Wetenschap

Waarschijnlijk nieuw Dioc waterstof

Het college wil extra geld voor onderzoek naar lichtere waterstofopslagsystemen, duurzame waterstofproductie en toepassing in brandstofcellen.

/strong>

Een dik boekwerk met onderzoeksvoorstellen over duurzaam waterstof ligt momenteel op het bureau van de Adviesraad voor het technologiebeleid Delft (Artd). Prof.dr. Joop Schoonman vraagt hierin om 11,5 miljoen gulden voor een nieuw, vierjarig, universiteitsbreed onderzoeksprogramma, sustainable hydrogen genaamd. Volgens Schoonman heeft de TU daar genoeg expertise voor in huis. Hij heeft het voorstel gemaakt op verzoek van vice-president research Berkhout.

Het is nu een goed moment om in waterstof te investeren, stelt Berkhout, omdat het onderzoek naar brandstofcellen de afgelopen jaren wereldwijd enkele belangrijke doorbraken heeft gekend. Daarmee is waterstof als energiebron weer een realistische oplossing geworden. Toch is er nog veel onderzoek nodig, bijvoorbeeld naar de opslag. Waterstof vloeibaar maken kost veel te veel energie en vervoer van waterstof onder hoge druk is te gevaarlijk.

Voor de opslag van waterstof bestaan er voor auto’s nu al tanks met nanogestructureerde metalen die waterstof invangen. Een tank met zes kilo waterstof, voldoende om 500 kilometer mee te rijden, weegt echter nog zo’n 175 kilo. Delftenaren willen het gewicht van zo’n tank verlagen met opslag van waterstof in nanobuisjes van koolstof, grafietmengsel met metaaloxides en in zeolieten, een soort zandkorrels met holtes.

Onderzoekers van het IRI gaan de ontwikkelde opslagmethodes fysisch bestuderen. ,,We willen weten waar het waterstof zit in de nieuwe materialen en hoe snel het er in en uit kan”, licht Schoonman toe.

Binnen het nieuwe Dioc-voorstel willen biotechnologen waterstof produceren met enzymen en chemici willen de elektrolyse van water onder invloed van zonlicht verbeteren. Werktuigbouwkundigen zetten in op waterstofproductie via vergassing van biomassa en willen ook gaan werken aan het verbeteren van brandstofcellen. Verder moeten Delftse bestuurkundigen uitzoeken welke infrastructuur er nodig is voor een goede distributie van waterstof.

Als de Artd het voorstel goedkeurt, moet het geld voor het nieuwe Dioc-programma komen uit de bestaande pot geld voor Delftse interfacultaire onderzoekscentra. ,,De eerste Diocs lopen april van dit jaar af en daar komt dus geld vrij”, vertelt Berkhout.

Schoonman hoopt ook geld te krijgen voor zijn onderzoeksvoorstellen en voor meetapparaten uit een nog op te richten lándelijk waterstofonderzoeksprogramma. Shell Global Solutions BV probeert daarvoor samen met een industrieel consortium, onderzoeksfinancier NWO en een aantal ministeries een flinke pot geld te vormen.

De TU hoopt goed te kunnen scoren in dit landelijke programma. ,,We zijn de enige universiteit die zo’n breed waterstofprogramma kanopzetten”, stelt Schoonman. ,,Op veel universiteiten wordt nog nauwelijks onderzoek gedaan op dit terrein.”

Het college wil extra geld voor onderzoek naar lichtere waterstofopslagsystemen, duurzame waterstofproductie en toepassing in brandstofcellen.

Een dik boekwerk met onderzoeksvoorstellen over duurzaam waterstof ligt momenteel op het bureau van de Adviesraad voor het technologiebeleid Delft (Artd). Prof.dr. Joop Schoonman vraagt hierin om 11,5 miljoen gulden voor een nieuw, vierjarig, universiteitsbreed onderzoeksprogramma, sustainable hydrogen genaamd. Volgens Schoonman heeft de TU daar genoeg expertise voor in huis. Hij heeft het voorstel gemaakt op verzoek van vice-president research Berkhout.

Het is nu een goed moment om in waterstof te investeren, stelt Berkhout, omdat het onderzoek naar brandstofcellen de afgelopen jaren wereldwijd enkele belangrijke doorbraken heeft gekend. Daarmee is waterstof als energiebron weer een realistische oplossing geworden. Toch is er nog veel onderzoek nodig, bijvoorbeeld naar de opslag. Waterstof vloeibaar maken kost veel te veel energie en vervoer van waterstof onder hoge druk is te gevaarlijk.

Voor de opslag van waterstof bestaan er voor auto’s nu al tanks met nanogestructureerde metalen die waterstof invangen. Een tank met zes kilo waterstof, voldoende om 500 kilometer mee te rijden, weegt echter nog zo’n 175 kilo. Delftenaren willen het gewicht van zo’n tank verlagen met opslag van waterstof in nanobuisjes van koolstof, grafietmengsel met metaaloxides en in zeolieten, een soort zandkorrels met holtes.

Onderzoekers van het IRI gaan de ontwikkelde opslagmethodes fysisch bestuderen. ,,We willen weten waar het waterstof zit in de nieuwe materialen en hoe snel het er in en uit kan”, licht Schoonman toe.

Binnen het nieuwe Dioc-voorstel willen biotechnologen waterstof produceren met enzymen en chemici willen de elektrolyse van water onder invloed van zonlicht verbeteren. Werktuigbouwkundigen zetten in op waterstofproductie via vergassing van biomassa en willen ook gaan werken aan het verbeteren van brandstofcellen. Verder moeten Delftse bestuurkundigen uitzoeken welke infrastructuur er nodig is voor een goede distributie van waterstof.

Als de Artd het voorstel goedkeurt, moet het geld voor het nieuwe Dioc-programma komen uit de bestaande pot geld voor Delftse interfacultaire onderzoekscentra. ,,De eerste Diocs lopen april van dit jaar af en daar komt dus geld vrij”, vertelt Berkhout.

Schoonman hoopt ook geld te krijgen voor zijn onderzoeksvoorstellen en voor meetapparaten uit een nog op te richten lándelijk waterstofonderzoeksprogramma. Shell Global Solutions BV probeert daarvoor samen met een industrieel consortium, onderzoeksfinancier NWO en een aantal ministeries een flinke pot geld te vormen.

De TU hoopt goed te kunnen scoren in dit landelijke programma. ,,We zijn de enige universiteit die zo’n breed waterstofprogramma kanopzetten”, stelt Schoonman. ,,Op veel universiteiten wordt nog nauwelijks onderzoek gedaan op dit terrein.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.