Campus

Vrouwenstop bij C.S.R.

Vrouwen zijn aan de TU altijd welkom. Bij studentenvereniging C.S.R. denken ze daar anders over. Sinds 6 oktober geldt er een vrouwenstop en daarmee heeft de vereniging een primeur in Delft. Is de ‘nood’ echt zo hoog of is er iets anders aan de hand? Een reconstructie.

Het is 14 januari 1882. Het Tilburgse echtpaar Johanna Stoel en Klaas Bes wordt verblijd met de geboorte van een dochter. Het blijkt niet zomaar een dochter. In 1900 is Marie – want zo wordt zij genoemd – de eerste vrouwelijke student aan de Polytechnische School in Delft, de voorloper van de huidige TU.
Vanaf de eerste ‘technische’ madame groeit het percentage vrouwen dat in Delft komt studeren decennialang niet echt snel. Ter indicatie: in 1982 studeren in totaal 787 vrouwen aan de universiteit. Daarmee vormen zij op dat moment slechts zeven procent van het totale studentenbestand.

Twintig jaar later, in 2002, studeren 2779 vrouwen aan de TU Delft. Dat is 21 procent van het totaal. Een hoogtepunt, want in de jaren daarna daalt het percentage tot iets onder de twintig procent. Pas in 2007 wordt deze negatieve tendens weer doorbroken. Hoe zit het met de verschillende faculteiten? Een eerste blik op de cijfers van vorig jaar leert dat Industrieel Ontwerpen het grootste aandeel vrouwen aan boord heeft (37,4%), gevolgd door Bouwkunde (31,8%) en Technische Natuurwetenschappen (22,4%). Aan de onderkant van de lijst zou Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek zich hard moeten maken voor een retourtje Venus, want het aandeel vrouwen houdt hier nog niet over (8,6%). 3mE sluit de rij met 7,2%, maar kon ten opzichte van 2006 een klein procentje erbij optellen. Een bemoedigende score dus.

De studentenverenigingen dan. Het blijkt goed te gaan met de Delftse vrouw bij de vereniging. Een rondje langs wat verenigingen geeft aan dat het percentage vrouwen aanzienlijk hoger ligt dan bij de gemiddelde faculteit. Getallen die voorbij komen liggen zo tussen de 25 en 35 procent. Voormalig Proteus-bestuurslid Wouter van Caspel meldt dat bij de roeivereniging het aandeel vrouwen gewoonlijk zo rond de 28 procent ligt. In zijn eigen bestuursjaar – twee jaar terug – lag dat percentage rond de veertig, ongekend hoog. Of hij zelf verantwoordelijk was voor die opmerkelijke stijging? Wouter schiet in de lach, het antwoord is duidelijk.

Virgiel meldt trots op de site dat zij de meeste vrouwen in huis heeft. De vereniging kent 1600 leden van wie dertig procent vrouw. Een klein rekensommetje leert dat dit zo’n 480 dames moeten zijn. Geen slechte score voor Delftse begrippen. Bij het Delftsch Studenten Corps vertelt een toevallig aanwezige dat het percentage bij de nieuwe lichting dit jaar zelfs rond de 33 ligt. De koppositie van Virgiel is dus geen zekerheid.
Dan is het 6 oktober 2008. Tijdens een huishoudelijke vergadering besluit studentenvereniging C.S.R. om een vrouwenstop in te voeren. Aanleiding hiervoor is dat er een ‘significante toename van het aantal vrouwen binnen de Civitas was waar te nemen’, zo meldt het persbericht. Wat begon als een ludieke actie, eindigde in een keurig opgestelde motie waarin het geheel op Delftse wijze wordt uitgelegd. Houd je vast. ‘Overwegende dat vrouwen samenklieken en ook in Delft op zoek zijn naar andere vrouwen, en een stop zal suggereren dat de C.S.R. overloopt van vrouwen, wat, gezien de eerdere genoemde neiging tot klieken die dames eigen is, zeer gunstig is om nog meer dames aan te trekken…’ De motie wordt verduidelijkt met een uitspraak van de Russische schrijver Tsjechov: ‘Omdat vrouwen zonder mannengezelschap verleppen en mannen zonder vrouwengezelschap versuffen.’
Een vrouwenstop dus, om nog meer vrouwen aan te trekken. En dat terwijl de AEX de ene na de andere zwarte dag laat noteren. Eigenlijk is er dan maar één conclusie mogelijk: koop aandelen ‘Delftse vrouwen’. Dan weet je in ieder geval zeker dat je niet het schip in gaat. Bij de C.S.R. hebben ze dat alvast goed begrepen.

