De tussenstand van de vooraanmeldingen voor de opleidingen aan de TU Delft laat vergeleken met april 2002 een daling zien. Maar werktuigbouwkunde doet het erg goed.
Delen
Een waarschuwing vooraf: aan vooraanmeldingen kunnen geen garanties worden ontleend voor de toekomst. Studenten kunnen zich op de valreep en masse inschrijven voor een opleiding die het aanvankelijk slecht leek te gaan doen. En omgekeerd kan het aantal inschrijvingen uiteindelijk achterblijven bij het aantal vooraanmeldingen.
Maar goed, als je het aantal vooraanmeldingen op 5 april 2003 vergelijkt met die van 4 april 2002, dan is een daling van zeven procent te zien. Met name bij technische informatica dreigt het aantal eerstejaars stevig achteruit te gaan kachelen. Bij de kleinere opleidingen kunnen met name life science and technology, maritieme techniek en technische materiaalwetenschappen op minder belangstelling rekenen. Bij de laatste opleiding heeft zich nog geen enkele student aangemeld. Civiele techniek ziet de toeloop ook flink dalen (min 27 procent).
Dat het altijd erger kan, bewijst Eindhoven: daar hollen de vooraanmeldingen gemiddeld nog veel harder achteruit. Dat lijkt Delft ten goede te komen. Zo is het aantal vooraanmeldingen voor industrieel ontwerpen in Eindhoven met 23 procent gedaald, terwijl die opleiding hier juist meer studenten trekt. Of neem bouwkunde: in Eindhoven 21 procent minder vooraanmeldingen, maar in Delft loopt de opleiding hoogstens wat blikschade op (min twee procent).
Werktuigbouwkunde ontpopt zich in deze cijferlijstjes als the jewel in the crown. Terwijl bij de buren de toeloop naar werktuigbouwkunde flink keldert, kan hier een toename van negentig procent genoteerd worden: 110 studenten. Zelfs scheikundige technologie (een toename van 39 procent in Delft) heeft hier het nakijken. (JP)
Een waarschuwing vooraf: aan vooraanmeldingen kunnen geen garanties worden ontleend voor de toekomst. Studenten kunnen zich op de valreep en masse inschrijven voor een opleiding die het aanvankelijk slecht leek te gaan doen. En omgekeerd kan het aantal inschrijvingen uiteindelijk achterblijven bij het aantal vooraanmeldingen.
Maar goed, als je het aantal vooraanmeldingen op 5 april 2003 vergelijkt met die van 4 april 2002, dan is een daling van zeven procent te zien. Met name bij technische informatica dreigt het aantal eerstejaars stevig achteruit te gaan kachelen. Bij de kleinere opleidingen kunnen met name life science and technology, maritieme techniek en technische materiaalwetenschappen op minder belangstelling rekenen. Bij de laatste opleiding heeft zich nog geen enkele student aangemeld. Civiele techniek ziet de toeloop ook flink dalen (min 27 procent).
Dat het altijd erger kan, bewijst Eindhoven: daar hollen de vooraanmeldingen gemiddeld nog veel harder achteruit. Dat lijkt Delft ten goede te komen. Zo is het aantal vooraanmeldingen voor industrieel ontwerpen in Eindhoven met 23 procent gedaald, terwijl die opleiding hier juist meer studenten trekt. Of neem bouwkunde: in Eindhoven 21 procent minder vooraanmeldingen, maar in Delft loopt de opleiding hoogstens wat blikschade op (min twee procent).
Werktuigbouwkunde ontpopt zich in deze cijferlijstjes als the jewel in the crown. Terwijl bij de buren de toeloop naar werktuigbouwkunde flink keldert, kan hier een toename van negentig procent genoteerd worden: 110 studenten. Zelfs scheikundige technologie (een toename van 39 procent in Delft) heeft hier het nakijken. (JP)
Comments are closed.