Campus

Vreemde eend in de bijt

Het TU Lustrum staat op 24 mei in het teken van de popmuziek. Verscheiden grote namen zullen er hun opwachting maken. Een van de toppers is de Hongaarse dj Yonderboi.

Nieuwe gezichten zijn altijd welkom in de muziekwereld. Hoe exotischer hoe beter. Toch blijven artiesten uit het voormalige Oostblok relatief onbekend. Kan er iemand ook maar één Russische rockband noemen? Of een Poolse rapper?

Muzikale vernieuwing komt uit het westen. En soms uit het zuiden. Maar vrijwel nooit uit het oosten. Alleen uit het verre, verre oosten van Japan wil er nog wel eens wat overwaaien, zoals de Pizzicato Five, maar écht gevestigd raken die namen nooit. Ze surfen een beetje mee op de hippe hedendaagse golven.

Tussen hier en het verre oosten gaapt, in onze oren, het Grote Muzikale Niets. Voor zover er überhaupt al een beeld bij ons opkomt bij Oost-Europese popmuziek, is dat een beeld van twee decennia achterlopende hardrockers, met leren jassen en te strakke zwarte spijkerbroeken, die rauwe, onverstaanbare teksten in hun microfoons spugen. In de trendy, ultramoderne West-Europese clubwereld lijkt er al helemáál geen plaats voor dit soort lieden.

Toch is er één dj uit het voormalige Warschau-pact, die zich naar een vaste plek heeft weten te draaien in de Europese muziekscene: de jonge Hongaarse sensatie Yonderboi. Stormenderhand veroverde hij nog vóór zijn twintigste de harten van elektronische muziekliefhebbers wereldwijd en zijn debuutplaat ‘Shallow And Profound’ werd een bestseller. Yonder betekent trouwens zo veel als ‘ginds’ of ‘daar’, wat in het licht van het voorgaande wel toepasselijk genoemd kan worden.

Jazz

Yonderboi (werkelijke naam Laszlo Fogarasi jr.) is een vreemde eend in de bijt. Hij komt uit het kleine dorpje Mernye, zo’n 250 kilometer van Budapest vandaan. Het bijzondere van Yonderboi zit ‘m niet alleen in zijn technische vaardigheden, maar vooral in zijn eigenzinnige en merkwaardige muzikale achtergrond. In zijn vaders platenkast vond hij discoklassiekers (die waren blijkbaar te krijgen in Hongarije) maar ook grote Hongaarse en Poolse jazzlegenden uit de jaren zestig en zeventig, zoals Rudolf Tomsits en Zbigniew Namislowski. Het meest typische bestanddeel van zijn muziek is echter een verzameling samples van oude, Oost-Europese tekenfilms. Later onderging Fogarasi de invloeden van De La Soul, de Beasty Boys en Franse hiphoppers als MC Solar.

Op zijn negentiende (zomer 1999) trok Fogarasi van Mernye naar Boedapest om er zijn geluk in de muziek te beproeven. Samen met maatje en toetsenist Balazs Zsager nam hij er in recordtijd het album ‘Shallow And Profound’ op. Toen dat verscheen waren ze los. Sindsdien treden ze overal in Europa op, waaronder vaak op jazzfestivals, hoewel het alweer een jaar geleden is dat ze voor het laatst in Nederland waren.

Hoe bijzonder het ook lijkt dat een Oost-Europeaan zijn weg weet te vinden als dj, toch moeten we niet uit het oog verliezen dat Yonderboi het grootste deel van zijn leven ná het opengaan van het IJzeren Gordijn heeft geleefd. Daardoor was het voor hem niet zo moeilijk om in contact te komen met westerse muziek.

Daartegenover staat dat hij ontegenzeggelijk een bijzondere plaats in het elitecorps der dj’sinneemt. In dit samplegekke gezelschap heeft hij een unieke bron weten aan te boren, namelijk die van de Oost-Europese jazz en tekenfilms. En daarmee heeft deze tengere, zwijgzame knaap Hongarije muzikaal op de kaart gezet.

Collective

Yonderboi is niet de enige grote naam van het programma. Kane treedt op, met bouko Dinand Woesthoff achter de microfoon, maar ook de lokale topper Incense, vorig jaar winnaar van de Grote Prijs van Nederland. Jazz- en bigbandliefhebbers kunnen zich te buiten gaan op de onweerstaanbare ritmes van de New Cool Collective. De NCC is een tot bigband uitgegroeide formatie rond altsaxofonist Benjamin Herman. Hoewel ze al een jaar of acht aan de weg timmeren, is Herman nog maar begin dertig. Een jong/oud gezelschap dus, dat oorspronkelijk uit vijf man bestond maar intussen is uitgegroeid tot een heuse bigband, met uitgebreide ritmesectie, vijf trompettisten, vier saxen en een aantal trombones. Arrangeur en muzikaal leider Willem Friede bespeelt de piano.

De NCC’s opvattingen van de jazz zijn ruim te noemen. Naast de roots van funk en dansbare jaren zeventigjazz zijn er duidelijke invloeden van wereldmuziek (Braziliaanse ritmes) en drum ’n bass te horen.

De optredens van 24 mei vinden plaats op twee podia op de sportvelden achter Bouwkunde. Vanaf acht uur ’s avonds treden op: Kane, New Cool Collective, Yonderboi, The Future Groove Express (met Hans Dulfer), Incense, 16Down en de Charmin’ Quarks. Een extra pendeldienst is ingezet tussen het feestterrein en het station.