,

Het is 14 januari 1882. Het Tilburgse echtpaar Johanna Stoel en Klaas Bes wordt verblijd met de geboorte van een dochter. Het blijkt niet zomaar een dochter. In 1900 is Marie – want zo wordt zij genoemd – de eerste vrouwelijke student aan de Polytechnische School in Delft, de voorloper van de huidige TU.
Vanaf de eerste ‘technische’ madame groeit het percentage vrouwen dat in Delft komt studeren decennialang niet echt snel. Ter indicatie: in 1982 studeren in totaal 787 vrouwen aan de universiteit. Daarmee vormen zij op dat moment slechts zeven procent van het totale studentenbestand.

Twintig jaar later, in 2002, studeren 2779 vrouwen aan de TU Delft. Dat is 21 procent van het totaal. Een hoogtepunt, want in de jaren daarna daalt het percentage tot iets onder de twintig procent. Pas in 2007 wordt deze negatieve tendens weer doorbroken. Hoe zit het met de verschillende faculteiten? Een eerste blik op de cijfers van vorig jaar leert dat Industrieel Ontwerpen het grootste aandeel vrouwen aan boord heeft (37,4%), gevolgd door Bouwkunde (31,8%) en Technische Natuurwetenschappen (22,4%). Aan de onderkant van de lijst zou Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek zich hard moeten maken voor een retourtje Venus, want het aandeel vrouwen houdt hier nog niet over (8,6%). 3mE sluit de rij met 7,2%, maar kon ten opzichte van 2006 een klein procentje erbij optellen. Een bemoedigende score dus.

De studentenverenigingen dan. Het blijkt goed te gaan met de Delftse vrouw bij de vereniging. Een rondje langs wat verenigingen geeft aan dat het percentage vrouwen aanzienlijk hoger ligt dan bij de gemiddelde faculteit. Getallen die voorbij komen liggen zo tussen de 25 en 35 procent. Voormalig Proteus-bestuurslid Wouter van Caspel meldt dat bij de roeivereniging het aandeel vrouwen gewoonlijk zo rond de 28 procent ligt. In zijn eigen bestuursjaar – twee jaar terug – lag dat percentage rond de veertig, ongekend hoog. Of hij zelf verantwoordelijk was voor die opmerkelijke stijging? Wouter schiet in de lach, het antwoord is duidelijk.

Virgiel meldt trots op de site dat zij de meeste vrouwen in huis heeft. De vereniging kent 1600 leden van wie dertig procent vrouw. Een klein rekensommetje leert dat dit zo’n 480 dames moeten zijn. Geen slechte score voor Delftse begrippen. Bij het Delftsch Studenten Corps vertelt een toevallig aanwezige dat het percentage bij de nieuwe lichting dit jaar zelfs rond de 33 ligt. De koppositie van Virgiel is dus geen zekerheid.
Dan is het 6 oktober 2008. Tijdens een huishoudelijke vergadering besluit studentenvereniging C.S.R. om een vrouwenstop in te voeren. Aanleiding hiervoor is dat er een ‘significante toename van het aantal vrouwen binnen de Civitas was waar te nemen’, zo meldt het persbericht. Wat begon als een ludieke actie, eindigde in een keurig opgestelde motie waarin het geheel op Delftse wijze wordt uitgelegd. Houd je vast. ‘Overwegende dat vrouwen samenklieken en ook in Delft op zoek zijn naar andere vrouwen, en een stop zal suggereren dat de C.S.R. overloopt van vrouwen, wat, gezien de eerdere genoemde neiging tot klieken die dames eigen is, zeer gunstig is om nog meer dames aan te trekken…’ De motie wordt verduidelijkt met een uitspraak van de Russische schrijver Tsjechov: ‘Omdat vrouwen zonder mannengezelschap verleppen en mannen zonder vrouwengezelschap versuffen.’
Een vrouwenstop dus, om nog meer vrouwen aan te trekken. En dat terwijl de AEX de ene na de andere zwarte dag laat noteren. Eigenlijk is er dan maar één conclusie mogelijk: koop aandelen ‘Delftse vrouwen’. Dan weet je in ieder geval zeker dat je niet het schip in gaat. Bij de C.S.R. hebben ze dat alvast goed begrepen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.