Campus

‘Voor vrede en welzijn zijn militaire middelen nodig’

Geen wetenschappelijke achtergrond. Maar wel genoeg uren in de lucht én de benen stevig op de grond om de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek te leiden.

Na een half jaar decanaat vertelt luitenant-generaal Ben Droste over zijn plannen met de faculteit, de Joint Strike Fighter en hoe een militair leiding geeft aan een club eigenzinnige hoogleraren.

Geen wetenschappelijke achtergrond. Maar wel genoeg uren in de lucht én de benen stevig op de grond om de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek te leiden. Na een half jaar decanaat vertelt luitenant-generaal Ben Droste over zijn plannen met de faculteit, de Joint Strike Fighter en hoe een militair leiding geeft aan een club eigenzinnige hoogleraren.

U wilde vroeger altijd al piloot worden?

,,Mijn hele leven tot nu toe wordt gedomineerd door het feit dat ik luchtmachtvlieger ben geweest. Als kind wilde ik het al worden. Van mijn zeventiende af was ik bezig met mijn opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie. Ik heb nogal wat uren in de cockpits van gevechtsvliegtuigen doorgebracht, vierduizend in totaal, en was in 1980 één van de eerste vliegers op de F16.”

Is er een overeenkomst tussen de krijgsmacht en de universiteit?

,,Wel en niet. De krijgsmacht is in beginsel hiërarchisch en gestructureerd. Er is een duidelijke leiding. Dat is bij de universiteit anders. De overeenkomst is dat je bij beiden ambtenaar bent. Je werkt met een budget dat door de overheid wordt verstrekt en dat door politieke keuzes tot stand is gekomen.

Je bent op een universiteit bovendien minder aan winst en verlies gebonden dan in een gewoon bedrijf. Bij de krijgsmacht zie je winst misschien in het feit dat er dankzij de geslaagde acties in Kosovo niet nog verder op de F16’s bezuinigd werd. Op een universiteit meet je winst af aan het aantal publicaties en prijzen dat onderzoek krijgt. Of studentenaantallen.

Lastig op de universiteit is dat de echte winst van beleid dat je nu voert pas over jaren merkbaar is. Ik kan nu wel meer studenten hier krijgen, maar daar heb je pas over drie jaar financieel voordeel van. Nu kan ik afgestraft worden op het feit dat er drie jaar geleden minder studenten waren.”

Geeft u op de TU anders leiding dan bij de luchtmacht?

,,De wetenschappelijke staf en hoogleraren zien zichzelf per definitie als vrije ondernemers. Ze laten zich veel minder leiden dan mensen binnen een militaire organisatie. Het aansturen van een wetenschappelijke staf vraagt dus een andere benadering.

Je hebt twee benaderingen: iedereen met zijn onderzoek loslaten en wel zien wat eruit komt. Duizend bloeiende bloemen en daar zal dan wel wat moois tussen zitten. Dat is niet mijn benadering. De mooie bloemen moet je koesteren, maar je zal ook moeten wieden. Je moet duidelijk, samen met hoogleraren, een beeld neerzetten van waar je over vijf tot tien jaar wilt zijn. En een duidelijk plan maken hoe je dat bereikt. Je moet succes niet van het toeval laten afhangen. Die stijl van leidinggeven is iets wat ik meeneem uit mijn militaire achtergrond.”

Kunt u een doel noemen dat u heeft gesteld?

,,Het studentenaantal is één van de succesfactoren van een financieel gezonde faculteit. Tot nu toe zijn studentenaantallen nog te onvoorspelbaar. Zo hadden we dit jaar een daling verwacht, maar er kwamen twaalf procent meer studenten naar de TU. Ik wil weten waaraan dat ligt. Ook wil ik veel meer meisjes bij deze faculteit en daar een concreet doel aan stellen, bijvoorbeeld vijftien procent en een plan om dat te bereiken.”

Iedereen wil meer meisjes, maar hoe wilt u dat doen?

