Onderwijs

Waarom drie TBM-onderzoekers de media opzoeken

Heb oog voor de verliezers van de overgang naar een duurzame economie, bepleitten drie Delfte universitair hoofddocenten deze week in het Financieel Dagblad. Hoe moet dat en waarom springen ze op de bres?

Eerst het probleem zoals uhd’s Neelke Doorn, Eefje Cuppen en Bram Klievink (TBM) dat in het FD schetsen, gebaseerd op een rapport van CE Delft:

“Uit het rapport kwam naar voren dat armere gezinnen nauwelijks profiteren van de subsidies en kortingen waarmee de overheid burgers en bedrijfsleven probeert aan te zetten tot een transitie naar duurzame energie. Daarnaast betalen de lagere inkomens verhoudingsgewijs meer aan het klimaatbeleid dan rijkere huishoudens, terwijl ze minder vervuilen.”

De drie TU-onderzoekers stellen twee oplossingen voor. Ze beperken zich hiertoe omdat ze hun onderzoek naar ‘crowd based innovations‘ net nu beginnen. NWO heeft ze een half miljoen euro gegeven om uit te vinden welke rol burgerinitiatieven kunnen spelen in de transitie naar een duurzame economie, op zo’n manier dat publieke waarden als gelijkheid, rechtvaardigheid en transparantie niet onder druk komen te staan. De drie uhd’s vonden dit daarom een goed moment om publiek van zich te laten horen. Dat levert vaak leuke bijvangst op, daarover onderaan dit artikel meer.

Eerst licht Neelke Doorn de twee in het FD genoemde oplossingen toe.

1. Subsidie voor leefbare wijken

“Zelf woon in ik een wijk in Nijmegen met vooral hoogopgeleide mensen. Voor de buurttuin weten wij de weg in de subsidiewereld wel te vinden. Maar moeten deze subsidies niet juist naar de krachtwijken gaan? Moeten niet juist mensen zonder startkapitaal worden geholpen? Voor mijn onderzoek bekijk ik deze vraagstukken vanuit de watersector. Het is nodig om wateroverlast in steden te beperken. Dat kan juist met groen. En daar kunnen deze wijken flink van profiteren.”

2. Meer ruimte bieden voor burgerinitiatieven: lokale werkplaatsen, kleine bedrijven, start-ups;

“Als je een transitie maakt naar een circulaire economie, gaat dat niet alleen over klimaat, maar ook over werkgelegenheid. Door robotisering verdwijnen veel banen voor laagopgeleide mensen, in de logistiek bijvoorbeeld. Juist lokale initiatieven, als kleinschalige energieprojecten, kunnen dienen als leerplaatsen. Wij gaan onderzoeken hoe precies. Als we moeten voorkomen dat er verliezers zijn, dan kunnen niet alle subsidies naar grote bedrijven gaan.”

Het is voor Doorn niet de eerste keer dat ze zich met een opiniestuk in de landelijke media roert. Waarom doet ze dat?

“Wij begonnen net aan ons onderzoek toen het rapport van CE Delft langskwam. Dat was mooi om op aan te haken. Ik vind het belangrijk dat wetenschappers zich mengen in het publieke debat, juist op vlakken waar ze meer van weten. En dat is erg leuk, want je krijgt allerlei reacties van bedrijven en maatschappelijke partijen. De gesprekken die daarop volgen, zijn interessant voor nieuw onderzoek.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.