
Tien jaar geleden brandde het gebouw van Bouwkunde af. Veel mensen weten het nog, sommigen waren er bij, sommigen hebben er alleen van gehoord. Wij vroegen medewerkers en studenten waar ze op dat moment waren.
Op een dinsdag lekte water uit een leiding in een koffiezetapparaat in het oude gebouw van de faculteit Bouwkunde. Er ontstond kortsluiting. In no time stond het hele gebouw in lichterlaaie. De brandweer probeerde eerst te blussen, maar gaf het al snel op en liet het gebouw gecontroleerd uit fikken. Medewerkers die waren gevlucht, zagen hun spullen in rook opgaan. Bij de één een proefschrift dat bijna af was, bij een ander familiefoto’s of een unieke kaarten. Niemand mocht meer terug om iets te pakken: ‘te gevaarlijk’.
Meteen na de brand werd de faculteit gehuisvest in tenten op de campus. Een half jaar later, in september, kon men in het huidige pand terecht. De tijdelijke oplossing beviel zo goed dat Bouwkunde in het gebouw bleef zitten. Nu, tien jaar later, kennen sommigen alleen de verhalen van de brand. Waar was jij toen het gebeurde?
Henco Huibregtsen, bibliotheekmedewerker
“Ah, de brand, ik weet het nog goed. Ik werkte op dat moment bij de centrale bibliotheek. Collega Addie Ritter had me net een paar weken daarvoor uitgenodigd om de goede koffie van Bouwkunde te proberen, want die werd gezien als de lekkerste van de TU. Hij liet mij mooie internationale kaarten zien, het was goede koffie en een gezellige middag. Tijdens de brand stonden we vanaf de bibliotheek te kijken. Ik ben blij dat ik daar niet zelf werkte. Veel collega’s waren emotioneel over hun spullen. Unieke boeken die ook nergens anders ter wereld meer bestaan, zijn die dag gesneuveld.”
“Het gebouw waar Bouwkunde nu zit, vind ik prachtig, en ik heb er een emotionele band mee: ik heb hier mijn eerste salaris opgehaald, in contanten. Ik vind het een gebouw met een ziel. De oude bibliotheek is tijdens de brand voor een deel gered. Een deel ervan staat nu hier en een deel bij de centrale bieb. Ter herinnering aan de brand hebben wij hier vanaf 14 mei een tentoonstelling met een maquette.”
Wendy, medewerkster espressobar
“Ik was aan het werk in de espressobar op de begane grond toen de brand uitbrak. Het brandalarm ging, ik sloot de bar, pakte mijn tas en liep zo naar buiten. De gang stond toen al blauw van de rook. Ik werkte daar pas een paar maanden. Met veel mensen hebben we buiten naar de brand staan kijken, maar ik ben niet de hele middag gebleven. Het nieuwe gebouw vind ik beter, gezelliger, opener en toegankelijker.”
Thijs en Annick, tweedejaars Bouwkunde
Annick: “Ook al was ik toen pas tien jaar oud, ik heb het wel meegekregen. Mijn vader heeft hier gestudeerd. Ik vind het vervelender dan hij, hij kan me nu niet laten zien waar hij zijn studententijd heeft doorgebracht. Doordat ik in het voorlichtingsteam zit, weet ik wel precies wat er is gebeurd: het koffiezetapparaat, de gespaarde collecties, de tenten en dat dit gebouw tijdelijk was. Ik ben blij dat ze het gebouw hebben opgeknapt. BK City doet zijn naam eer aan, het is echt een stad. Ik zit hier elke dag.”
Thijs: “Ik was ook tien jaar oud en zat in Harderwijk op de basisschool. Het oude gebouw lijkt veel meer hokjes en verdiepingen te hebben gehad. Dit gebouw vind ik prachtig! Zeker het mooiste gebouw van de campus. Er is een echte straat met winkeltjes. Je hoeft het pand niet uit voor je boeken, maquettemateriaal of om te eten. Het is echt een stad. De ateliers zijn top, gezellig en toch serieus. Als er mensen om je heen zitten te werken, motiveert dat enorm. Ik zou het ontzettend zonde vinden als dit gebouw zou afbranden. Als het toch zou gebeuren, zou ik als eerste mijn laptop redden. Al mijn projecten staan daarop. De tekeningen maak ik dan wel opnieuw.”
Thijs Karrenbeld (rechts), docent
“Ik ben in 2005 afgestudeerd. Van vrienden kreeg ik berichtjes dat het gebouw in brand stond en via een nieuwssite kon ik het volgen. Het oude gebouw was echt een thuis voor mij, ik heb er jaren gestudeerd. Dit nieuwe gebouw heeft mooie open ruimtes, al vond ik de werkplekken in het oude gebouw handiger. Als het nu weer zou gebeuren, zou ik pakken wat ik pakken kon.”
Koen Mulder, docent
“Op die dag had ik een paar afspraken in Zuid-Holland. Ik ben wel drie keer langs Bouwkunde gereden om te kijken hoe het langzaam afbrandde. Elke afdeling had in dat gebouw zijn eigen verdieping. In de lift kwam je elkaar tegen, maar werd er niet gepraat. Nu heb je voortdurend informele contacten, dat is veel handiger. Mensen zijn in die tijd van alles kwijt geraakt, denk aan 40.000 dia’s of een hele kunstgeschiedenis collectie. Dat is wel heel erg zonde.”