Onderwijs

‘War Child’ – a book for the ages

African writer and activist Bruce Cerew has penned a compelling memoir about war-ravaged Africa and life as an asylum-seeking refugee in the Netherlands.

“Now I am become Death, the destroyer of worlds,” cried physicist Robert Oppenheimer, ‘The Father of the Atomic Bomb’, as he watched a mushroom cloud of radioactive vapour rise over New Mexico’s desert sands, ushering in mankind’s most horrendous weapon of war yet. 
In Africa over the past four decades, guns, machetes and savagery however have done Death’s bidding no less horrifically as the scientist’s ingenious bomb. Africa and mankind’s history is a chilling tale of endless violence, death and misery, all in the name of war. This is the bloody backdrop of War Child by Bruce Cerew, a fictionalised memoir of the author’s life from a boyhood in war-torn Africa, to his miserable plight as an asylum-seeking refugee in the Netherlands.
War Child tells a story of tragedy, despair, hope and triumph through Ray, a fictional character caught in a web of hate and deceit. Ray is forced to leave his Nigerian home at age 12, only to be captured by marauding rebel troops involved in fighting in Liberia and Sierra Leone, before finally escaping Africa, only to once again be held prisoner as an asylum-seeking refugee in the Netherlands.
Cerew’s book is a testimony to Africa’s millions of innocent victims, the men, women and children who have been murdered, maimed, raped, tortured and forced to flee their homes and seek refuge in the indignity of a life as hopeless nomads in foreign countries, where destitution, discrimination and the constant shadow of fear blights their collective existence.
The second part of War Child chronicles Ray’s flight to the Netherlands, where the war in Africa is replaced by rejection and hardship in a Dutch refugee observation camp, and where Ray is challenged by incidents of betrayal, disappointment and temptation in his new ‘home’ country.
Ray meets and falls in love with a beautiful woman in the camp, but his joy is short-lived when he is sent away to the ASC refugee camp in Haarlem. With no money, job or friends, Ray is overtaken by depression, hallucinations and thoughts of suicide. But just when all hope seems lost, he meets Ginger, who helps rekindle his hope in life, before a sad, sudden twist also ends their relationship, and a dejected Ray is returned to the ASC.
Faced with unrelenting and heartbreaking setbacks, Ray nevertheless fights to overcome his misery and suffering as a refugee and asylum seeker. In the end, Ray finds love again, this time with Trudy, a Dutch woman, and together they embark on a personal journey of love, compromise and sacrifice that makes life worth living for.
War Child unflinching looks at the horrors of human abuse and war‚ while also reflecting on how those horrors continue to twist and shape the lives of refugees long after they’ve escaped their own countries. Cerew’s (and Ray’s) ultimate freedom is hard won, and only achieved through his indomitable spirit and strong faith against all odds. In the end what saves him is human kindness, dignity and the emotional rescue of love.
War Child is the compelling story of hope against despair that reads like a Hollywood thriller, with all the adventure, suspense and action, detailing an extraordinary odyssey that celebrates the human spirit, while delivering a bold message to humanity to reject wars and their devastating effects, which, like Oppenheimer’s atomic bomb, seek only to destroy mankind.

‘War Child’ by Bruce Cerew, available in Dutch bookstores and at www.warchildnet.com. Bemgba Nyakuma, MSc Sustainable Engineering, from Nigeria, is also a published author: his short story collection, ‘The Dreamcatcha & Other stories’, is available at www.africanwriter.com.

De Delftse studievereniging voor vrouwelijke studenten Ires wordt woensdag, hoogst waarschijnlijk, opgeheven. Marja Weijs, de huidige voorzitter van Ires, heeft de zoektocht naar nieuwe bestuursleden gestaakt en licht de ondergang toe van de enige vereniging in Delft waar mannen géén lid van mogen worden.


