende al gedaan”, vertelt de studente industrieel ontwerpen die al aan het afstuderen is. Ze heeft zich daaromopgegeven voor één dag in de week.

Reijnhoudt is nog geen straffen aan het verzinnen: ,,Zo concreet ben ik er niet mee bezig. Tussen de docent en de klas klikt het of niet, meestal is dat de eerste les al duidelijk. Bij mij op het gymnasium gaven ook enkele economiestudenten les, zij waren heel populair.”

Respondent ir. Ernst Kouwe heeft al ruime ervaring met lesgeven: ,,Ik geef nu mechanica in het eerste en tweede jaar bij lucht- en ruimtevaart. Ik heb zelfs in deeltijd de lerarenopleiding gevolgd, in Leiden. Nooit afgemaakt, want het was onmogelijk te combineren met mijn gewone baan.” Kouwe heeft geen idealistische beweegredenen voor zijn keuze voor het onderwijs: ,,Ik ben er gewoon goed in. En ik vind het leuk.”

De mechanicadocent deed lang over zijn werktuigbouwstudie en rolde aan het eind het onderwijs in. ,,Nogal wat studenten hadden moeite met dynamica. Het slagingspercentage van dat vak was zo’n drie procent. Dat vond ik vreemd, zo moeilijk is het niet. Ik besloot bijles te geven aan een groepje studenten. Ik begon met zo’n zestien studenten, maar na vier keer waren het er vierhonderd en zat ik in collegezaal A.” De studenten moesten 3,50 per uur betalen. Kouwe vermoedt dat ze daardoor ook volhielden. ,,Ongeveer de helft van de studenten haalde vervolgens het tentamen. En ik had geen studieschuld meer.”

Kouwe heeft gedoceerd op middelbare scholen tijdens zijn lerarenopleiding en gedurende één jaar op een privé-school. ,,Lesgeven op het vwo is moeilijker dan aan de TU. De eerste keer dat ik voor de klas stond, ging het helemaal niet goed. Dan moet je eigenlijk meteen vertrekken. En de mavo is wel een heel grote uitdaging. Dan moet je echt een waanzinnig goede docent zijn om zo’n klas geïnteresseerd te houden. Bij twee en drie vwo is dat al moeilijk”, aldus de TU-docent.

Klaassen en De Boer beamen dat. ,,In drie mavo is de spanningsboog van de kinderen duidelijk korter dan in drie havo. Na een tijdje merk je dat ze niks meer opnemen en moet je iets anders verzinnen. Daarom moet je variatie brengen, de les in stukjes hakken”, vertelt Klaassen. ,,Je moet ook niet denken dat al die dertig kinderen opeens razend enthousiast worden, maar als je bij een paar kinderen het licht ziet opgaan, van ‘oh, ja’, dat is mooi.”

,,Het contact met de kinderen is verreweg het leukst. Tussen de uitleg en de lessen door praat je met ze en vertellen ze jou moppen”, aldus De Boer. De lessen met de jonge mavo-klassen zijn favoriet. ,,Ze zijn heel direct en eerlijk. Bij de havo-klassen merk je al dat dat minder is en op het vwo schijn je het respect te kunnen verliezen als je een fout op het bord maakt”, verklaart hij. ,,Ik heb bij een mavo-klas eens een som verkeerd op het bord gezet. Ze lachen dan wel om je omdat je een fout maakt, maar balen verder alleen dat ze nog een keer die som over moeten schrijven.”

Verliefd

Het lesgeven is goed te combineren met studeren. Klaassen heeft deze week tentamens en hoeft daarom niet naar school: ,,Van tevoren is afgesproken dat de studie altijd voor zou gaan. In de cao staat ook dat je voor bijscholing vrij moet krijgen. De lessen vallen uit of worden overgenomen door een docent die toevallig vrij heeft.”

Ieder geven ze zes uur per week les. De Boer: ,,In het begin ben je het dubbele aan tijd kwijt, door het voorbereiden van de lessen, proefwerken maken en nakijken.” Klaassen: ,,En dan heb je nog rapportvergaderingen en ouderavonden. Bovendien wil je weten met wie je op school werkt, dus blijf je na je lessen ook rondhangen en doe je mee aan activiteiten.”

Op het plan van de TULO is veel kritiek gekomen. Reijnhoudt is er niet van geschrokken: ,,Natuurlijk leveren mensen van de ulo kritiek, die willen niet dat anderen zo maar zonder hen leraar kunnen worden.” De studente is ook niet bang dat door haar toedoen ‘generaties studenten naar de klote worden geholpen’ zoals de Landelijke Studenten Vakbond vreest. ,,Een student toont waarschijnlijk meer enthousiasme dan een docent die al dertig jaar in het vak zit en aldoor met dezelfde methode werkt”, vermoedt Reijnhoudt.

,,Wij doen echt niet onder voor andere docenten die net beginnen”, menen ook Klaassen en De Boer. ,,Zij hebben wel al kunnen oefenen op stages, maar toch slagen veel docenten niet op hun eerste school. Bij ons hebben de rector, de conrector en de sectieleider van de natuurkundestaf al in de klas gezeten en ze waren tevreden, we mochten blijven.”