,,Ik wil de meisjes die hier zitten vragen wat ze goed vinden aan de opleiding, meer evalueren en dat naar de werving vertalen. Verder werken we hier met maatschappelijk relevante thema’s die jongelui moeten aanspreken. Een vliegtuig dat we hier ontwerpen is niet alleen om veel passagiers te vervoeren. Het moet ook in de moderne wereld passen qua ecologie, emissies, geluidsoverlast en veiligheid.

Luchtvaart en ruimtevaart zijn verder niet alleen koele hightech. Ze gaan ook over welzijn. Afgelopen vrijdag ging ik naar een Airbus-meeting in Spanje en zat naast een student van mij, die was op weg naar zijn vriendin in Mexico. Een voorbeeld bij uitstek hoe het vliegen zijn welzijn bevordert.”

Wat was het belangrijkste moment uit uw militaire loopbaan?

,,De acties met F16’s in Kosovo, toen ik bevelhebber was van de luchtmacht. In 1993 werden er voor het eerst echt F16’s ingezet, in de dramatische oorlog boven Bosnië, met als hoogtepunt het voorjaar van 1999 boven Kosovo.

Ik ben zes maanden later, met kerst 1999, in Kosovo geweest en zag hoe blij de Kosovaren waren dat ze baas in eigen land waren geworden. Het gaf toch een heel goed gevoel dat je een vrijwel onmogelijk conflict in dat land hebt kunnen helpen beëindigen. Het klinkt paradoxaal, maar door militaire doelen te vernielen met militaire wapens als F16’s creëer je een situatie die tot op de dag van vandaag als bevredigend wordt ervaren.”

U staat bekend als ‘Mister JSF’ in politieke kringen, vanwege uw warme pleidooi voor het Amerikaanse toestel. Heeft uw benoeming als decaan ook te maken met het groene licht voor deze hightech jager?

,,Nee. Ik ben aangenomen omdat ik goed bekend ben in de luchtvaart- en ruimtevaartwereld en vanwege bestuurlijke kwaliteiten. Mijn invloed op de JSF aan de TU bestaat uit het feit dat ik mensen ken in binnen- en buitenland die zich met het project bezighouden. En ik ken de juiste mensen in Den Haag.”

Welke rol wilt u met de TU spelen in het JSF-project?

,,We willen vooral hoogwaardig fundamenteel onderzoek binnenhalen. Op dit moment zijn we nog steeds bezig met de onderhandelingen voor de order voor het onderzoek naar het besturingssysteem, waarmee prof. Bob Mulder bezig is. Dat is een heel belangrijk onderdeel van het vliegtuig en het zou heel prestigieus zijn als we dat binnenhalen, maar de concurrentie van Amerikaanse bedrijven is erg groot.

Verder hebben vier studenten stage gelopen bij het JSF-ontwikkelingsproject in Fort Worth, Texas. Het komend jaar wil ik met fabrikant Lockheed Martin een overeenkomst tekenen om van die stages een continue programma te maken.”

U noemt de JSF het beste vliegtuig dat Nederland kon kiezen. Toch bestaat hierop nog kritiek. Waarom?

,,Wij zouden volgens die kritiek een slechtere JSF krijgen dan de Amerikanen. Dat is onterecht. De F22 die de Amerikanen ontwikkelen is vergeleken met de JSF die wij krijgen exorbitant duur. De JSF is voor die prijs-kwaliteitverhouding het meest optimale wapen. Het is een compleet nieuw concept met allemaal nieuw te ontwikkelen systemen, waaronder de besturing. Dit is anders dan de Europese jagers als de Eurofighter en de Rafale. Die probeerden een betere F16 te zijn en de F16 kun je niet veel verbeteren.”

Nog een ethische vraag. Moet een TU zich lenen voor het ontwikkelen van militaire toepassingen? Hoogleraren als Ingo Hansen van verkeerskunde hebben hier kritiek op geuit.

,,Er bestond een tendens in de jaren zestig en zeventig om te zeggen dat een universiteit er niet is voor het ontwikkelen van militaire technologie. Ik denk daar anders over. Achtendertig jaar lang heb ik mijn ‘luchtsporen’ verdiend en heb gezien dat je soms voor het bevorderen van vrede en welzijn militaire middelen nodig hebt. Je rust de brandweer ook niet uit met slecht materieel. Dus als je als overheid een krijgsmacht wilt hebben en daar belastinggeld aan wilt besteden, moet je dat ook op de beste manier doen. Daarom vind ik het logisch dat je op een universiteit onderzoek doet naar militaire toepassingen. Zoals een besturingssysteem voor de JSF of onbemande vliegtuigen, de UAV’s waarmee je terroristen kunt bestrijden.”