Nieuwe gezichten zijn altijd welkom in de muziekwereld. Hoe exotischer hoe beter. Toch blijven artiesten uit het voormalige Oostblok relatief onbekend. Kan er iemand ook maar één Russische rockband noemen? Of een Poolse rapper?

Muzikale vernieuwing komt uit het westen. En soms uit het zuiden. Maar vrijwel nooit uit het oosten. Alleen uit het verre, verre oosten van Japan wil er nog wel eens wat overwaaien, zoals de Pizzicato Five, maar écht gevestigd raken die namen nooit. Ze surfen een beetje mee op de hippe hedendaagse golven.

Tussen hier en het verre oosten gaapt, in onze oren, het Grote Muzikale Niets. Voor zover er überhaupt al een beeld bij ons opkomt bij Oost-Europese popmuziek, is dat een beeld van twee decennia achterlopende hardrockers, met leren jassen en te strakke zwarte spijkerbroeken, die rauwe, onverstaanbare teksten in hun microfoons spugen. In de trendy, ultramoderne West-Europese clubwereld lijkt er al helemáál geen plaats voor dit soort lieden.

Toch is er één dj uit het voormalige Warschau-pact, die zich naar een vaste plek heeft weten te draaien in de Europese muziekscene: de jonge Hongaarse sensatie Yonderboi. Stormenderhand veroverde hij nog vóór zijn twintigste de harten van elektronische muziekliefhebbers wereldwijd en zijn debuutplaat ‘Shallow And Profound’ werd een bestseller. Yonder betekent trouwens zo veel als ‘ginds’ of ‘daar’, wat in het licht van het voorgaande wel toepasselijk genoemd kan worden.

Jazz

Yonderboi (werkelijke naam Laszlo Fogarasi jr.) is een vreemde eend in de bijt. Hij komt uit het kleine dorpje Mernye, zo’n 250 kilometer van Budapest vandaan. Het bijzondere van Yonderboi zit ‘m niet alleen in zijn technische vaardigheden, maar vooral in zijn eigenzinnige en merkwaardige muzikale achtergrond. In zijn vaders platenkast vond hij discoklassiekers (die waren blijkbaar te krijgen in Hongarije) maar ook grote Hongaarse en Poolse jazzlegenden uit de jaren zestig en zeventig, zoals Rudolf Tomsits en Zbigniew Namislowski. Het meest typische bestanddeel van zijn muziek is echter een verzameling samples van oude, Oost-Europese tekenfilms. Later onderging Fogarasi de invloeden van De La Soul, de Beasty Boys en Franse hiphoppers als MC Solar.

Op zijn negentiende (zomer 1999) trok Fogarasi van Mernye naar Boedapest om er zijn geluk in de muziek te beproeven. Samen met maatje en toetsenist Balazs Zsager nam hij er in recordtijd het album ‘Shallow And Profound’ op. Toen dat verscheen waren ze los. Sindsdien treden ze overal in Europa op, waaronder vaak op jazzfestivals, hoewel het alweer een jaar geleden is dat ze voor het laatst in Nederland waren.

Hoe bijzonder het ook lijkt dat een Oost-Europeaan zijn weg weet te vinden als dj, toch moeten we niet uit het oog verliezen dat Yonderboi het grootste deel van zijn leven ná het opengaan van het IJzeren Gordijn heeft geleefd. Daardoor was het voor hem niet zo moeilijk om in contact te komen met westerse muziek.

Daartegenover staat dat hij ontegenzeggelijk een bijzondere plaats in het elitecorps der dj’sinneemt. In dit samplegekke gezelschap heeft hij een unieke bron weten aan te boren, namelijk die van de Oost-Europese jazz en tekenfilms. En daarmee heeft deze tengere, zwijgzame knaap Hongarije muzikaal op de kaart gezet.

Collective

Yonderboi is niet de enige grote naam van het programma. Kane treedt op, met bouko Dinand Woesthoff achter de microfoon, maar ook de lokale topper Incense, vorig jaar winnaar van de Grote Prijs van Nederland. Jazz- en bigbandliefhebbers kunnen zich te buiten gaan op de onweerstaanbare ritmes van de New Cool Collective. De NCC is een tot bigband uitgegroeide formatie rond altsaxofonist Benjamin Herman. Hoewel ze al een jaar of acht aan de weg timmeren, is Herman nog maar begin dertig. Een jong/oud gezelschap dus, dat oorspronkelijk uit vijf man bestond maar intussen is uitgegroeid tot een heuse bigband, met uitgebreide ritmesectie, vijf trompettisten, vier saxen en een aantal trombones. Arrangeur en muzikaal leider Willem Friede bespeelt de piano.

De NCC’s opvattingen van de jazz zijn ruim te noemen. Naast de roots van funk en dansbare jaren zeventigjazz zijn er duidelijke invloeden van wereldmuziek (Braziliaanse ritmes) en drum ’n bass te horen.

De optredens van 24 mei vinden plaats op twee podia op de sportvelden achter Bouwkunde. Vanaf acht uur ’s avonds treden op: Kane, New Cool Collective, Yonderboi, The Future Groove Express (met Hans Dulfer), Incense, 16Down en de Charmin’ Quarks. Een extra pendeldienst is ingezet tussen het feestterrein en het station.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.