Figuur 1 ,,Wij willen studentes ervan doordringen dat ze moeten nadenken over hun toekomst”

Het leven houdt voor Marja Weijs, de voorzitter van Ires, niet op na opheffing van de club. Als het aan haar gelegen had, was ze er afgelopen november, na een jaar bestuurswerk voor de vrouwenvereniging, zelfs al mee gestopt. Maar helaas, er bleken geen opvolgers te vinden. En dus sleepte de boel nog een half jaartje voort, maar nu is het echt mooi geweest, vindt het Ires-bestuur.

Volgende week is de vergadering waarin de leden (in totaal zijn er nog zeshonderd) kunnen besluiten de vereniging op te heffen. Tweederde van het aantal aanwezigen moet zich achter het opheffingsvoorstel scharen. Gebeurt dat niet, zegt Weijs, dan bedankt het huidige bestuur toch voor de taak. ,,Dan heb je dus een stuurloze vereniging. Op die manier heeft Ires natuurlijk geen toekomst.”

Zelf kwam Weijs anderhalf jaar geleden in het Ires-bestuur terecht, toen een vriendin haar daarvoor vroeg. Echt actief voor de club was ze nog nooit geweest, maar dat deerde niet. Weijs dacht aanvankelijk wel iets van haar bestuursjaar te kunnen maken. Dat viel tegen. Zelfs het organiseren van activiteiten kwam moeilijk van de grond.

,,We hebben veel bedrijven aangeschreven, op zoek naar vrouwelijke ingenieurs die een lezing konden geven of een rondleiding, maar er kwamen vrijwel geen reacties binnen. Er werken niet zoveel vrouwelijke ingenieurs in het bedrijfsleven, tien jaar geleden studeerden er aan de TU nog veel minder vrouwen. Kennelijk hebben de vrouwen die er werken het te druk of zijn er toch nog veel huisvrouw geworden. Uiteindelijk hebben we maar één excursie georganiseerd, naar het Interfacultair Reactor Instituut, het IRI. Er gingen zo’n acht vrouwen mee.”

Imago

Een andere oorzaak zoekt Weijs bij het bestuur zelf. De overdracht van de oude naar de nieuwe club was wegens tijdgebrek niet erg soepel verlopen. En na enige tijd raakte het nieuwe Ires-bestuur ook nog zijn commissaris Activiteiten kwijt. Die kwam nooit opdagen voor vergaderingen en liet plots niets meer van zich horen.

,,Ires heeft een erg negatief imago: de vrouwelijke studentes hebben geen behoefte aan een ‘feministenclub’ en redden zich zo ook wel,” weet Weijs. Zelf was ze ook geen aanhanger van de vrouwenbeweging toen ze naar Delft kwam. Dergelijke zaken hielden haar niet zo bezig.

,,Op school was ik goed in exacte vakken, dus ging ik naarDelft. Het leek me wel leuk ook, met zoveel jongens. Ik ben niet zo’n poppenmeisje, ik klom liever in bomen en speelde met lego. Eerst wilde ik natuurkunde gaan studeren, maar uiteindelijk werd het civiele techniek.”

Het feministische tijdschrift Opzij, waarop Ires geabonneerd is, verdwijnt iedere maand ongelezen in de kast. ,,Een feministische vereniging is Ires al lang niet meer. Dat de vrouwen zich vandaag de dag hier op de universiteit wel staande kunnen houden weten wij ook. Van een vereniging met een nogal feministische inslag – ‘we gaan net zolang door tot het aandeel vrouwelijke studenten vijftig procent is’ – zijn we veranderd in een voorlichtende vereniging.”

Die trend was al ingezet voordat Weijs voorzitter werd. Al enkele jaren voert de club discussies over zijn bestaansrecht. ,,Er wordt al heel lang gedacht aan opheffing. Het bestuur vóór ons is daar ook mee bezig geweest, naar aanleiding van de ontbinding van Mirthe, de studievereniging voor vrouwen in Enschede. Maar op de discussieavond die toen gehouden is, vonden de aanwezige oud-bestuursleden dat Ires wél bestaansrecht had, namelijk als beroepsvoorlichters. Sindsdien hebben we ons daar ook mee beziggehouden.”