WIE IS BEN DROSTE?

Luitenant-generaal buiten dienst Ben Droste (58) werd in juni 2003 decaan bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, na een militaire loopbaan van 38 jaar bij de Koninklijke Luchtmacht. Hier was hij van 1995 tot 2000 de hoogste baas en leidde hij de operaties met F16’s in Bosnië en Kosovo. Vierduizend uren vloog Droste zelf in een ‘kist’, waarvan duizend uur op de F16. Sinds 2000 is Droste tevens voorzitter van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (Nivr). Droste is getrouwd en heeft twee kinderen en drie kleinkinderen. Een zoon van Droste studeerde in 1997 af bij L&R.

Geen wetenschappelijke achtergrond. Maar wel genoeg uren in de lucht én de benen stevig op de grond om de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek te leiden. Na een half jaar decanaat vertelt luitenant-generaal Ben Droste over zijn plannen met de faculteit, de Joint Strike Fighter en hoe een militair leiding geeft aan een club eigenzinnige hoogleraren.

U wilde vroeger altijd al piloot worden?

,,Mijn hele leven tot nu toe wordt gedomineerd door het feit dat ik luchtmachtvlieger ben geweest. Als kind wilde ik het al worden. Van mijn zeventiende af was ik bezig met mijn opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie. Ik heb nogal wat uren in de cockpits van gevechtsvliegtuigen doorgebracht, vierduizend in totaal, en was in 1980 één van de eerste vliegers op de F16.”

Is er een overeenkomst tussen de krijgsmacht en de universiteit?

,,Wel en niet. De krijgsmacht is in beginsel hiërarchisch en gestructureerd. Er is een duidelijke leiding. Dat is bij de universiteit anders. De overeenkomst is dat je bij beiden ambtenaar bent. Je werkt met een budget dat door de overheid wordt verstrekt en dat door politieke keuzes tot stand is gekomen.

Je bent op een universiteit bovendien minder aan winst en verlies gebonden dan in een gewoon bedrijf. Bij de krijgsmacht zie je winst misschien in het feit dat er dankzij de geslaagde acties in Kosovo niet nog verder op de F16’s bezuinigd werd. Op een universiteit meet je winst af aan het aantal publicaties en prijzen dat onderzoek krijgt. Of studentenaantallen.

Lastig op de universiteit is dat de echte winst van beleid dat je nu voert pas over jaren merkbaar is. Ik kan nu wel meer studenten hier krijgen, maar daar heb je pas over drie jaar financieel voordeel van. Nu kan ik afgestraft worden op het feit dat er drie jaar geleden minder studenten waren.”

Geeft u op de TU anders leiding dan bij de luchtmacht?

,,De wetenschappelijke staf en hoogleraren zien zichzelf per definitie als vrije ondernemers. Ze laten zich veel minder leiden dan mensen binnen een militaire organisatie. Het aansturen van een wetenschappelijke staf vraagt dus een andere benadering.

Je hebt twee benaderingen: iedereen met zijn onderzoek loslaten en wel zien wat eruit komt. Duizend bloeiende bloemen en daar zal dan wel wat moois tussen zitten. Dat is niet mijn benadering. De mooie bloemen moet je koesteren, maar je zal ook moeten wieden. Je moet duidelijk, samen met hoogleraren, een beeld neerzetten van waar je over vijf tot tien jaar wilt zijn. En een duidelijk plan maken hoe je dat bereikt. Je moet succes niet van het toeval laten afhangen. Die stijl van leidinggeven is iets wat ik meeneem uit mijn militaire achtergrond.”

Kunt u een doel noemen dat u heeft gesteld?