Over de begeleiding die ze van hun school krijgen, zijn de studenten zeer te spreken. Klaassen: ,,Elke nieuwe docent krijgt een mentor toegewezen. En bij de ‘intervisie’ komen alle beginnende docenten bij elkaar om problemen in de klas te bespreken.”

Het kleine leeftijdsverschil tussen de leermeesters en de leerlingen is weleens lastig. Klaassen: ,,Ze moeten daarom echt meneer en u zeggen. We zijn vrij strenge docenten, zodat we makkelijker grenzen kunnen trekken.” Volgens hun rector worden er ook leerlinges verliefd op de studenten. De Boer en Klaassen: ,,Dat zijn verhalen die de ronde doen. Zelf hebben we daar nog niets van gemerkt.”

TU-studenten en -docenten als oplossing van het lerarentekort in het middelbaar onderwijs. Over hun plannen, verwachtingen en ervaringen.

,,In het begin vind je het superleuk en sta je vol idealisme voor de klas. Je wilt je vak overbrengen, ze net zo enthousiast maken. Maar na een paar dagen blijkt al dat je het anders aan moet pakken”, vertelt Thijs Klaassen, vierdejaars technische natuurkunde.

De vierdejaars student werktuigbouwkunde Joris de Boer verklaart: ,,Een belangrijk deel van het lesgeven is orde houden. Je wordt uitgeprobeerd. Constant moet je in de gaten houden of het misgaat, of je moet ingrijpen. In het begin is dat moeilijk in te schatten.”

Huisgenoten Klaassen en De Boer zijn collega’s op het Sint Maartenscollege in Voorburg. Daar geven ze als onbevoegde docenten tweedegraads natuurkundelessen, dus aan de onderbouw. Dit jaar staan ze elk voor een drie mavo, een twee havo en een drie havo klas.

Deze studenten hebben al ervaring op het terrein waar, als het aan de TU ligt, straks meer TU-studenten en -docenten actief worden. Met een nieuw project wil de Technisch Universitaire Lerarenopleiding (TULO) helpen het nijpende lerarentekort in het middelbaar onderwijs op te lossen.

Bij het project zal de scholing veel beperkter zijn dan bij de reguliere TULO, vertelt coördinator ir. Marian Vrijman: ,,Je behaalt er ook geen lesbevoegdheid mee. De scholen moeten ontheffing aanvragen bij de onderwijsinspectie voor het in dienst hebben van onbevoegde docenten. Die ontheffing geldt telkens voor een jaar. Als het lerarentekort afneemt, zal de onderwijsinspectie niet meer zo coulant zijn en moeten de onbevoegde TU-ers vertrekken.” De deelnemers aan het project krijgen van tevoren met name didactische vakken en tijdens het schooljaar vindt begeleiding in de school plaats. De TULO wil tijdens het jaar ook nog enkele terugkombijeenkomsten organiseren voor evaluatie.

Om potentiële docenten aan te brengen ontvingen alle TU-docenten een enquêteformulier, verstuurde Vrijman via studenten- en studieverenigingen 430 brieven naar studenten en stond er vijf weken geleden een wervingsartikel in het voorlichtingskatern bij Delta. 21 Studenten van allerlei studierichtingen en drieëntwintig docenten reageerden. Genoeg reacties om de vacatures op omringende scholen mee in te vullen.

,,Daarmee is het haalbaarheidsonderzoek succesvol afgesloten. Nu moet het cvb het project nog goedkeuren en vervolgens moet de onderwijsinspectie haar fiat geven”, vertelt Vrijman, die zelf na haar scheikundestudie in Delft ook vijftien jaar voor de klas stond.

Balen

Joke Reijnhoudt reageerde op de oproep van Vrijman. ,,Ik vind het een boeiend experiment, een bijbaantje waar je zelf ook wat aan hebt. Leuker dan achter de kassa bij Albert Heijn, dat heb ik vanaf mijn zestiende al gedaan”, vertelt de studente industrieel ontwerpen die al aan het afstuderen is. Ze heeft zich daaromopgegeven voor één dag in de week.

Reijnhoudt is nog geen straffen aan het verzinnen: ,,Zo concreet ben ik er niet mee bezig. Tussen de docent en de klas klikt het of niet, meestal is dat de eerste les al duidelijk. Bij mij op het gymnasium gaven ook enkele economiestudenten les, zij waren heel populair.”

Respondent ir. Ernst Kouwe heeft al ruime ervaring met lesgeven: ,,Ik geef nu mechanica in het eerste en tweede jaar bij lucht- en ruimtevaart. Ik heb zelfs in deeltijd de lerarenopleiding gevolgd, in Leiden. Nooit afgemaakt, want het was onmogelijk te combineren met mijn gewone baan.” Kouwe heeft geen idealistische beweegredenen voor zijn keuze voor het onderwijs: ,,Ik ben er gewoon goed in. En ik vind het leuk.”

