Opinie

Wat je moet weten over intelligentietests in sollicitatieprocedures

Moet je als sollicitant een intelligentietest ondergaan? Hou dan in gedachten dat daar geen individuele voorspelling uitkomt, betoogt Thomas van den Brink. En ongeacht de uitkomst, leer je veel over jezelf.

Vandaag ging de selectieprocedure voor het Rijkstraineeship weer van start (open tot 13 april, red.). Onlosmakelijk daaraan verbonden is de psychologische test: een selectiemethode die onder andere bestaat uit een IQ-test. Dit soort tests laat vrijwel niemand onberoerd, maar wat zeggen ze eigenlijk over je geschiktheid én over dit selectie-instrument? Zijn het vormen van zelfpijniging of oppeppers van je ego?

De reden dat de overheid gebruik maakt van psychologische tests is dat het als selectiemiddel een grotere voorspellende waarde heeft over het toekomstig functioneren van een kandidaat dan aanbevelingsbrieven, opleidingsniveau en/of CV.

Het gaat dan over de correlatie tussen toekomstig functioneren en persoonlijke – meetbare – eigenschappen. Een voorspelling die wordt uitgedrukt als een kans tussen de 0 en 100% dat iemand met eenzelfde uitslag goede presentaties zal leveren. Dit wordt gebaseerd op een controlegroep.

Omdat de tests voor veel kandidaten vaak als een botte-bijl van afwijzing of een ultieme – want ‘objectieve’- bevestiging van persoonlijke kwaliteiten voelt, is het goed je ervan bewust te zijn dat het niet gaat om een individuele voorspelling.

Oefenen
Wat tijdens een computer-IQ-test vaak voorbijkomt, zijn getallenreeksen, analogieën, syllogismen, afbeeldingenreeksen en diagrammetjes. De beantwoording geschiedt via meerkeuzevragen. Tenzij je in alles excelleert of een koele kikker bent, leiden deze tests tot een constante wisselwerking tussen een adrenaline-kick bij een goed antwoord en een kwelling van je zelfbeeld bij fouten.

Een aantal van mijn vrienden deed mee aan de selectieprocedure. Eerst oefenden ze om erachter komen wat ze konden verwachten en welke vaardigheden getest zouden worden. De voorbereidingstijd varieerde van twee uur tot hele dagen.

Het voornaamste voordeel van oefenen is dat je de vorm van de vragen herkent. Daardoor kun je sneller en rustiger antwoord geven. Oefeningen zijn te vinden op internet en beschikbaar in boekvorm.

Betekent dit dat oefening alleen genoeg is? Waarschijnlijk niet. Je zult toch enige aanleg moeten hebben voor cijferreeksen, taal en het interpreteren van afbeeldingen. Als je dat niet hebt, word je door oefening niet opeens een genie. Wel is het uiteraard een blijk van doorzettingsvermogen als je veel tijd steekt in de voorbereiding.

Tijdsdruk
Wanneer je thuis of op locatie aan een test begint, krijg je eerst een toelichting en instructies. Het is te prijzen dat de makers je informeren over het doel en je tips geven om optimaal te presteren. Al zijn de tips soms enigszins tegenstrijdig: “Let op de tijd maar laat je niet opjagen”.

Het maken van een IQ-test is tijdgebonden. Alleen als je een korte tijdsperiode neemt, kan de test onderscheidend zijn. In een uur zal immers vrijwel iedereen een vraag hebben opgelost, waardoor de toets niet differentieert tussen goede en slechte kandidaten en dus aan voorspellende kracht inboet. In relatie tot het doel van de test is de keuze voor een korte tijdsspanne dus begrijpelijk, maar het kan bij de kandidaat overkomen als een te grote nadruk op snelheid in plaats van inhoudelijke vaardigheden.

Als je bijvoorbeeld bij de afbeeldingen niet snel ziet dat in een aantal figuren het witte bolletje linksom draait en het zwarte driehoekje rechtsom, is het de vraag of dat met meer tijd wel zou lukken. Het opwerpen van een verdediging als ‘daar keek ik niet naar!’ is zinloos: hoe snel je het doorhad, is precies wat getoetst wordt.

Psychologische trucs
Wanneer je met een IQ-test hoog scoort, geeft dat een ego-boost. Daarmee verdwijnt echter ook een kritische houding ten opzichte van dit soort methoden. Wie niet slaagt, beschermt zijn eigenwaarde daarentegen eerder met psychologische trucs dan met een doordachte argumentatie: “Ach, Einstein zou hier toch ook niet in geslaagd zijn!?” In beide gevallen wordt de vanzelfsprekendheid, de legitimiteit en het nut van dit soort tests niet aan de orde gesteld.

De vraag is daarom: zijn dit soort tests objectief? Persoonlijk denk ik van wel: de tests maken immers geen onderscheid tussen de uiteenlopende kwaliteiten van personen. Dat is ook hun kracht: iedereen op exact dezelfde wijze toetsten.

Relevant?
Wel ben ik kritisch over hoe IQ gedefinieerd wordt en de vraag of objectiviteit hetzelfde is als ‘eerlijk’ en ‘relevant’. Je kunt je namelijk afvragen of er niet juist meer rekening gehouden moet worden met persoonlijke kwaliteiten en hoe relevant het is om als trainee cijfer- of afbeeldingreeksen te analyseren. Is een bedachtzame, kritische en weloverwogen analyse niet minstens zo belangrijk?

Geslaagd!? Gefeliciteerd! Gezakt!? “Ach, wie wil er nou bij een organisatie werken waar ze assessments gebruiken?” “Het was slechts een momentopname.” Herken je deze reactie? Begrijpelijk, maar het zijn wederom manieren om je eigenwaarde te beschermen.

Hoewel een afwijzing natuurlijk vervelend is, is zij waardevol omdat je minstens zo belangrijke eigenschappen als veerkracht en flexibiliteit oefent. Dat de tests niet persoonlijk bedoeld zijn, is daarbij hopelijk een geruststelling.


Thomas van den Brink is in 2013 afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij heeft een eigen bedrijf, genaamd THOM (Telling History with Original Maps). Voor dit stuk raadpleegde hij rd. Rendel de Jong, docent en onderzoeker bij Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Utrecht, en verschillende alumni die succesvol waren of juist werden afgewezen tijdens de eerste ronde van het Rijkstraineeship.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.