Weijs vindt óók dat de voorlichtende vereniging bestaanrecht heeft, alleen: er is zo weinig animo. De Ires-voorzitter begrijpt wel dat vrouwen nu minder behoefte hebben om elkaar op te zoeken. Een echte uitzondering, zoals negen jaar geleden, zijn ze immers niet meer.

Maar toch: ,,Wij willen de studentes ervan doordringen dat ze moeten nadenken over hun toekomst. De meesten hebben er namelijk een verkeerd beeld over, denken dat alles wel vanzelf zal gaan. Maar in de praktijk blijkt dat je het combineren van kinderen en een topcarrière wel kunt vergeten. Parttime werken gebeurt nauwelijks in hogere functies. Dus zul je genoegen moeten nemen met een wat ‘mindere’ baan als je je kinderen nog wil zien.”

Interesse

Ook Weijs weet dat het niet altijd fout hoeft te gaan. ,,Maar dat is nog geen reden om er nu niet mee bezig te zijn. Je oriënteert je op andere gebieden toch ook op je toekomst?” Vrouwen kunnen zich eveneens via andere kanalen op de toekomst oriënteren, maar dan gebeurt dat meestal niet vanuit een specifiek vrouwenperspectief, denkt Weijs.

Als Ires niet opgeheven zou worden, moeten er volgens de voorzitter wel een aantal dingen veranderen. ,,Dat je automatisch Ires-lid bent wanneer je als vrouw lid bent van de VSSD is natuurlijk onzin. Ires schiet er ook niets mee op, want we weten niet of deze leden wel echt geïnteresseerd zijn.”

Blijkbaar niet, want de interesse voor Ires kwam de laatste jaren voornamelijk nog van oud-bestuursleden. Nieuwe bestuursleden werden gevonden onder huisgenotes en vriendinnen. De reacties op het voornemen tot opheffen zijn verschillend: ,,We hebben van één oud-bestuurslid bericht gehad dat ze heel blij was dat het nu eindelijk ging gebeuren. Zij wilde de ontbinding eigenlijk al in haar bestuursjaar, drie jaar geleden, maar de andere bestuursleden waren het daar niet zo mee eens. Van een ander oud-bestuurslid kregen wejuist de wind van voren. ‘Het’ kon niet en we hadden ‘het’ niet goed gedaan.”

Het is wel jammer dat mannen volgens de statuten geen lid mogen worden van de vereniging, want het volledig uit mannen bestaande Aegee-bestuur toonde interesse. Maar dat was waarschijnlijk een grapje. Toch, over het algemeen zijn mannen, nadat je ze het doel van de vereniging hebt uitgelegd, volgens Weijs veel positiever over Ires dan vrouwen.

Afgeknapt op het bestuurswerk is Weijs door de affaire overigens niet. Ze is inmiddels actief voor het Betondispuut van Civiele Techniek en zit in de Delftse Studenten Raad (een controlerend orgaan voor het VSSD-bestuur) namens de Aag-studentenpartij.

In februari begon ze met afstuderen. ,,Ik heb gekozen voor de richting gezondheidstechniek; afvalwaterbehandeling of drinkwaterbereiding. Als ik daarmee later in het buitenland terecht kom, kan mijn vriend of man misschien niet mee. Dat zou een reden kunnen zijn om niet te gaan. Als ik kinderen krijg, weet ik niet of ik wel parttime zou willen werken. Het schijnt heel zwaar te zijn. In feite komt dat in hogere functies vaak neer op fulltime werk in de halve tijd doen, heb ik via Ires eens van iemand uit de praktijk gehoord. Dan maar een minder fijne baan, want ik wil wel een beetje leuk leven. Als mijn man voor de kinderen wil zorgen is dat mooi, maar ik ga hem niet dwingen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.