Campus

Waarom meer geld voor de TU niet alleen goed nieuws is

Gemengde reacties op het gisteren gepresenteerde rapport van de commissie-Van Rijn. Voor de TU Delft komt meer geld vrij, maar dat zorgt voor een dubbel gevoel.

Het advies van de commissie-Van Rijn leidt bij de TU Delft tot een dubbel gevoel. (Foto: Marjolein van der Veldt)

VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg juicht toe dat de commissie-Van Rijn in haar advies pleit voor de overgang van een “verdeelmodel” naar een “daadwerkelijk bekostigingsmodel”, dat oog heeft voor wat instellingen echt nodig hebben om kwaliteit te kunnen leveren. Hij noemt het daarom “een valse start” dat de voorgestelde budgetverruiming voor bèta-techniek gepaard dreigt te gaan met pijnlijke bezuinigingen bij de alfa-, gamma- en medische wetenschappen – “disciplines van groot maatschappelijk belang waar nu al hoge werkdruk en andere knelpunten heersen”.


De suggestie van Van Rijn dat instellingen de herverdeeleffecten kunnen opvangen door hun reserves aan te spreken, valt niet in goede aarde bij de VSNU. Heel anders ligt dat bij het voorstel om 100 miljoen euro van de tweede naar de eerste geldstroom te verplaatsen. Dat zou meer ruimte bieden aan wetenschappers en aan ongebonden, grensverleggend onderzoek, stelt de VSNU. Bovendien kunnen dan meer wetenschappers een vaste aanstelling krijgen.


Dubbel gevoel

Mocht het advies worden opgevolgd, dan ontvangt de TU Delft 35,1 miljoen euro extra aan rijksbijdrage. En dat geeft de TU een dubbel gevoel, laat woordvoerder Karen Collet weten. Fijn dat een deel van onze problemen wordt verlicht, maar zorgelijk dat dit tot knelpunten bij anderen leidt. We begrijpen de zorgen van de algemene universiteiten. Hopelijk wordt de weg ingeslagen naar extra middelen in plaats van naar een herverdeling van huidige middelen.” 

Wel is de TU blij met het langetermijnadvies, van een verdeelmodel naar een bekostingsstelsel. 


‘Middelen weghalen bij andere instellingen is geen oplossing’

 


Ook de Vereniging Hogescholen is slecht te spreken over de herverdeling van middelen binnen het bestaande budget. “Wij zien het probleem van onbekostigde studieswitchers en daar is inderdaad meer geld voor nodig”, zegt voorzitter Maurice Limmen. “Het is echter geen oplossing deze middelen weg te halen bij andere instellingen en hun studenten.”

Bovendien zijn de hogescholen bezorgd over de extra drempels die de commissie voorstelt voor het starten van nieuwe opleidingen. “Dit kan ten koste gaan van de gewenste uitbouw van associatie degree- en masteropleidingen in het hbo.”


Zwart op wit

De Landelijke Studentenvakbond is in elk geval blij dat Van Rijn “nu eindelijk zwart op wit heeft gezet dat de rijksbijdrage per student is gedaald”. Voorzitter Carline van Breugel: “Het is erg gevaarlijk dat ons stelsel zo ondoorzichtig is dat zelfs de minister niet weet hoe het er daadwerkelijk voor staat. Het is oncontroleerbaar en destructief geworden; zowel de studenten als de kwaliteit gaan hieraan onderdoor.” Ze hoopt dat het kabinet snel laat uitzoeken of het hoger onderwijs wel genoeg geld krijgt om de kwaliteit te waarborgen.


Mission impossible

WOinActie is verheugd dat Van Rijn erkent dat de werkdruk aan de universiteiten te hoog is en oproept om over te gaan van een verdelingsmodel naar een bekostigingsmodel. “Maar daarom is het des te teleurstellender dat de voorstellen alleen over herverdeling gaan.” Het capaciteitsprobleem bij bèta-techniek oplossen door geld bij alfa-gamma-medisch weg te halen, verergert de problemen daar en is onacceptabel. “De commissie had, conform ons advies, moeten erkennen dat haar opdracht onmogelijk was.”


Ook is de actiegroep benieuwd waar de overgehevelde gelden van NWO naar de eerste geldstroom terechtkomen. Ze wil dat wetenschappers zelf een stem krijgen in het debat hierover.


HOP, Hein Cuppen / Delta, Marjolein van der Veldt

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.