Opinie

Wassend water

Willemijn Dicke en Vincent Marchau peilen de meningen op het tweede Elsevier Technologiedebat over zeespiegelstijging. Niet iedereen is ervan overtuigd dat de zeespiegel stijgt. “Afwijkende meningen in het huidige debat over watermanagement komen onvoldoende aan bod.”

Politici, beleidsmakers en journalisten lijken het eens: de zeespiegel stijgt alarmerend en er moeten nieuwe, onorthodoxe maatregelen genomen worden om Nederland in de toekomst langdurig te beschermen tegen hoog water. Zo pleit de Commissie Veerman voor noodoverloopgebieden (polders onder water zetten in geval van nood) en voor een meer veerkrachtige en dynamische manier van waterbescherming, die ook meer ruimte biedt voor de natuur.
Zo niet Han Vrijling, hoogleraar waterbouwkunde en probabilistisch ontwerpen aan de TU Delft. Op het tweede Elsevier Technologiedebat, georganiseerd door de TU Delft, weekblad Elsevier en Campus Den Haag, ging hij lijnrecht tegen de heersende mening in. In het interview tijdens het debat met Elseviers wetenschapsredacteur Simon Rozendaal zei Vrijling dat we nu nog niet kunnen weten of de zeespiegel extra snel stijgt, en zo ja, hoeveel. Metingen van zijn promovendus wijzen erop dat de stijging van afgelopen jaren een terugkerende, tijdelijke stijging is, die samenhangt met de stand van de aarde ten opzichte van de maan. Volgens die metingen zal de zeespiegel de komende jaren juist dalen. Vrijling denkt dat we beter de dijken kunnen versterken en pompen, dan kiezen voor noodoverloopgebieden: “Die gebieden zetten geen zoden aan de dijk. Voor de opvang van de pieken in het hoog water in de Rijn zou je de hele Betuwe nodig hebben.” In plaats van ons zorgen te maken over de stijging van de zeespiegel, kunnen we volgens Vrijling beter onze dijken op orde brengen. Er is achterstallig onderhoud. Die zwakke plekken verdienen voorrang, boven de megalomane plannen om meters zeespiegelstijging aan te kunnen, waarvan helemaal niet duidelijk is of die wel gaat optreden, aldus Vrijling.

De panelleden dachten daar anders over. De dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Delfland, Michiel Haersma Buma, heeft meer vertrouwen in de voorspellingen van het KNMI. Deze geven aan dat we te maken krijgen met een serieuze zeespiegelstijging. Hij stelde voor om de ingeslagen weg van versterking van de waterkering, het verhogen van de gemaalcapaciteit, het verbreden van de watergangen en het aanleggen van waterberging verder te volgen. Dat moet wel stapsgewijs. Als de metingen iets anders laten zien dan de huidige voorspellingen, moeten de plannen worden bijgesteld.

Fanny HeemskerckPillis van Arcadis hekelde de wijze waarop de overheid omgaat met risico’s. De bestuurders zijn erop gericht elk mogelijk risico uit te sluiten. Dat is volgens HeemskerckPillis niet mogelijk en niet nodig. In plaats van dit risicomijdende gedrag te tonen, zou de overheid openheid moeten geven aan bedrijven en inwoners van een bepaald gebied: welk risico loopt u en wat kunt u doen in geval van nood. Ze was het met Vrijling eens dat de huidige voorspellingen en maatregelen overdreven zijn.
Karina Czapiewska bood een nieuwe manier van kijken. Samen met vijf andere Delftse alumni is ze Deltasync gestart, een jong bedrijf dat zich bezighoudt met overstroombestendig bouwen. Voorbeelden zijn waterwoningen, drijvende wegen en zelfs drijvende wijken. Vrijling was hier minder positief over: “Drijvende woningen kun je niet te hoog maken want dan worden ze instabiel. Dan kun je nog beter op palen gaan bouwen.”

De zaal was op de hand van Han Vrijling. Dat bleek bij het stemmen over stellingen: het valt wel mee met die zeespiegelstijging, en pompen en dijken bouwen zijn superieur aan het aanleggen van noodoverloopgebieden. Het publiek in de zaal maakte zich druk over het feit dat afwijkende meningen en metingen binnen het huidige debat over watermanagement, zoals van Han Vrijling, onvoldoende aan bod komen.
En voor die ontmoeting tussen wetenschap, praktijk en politiek zijn juist deze technologiedebatten bedoeld. We hopen dat de nieuwe Deltacommissaris er zijn voordeel mee zal doen.

Willemijn Dicke en Vincent Marchau werken bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management, TU Delft

Zo is de Michiel de Ruyterweg ter hoogte van BK-city vrijwel compleet afgesloten; alleen voetgangers en fietsers kunnen mondjesmaat langs het enorme gat dat er in de weg is gemaakt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.