Wetenschap

Wandelen voor de wetenschap

Zestig voetgangers liepen zich afgelopen donderdag het zweet onder de oksels in een laboratorium van Civiele Techniek. Doel van het loopexperiment: computermodellen toetsen aan de praktijk. Want over voetgangersgedrag is nog maar weinig bekend.

Dat een menigte van zestig voetgangers in no time vastloopt wanneer zij zich door een smalle gang wurmt, mag geen verrassing heten. Hoe de stroom vastloopt, daar is het promovenda ir. Winnie Daamen en haar begeleider dr.ir. Serge Hoogendoorn om te doen. Via tien loopexperimenten verzamelden de onderzoekers afgelopen donderdag gegevens om simulatiemodellen te verbeteren.

,,Groepen één en twee opstellen.” Daamen dirigeert een groep voetgangers naar een stoplicht. Zodra het licht groen kleurt loopt een stoet rode en groene petjes door een vier meter brede gang. Spontaan voetganger zijn blijkt nog niet gemakkelijk. De meeste deelnemers lopen alsof ze op splinternieuwe sportschoenen een rondje maken in de schoenenzaak. Daamen straalt van geluk. ,,Verschillende leeftijdgroepen zijn vertegenwoordigd en de mensen zijn enthousiast. Wat wil je nog meer?”

Boven de massa hangt een digitale camera. Met software kan het afgelegde pad van een rood of groen petje worden gevolgd. De camera registreert een bukkende deelnemer: voetganger Mart Sluman. ,,Eén hele eurocent. Dit wordt een winstgevende middag zo.” Naast het gevonden wisselgeld kan Sluman aan het einde van de middag een VVV-bon van 35 euro incasseren. Sluman beweert een tactisch voetganger te zijn. ,,Op de markt maak ik altijd een omtrekkende beweging om de kaaskraam te bereiken. Ik zal nooit dwars door de mensenmassa lopen.”

Het deelnemersveld kent een grote verscheidenheid. Van middelbare scholieren tot mevrouw Smit-Brouwer die die dag haar tweeënzeventigste verjaardag viert. De meeste deelnemers lopen één dagdeel. Matthijs Keij, student aan de TU Eindhoven voetgangert echter al de hele dag. ,,Via mijn vriendin ben ik hier terechtgekomen. Na vanochtend werd ik tot groepsleider gebombardeerd.”

Schiphol Plaza

Hoogendoorn constateert tevreden dat de bottleneck al vrij snel voor oponthoud zorgt. ,,Natuurlijk is dit nog niet de werkelijkheid. Mensen hier hebben bijvoorbeeld geen haast, maar je moet ergens beginnen.” Wiskundige Hoogendoorn deed al eerder onderzoek naar voetgangers. Op zijn computer toont hij honderden krioelende stipjes in een plattegrond van Schiphol Plaza. Sommige stipjes haasten zich richting uitgang, andere slenteren richting een bankje of kiosk. ,,Schiphol Plaza is doorgerekend met Nomad, een model dat gedrag van individuele voetgangers voorspelt. Voor grote ruimtes is dat nu nog te veel rekenwerk. Daamen gebruikt daarnaast Simvoet, dat voorspelt de stroming als geheel.”

Naast gegevens over de stroom als geheel zijn Daamen en Hoogendoorn geïnteresseerd in individueel gedrag. Hoeveel afstand houden de voetgangers ten opzichte van elkaar, wat is hun passeergedrag en wat doen zij bij confrontaties? ,,Loopgedrag is aan sociaal-culturele invloeden onderhevig”, vertelt Hoogendoorn. En daar wringt de schoen in de huidige simulatiemodellen: de voetgangers in het model van Schiphol Plaza zijn deels gebaseerd op onderzoek in Duitsland, Hong-Kong en Mekka.

Communicatiegedrag van automobilisten is opzichtig. Met groot licht seinen, vervolgens met hevig knipperend linker knipperlicht aan de bumper kleven en eventueel de middelvinger opsteken. De wijze waarop voetgangers communiceren is volgens Hoogendoorn een stuk subtieler. ,,Je ziet dat mensen zo veel mogelijk rechtdoor lopen en nauwelijks uitwijken. Voetgangers anticiperen en onderhandelen met elkaar. Dat is ook een van de hypotheses in het model.”

Dokter

Een experiment waarbij één op de tien voetgangers tegen rest van de stroom inloopt is tekenend. ,,Je zou verwachten dat die tien procent het zwaar krijgt. Wat je ziet is dat de eerste voetganger uitwijkt, maar de rest loopt daar keurig in een sliert achteraan.” Wie dat niet doet wordt ook onmiddellijk afgestraft met een elleboog of schouder, in vaktaal: brushing.

Student Robbert Wagemaker bespreekt in een pauze de voetgangerskunde met een medestudent. ,,Volgens mij speelt lengte ook een rol. Ik kan door mijn lengte ver vooruit kijken. Kleine mensen botsen eerder.” De loopstrokentheoriekan Wagemaker empirisch bevestigen. ,,Op festivals zie je dat ook.”

Terwijl 59 voetgangers al keuvelend een ommetje maken, zit Jolanda Roos op een stoeltje uit te blazen. ,,Ik heb Multiple Sclerose. Eigenlijk mocht ik van de dokter niet meedoen, maar die kan vandaag even de boom in.” Roos heeft zichtbaar plezier in de wandelwetenschap en zit dan ook op hete kolen. ,, Even rusten en dan doe ik zo weer mee. Erg leuk om te doen. Prachtig hè, dat gekrioel van al die mensen. Ik heb heel veel gelaten om dit vandaag te kunnen doen. Ik wil de grens opzoeken van wat ik kan en ik moet zeggen: ik heb al aardig wat gelopen.”