De mechanicadocent deed lang over zijn werktuigbouwstudie en rolde aan het eind het onderwijs in. ,,Nogal wat studenten hadden moeite met dynamica. Het slagingspercentage van dat vak was zo’n drie procent. Dat vond ik vreemd, zo moeilijk is het niet. Ik besloot bijles te geven aan een groepje studenten. Ik begon met zo’n zestien studenten, maar na vier keer waren het er vierhonderd en zat ik in collegezaal A.” De studenten moesten 3,50 per uur betalen. Kouwe vermoedt dat ze daardoor ook volhielden. ,,Ongeveer de helft van de studenten haalde vervolgens het tentamen. En ik had geen studieschuld meer.”

Kouwe heeft gedoceerd op middelbare scholen tijdens zijn lerarenopleiding en gedurende één jaar op een privé-school. ,,Lesgeven op het vwo is moeilijker dan aan de TU. De eerste keer dat ik voor de klas stond, ging het helemaal niet goed. Dan moet je eigenlijk meteen vertrekken. En de mavo is wel een heel grote uitdaging. Dan moet je echt een waanzinnig goede docent zijn om zo’n klas geïnteresseerd te houden. Bij twee en drie vwo is dat al moeilijk”, aldus de TU-docent.

Klaassen en De Boer beamen dat. ,,In drie mavo is de spanningsboog van de kinderen duidelijk korter dan in drie havo. Na een tijdje merk je dat ze niks meer opnemen en moet je iets anders verzinnen. Daarom moet je variatie brengen, de les in stukjes hakken”, vertelt Klaassen. ,,Je moet ook niet denken dat al die dertig kinderen opeens razend enthousiast worden, maar als je bij een paar kinderen het licht ziet opgaan, van ‘oh, ja’, dat is mooi.”

,,Het contact met de kinderen is verreweg het leukst. Tussen de uitleg en de lessen door praat je met ze en vertellen ze jou moppen”, aldus De Boer. De lessen met de jonge mavo-klassen zijn favoriet. ,,Ze zijn heel direct en eerlijk. Bij de havo-klassen merk je al dat dat minder is en op het vwo schijn je het respect te kunnen verliezen als je een fout op het bord maakt”, verklaart hij. ,,Ik heb bij een mavo-klas eens een som verkeerd op het bord gezet. Ze lachen dan wel om je omdat je een fout maakt, maar balen verder alleen dat ze nog een keer die som over moeten schrijven.”

Verliefd

Het lesgeven is goed te combineren met studeren. Klaassen heeft deze week tentamens en hoeft daarom niet naar school: ,,Van tevoren is afgesproken dat de studie altijd voor zou gaan. In de cao staat ook dat je voor bijscholing vrij moet krijgen. De lessen vallen uit of worden overgenomen door een docent die toevallig vrij heeft.”

Ieder geven ze zes uur per week les. De Boer: ,,In het begin ben je het dubbele aan tijd kwijt, door het voorbereiden van de lessen, proefwerken maken en nakijken.” Klaassen: ,,En dan heb je nog rapportvergaderingen en ouderavonden. Bovendien wil je weten met wie je op school werkt, dus blijf je na je lessen ook rondhangen en doe je mee aan activiteiten.”

Op het plan van de TULO is veel kritiek gekomen. Reijnhoudt is er niet van geschrokken: ,,Natuurlijk leveren mensen van de ulo kritiek, die willen niet dat anderen zo maar zonder hen leraar kunnen worden.” De studente is ook niet bang dat door haar toedoen ‘generaties studenten naar de klote worden geholpen’ zoals de Landelijke Studenten Vakbond vreest. ,,Een student toont waarschijnlijk meer enthousiasme dan een docent die al dertig jaar in het vak zit en aldoor met dezelfde methode werkt”, vermoedt Reijnhoudt.

,,Wij doen echt niet onder voor andere docenten die net beginnen”, menen ook Klaassen en De Boer. ,,Zij hebben wel al kunnen oefenen op stages, maar toch slagen veel docenten niet op hun eerste school. Bij ons hebben de rector, de conrector en de sectieleider van de natuurkundestaf al in de klas gezeten en ze waren tevreden, we mochten blijven.”

Over de begeleiding die ze van hun school krijgen, zijn de studenten zeer te spreken. Klaassen: ,,Elke nieuwe docent krijgt een mentor toegewezen. En bij de ‘intervisie’ komen alle beginnende docenten bij elkaar om problemen in de klas te bespreken.”

Het kleine leeftijdsverschil tussen de leermeesters en de leerlingen is weleens lastig. Klaassen: ,,Ze moeten daarom echt meneer en u zeggen. We zijn vrij strenge docenten, zodat we makkelijker grenzen kunnen trekken.” Volgens hun rector worden er ook leerlinges verliefd op de studenten. De Boer en Klaassen: ,,Dat zijn verhalen die de ronde doen. Zelf hebben we daar nog niets van gemerkt.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.