Dat een menigte van zestig voetgangers in no time vastloopt wanneer zij zich door een smalle gang wurmt, mag geen verrassing heten. Hoe de stroom vastloopt, daar is het promovenda ir. Winnie Daamen en haar begeleider dr.ir. Serge Hoogendoorn om te doen. Via tien loopexperimenten verzamelden de onderzoekers afgelopen donderdag gegevens om simulatiemodellen te verbeteren.

,,Groepen één en twee opstellen.” Daamen dirigeert een groep voetgangers naar een stoplicht. Zodra het licht groen kleurt loopt een stoet rode en groene petjes door een vier meter brede gang. Spontaan voetganger zijn blijkt nog niet gemakkelijk. De meeste deelnemers lopen alsof ze op splinternieuwe sportschoenen een rondje maken in de schoenenzaak. Daamen straalt van geluk. ,,Verschillende leeftijdgroepen zijn vertegenwoordigd en de mensen zijn enthousiast. Wat wil je nog meer?”

Boven de massa hangt een digitale camera. Met software kan het afgelegde pad van een rood of groen petje worden gevolgd. De camera registreert een bukkende deelnemer: voetganger Mart Sluman. ,,Eén hele eurocent. Dit wordt een winstgevende middag zo.” Naast het gevonden wisselgeld kan Sluman aan het einde van de middag een VVV-bon van 35 euro incasseren. Sluman beweert een tactisch voetganger te zijn. ,,Op de markt maak ik altijd een omtrekkende beweging om de kaaskraam te bereiken. Ik zal nooit dwars door de mensenmassa lopen.”

Het deelnemersveld kent een grote verscheidenheid. Van middelbare scholieren tot mevrouw Smit-Brouwer die die dag haar tweeënzeventigste verjaardag viert. De meeste deelnemers lopen één dagdeel. Matthijs Keij, student aan de TU Eindhoven voetgangert echter al de hele dag. ,,Via mijn vriendin ben ik hier terechtgekomen. Na vanochtend werd ik tot groepsleider gebombardeerd.”

Schiphol Plaza

Hoogendoorn constateert tevreden dat de bottleneck al vrij snel voor oponthoud zorgt. ,,Natuurlijk is dit nog niet de werkelijkheid. Mensen hier hebben bijvoorbeeld geen haast, maar je moet ergens beginnen.” Wiskundige Hoogendoorn deed al eerder onderzoek naar voetgangers. Op zijn computer toont hij honderden krioelende stipjes in een plattegrond van Schiphol Plaza. Sommige stipjes haasten zich richting uitgang, andere slenteren richting een bankje of kiosk. ,,Schiphol Plaza is doorgerekend met Nomad, een model dat gedrag van individuele voetgangers voorspelt. Voor grote ruimtes is dat nu nog te veel rekenwerk. Daamen gebruikt daarnaast Simvoet, dat voorspelt de stroming als geheel.”

Naast gegevens over de stroom als geheel zijn Daamen en Hoogendoorn geïnteresseerd in individueel gedrag. Hoeveel afstand houden de voetgangers ten opzichte van elkaar, wat is hun passeergedrag en wat doen zij bij confrontaties? ,,Loopgedrag is aan sociaal-culturele invloeden onderhevig”, vertelt Hoogendoorn. En daar wringt de schoen in de huidige simulatiemodellen: de voetgangers in het model van Schiphol Plaza zijn deels gebaseerd op onderzoek in Duitsland, Hong-Kong en Mekka.

Communicatiegedrag van automobilisten is opzichtig. Met groot licht seinen, vervolgens met hevig knipperend linker knipperlicht aan de bumper kleven en eventueel de middelvinger opsteken. De wijze waarop voetgangers communiceren is volgens Hoogendoorn een stuk subtieler. ,,Je ziet dat mensen zo veel mogelijk rechtdoor lopen en nauwelijks uitwijken. Voetgangers anticiperen en onderhandelen met elkaar. Dat is ook een van de hypotheses in het model.”

Dokter

Een experiment waarbij één op de tien voetgangers tegen rest van de stroom inloopt is tekenend. ,,Je zou verwachten dat die tien procent het zwaar krijgt. Wat je ziet is dat de eerste voetganger uitwijkt, maar de rest loopt daar keurig in een sliert achteraan.” Wie dat niet doet wordt ook onmiddellijk afgestraft met een elleboog of schouder, in vaktaal: brushing.

Student Robbert Wagemaker bespreekt in een pauze de voetgangerskunde met een medestudent. ,,Volgens mij speelt lengte ook een rol. Ik kan door mijn lengte ver vooruit kijken. Kleine mensen botsen eerder.” De loopstrokentheoriekan Wagemaker empirisch bevestigen. ,,Op festivals zie je dat ook.”

Terwijl 59 voetgangers al keuvelend een ommetje maken, zit Jolanda Roos op een stoeltje uit te blazen. ,,Ik heb Multiple Sclerose. Eigenlijk mocht ik van de dokter niet meedoen, maar die kan vandaag even de boom in.” Roos heeft zichtbaar plezier in de wandelwetenschap en zit dan ook op hete kolen. ,, Even rusten en dan doe ik zo weer mee. Erg leuk om te doen. Prachtig hè, dat gekrioel van al die mensen. Ik heb heel veel gelaten om dit vandaag te kunnen doen. Ik wil de grens opzoeken van wat ik kan en ik moet zeggen: ik heb al aardig wat gelopen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.