,,Het studentenaantal is één van de succesfactoren van een financieel gezonde faculteit. Tot nu toe zijn studentenaantallen nog te onvoorspelbaar. Zo hadden we dit jaar een daling verwacht, maar er kwamen twaalf procent meer studenten naar de TU. Ik wil weten waaraan dat ligt. Ook wil ik veel meer meisjes bij deze faculteit en daar een concreet doel aan stellen, bijvoorbeeld vijftien procent en een plan om dat te bereiken.”

Iedereen wil meer meisjes, maar hoe wilt u dat doen?

,,Ik wil de meisjes die hier zitten vragen wat ze goed vinden aan de opleiding, meer evalueren en dat naar de werving vertalen. Verder werken we hier met maatschappelijk relevante thema’s die jongelui moeten aanspreken. Een vliegtuig dat we hier ontwerpen is niet alleen om veel passagiers te vervoeren. Het moet ook in de moderne wereld passen qua ecologie, emissies, geluidsoverlast en veiligheid.

Luchtvaart en ruimtevaart zijn verder niet alleen koele hightech. Ze gaan ook over welzijn. Afgelopen vrijdag ging ik naar een Airbus-meeting in Spanje en zat naast een student van mij, die was op weg naar zijn vriendin in Mexico. Een voorbeeld bij uitstek hoe het vliegen zijn welzijn bevordert.”

Wat was het belangrijkste moment uit uw militaire loopbaan?

,,De acties met F16’s in Kosovo, toen ik bevelhebber was van de luchtmacht. In 1993 werden er voor het eerst echt F16’s ingezet, in de dramatische oorlog boven Bosnië, met als hoogtepunt het voorjaar van 1999 boven Kosovo.

Ik ben zes maanden later, met kerst 1999, in Kosovo geweest en zag hoe blij de Kosovaren waren dat ze baas in eigen land waren geworden. Het gaf toch een heel goed gevoel dat je een vrijwel onmogelijk conflict in dat land hebt kunnen helpen beëindigen. Het klinkt paradoxaal, maar door militaire doelen te vernielen met militaire wapens als F16’s creëer je een situatie die tot op de dag van vandaag als bevredigend wordt ervaren.”

U staat bekend als ‘Mister JSF’ in politieke kringen, vanwege uw warme pleidooi voor het Amerikaanse toestel. Heeft uw benoeming als decaan ook te maken met het groene licht voor deze hightech jager?

,,Nee. Ik ben aangenomen omdat ik goed bekend ben in de luchtvaart- en ruimtevaartwereld en vanwege bestuurlijke kwaliteiten. Mijn invloed op de JSF aan de TU bestaat uit het feit dat ik mensen ken in binnen- en buitenland die zich met het project bezighouden. En ik ken de juiste mensen in Den Haag.”

Welke rol wilt u met de TU spelen in het JSF-project?

,,We willen vooral hoogwaardig fundamenteel onderzoek binnenhalen. Op dit moment zijn we nog steeds bezig met de onderhandelingen voor de order voor het onderzoek naar het besturingssysteem, waarmee prof. Bob Mulder bezig is. Dat is een heel belangrijk onderdeel van het vliegtuig en het zou heel prestigieus zijn als we dat binnenhalen, maar de concurrentie van Amerikaanse bedrijven is erg groot.

Verder hebben vier studenten stage gelopen bij het JSF-ontwikkelingsproject in Fort Worth, Texas. Het komend jaar wil ik met fabrikant Lockheed Martin een overeenkomst tekenen om van die stages een continue programma te maken.”

U noemt de JSF het beste vliegtuig dat Nederland kon kiezen. Toch bestaat hierop nog kritiek. Waarom?

,,Wij zouden volgens die kritiek een slechtere JSF krijgen dan de Amerikanen. Dat is onterecht. De F22 die de Amerikanen ontwikkelen is vergeleken met de JSF die wij krijgen exorbitant duur. De JSF is voor die prijs-kwaliteitverhouding het meest optimale wapen. Het is een compleet nieuw concept met allemaal nieuw te ontwikkelen systemen, waaronder de besturing. Dit is anders dan de Europese jagers als de Eurofighter en de Rafale. Die probeerden een betere F16 te zijn en de F16 kun je niet veel verbeteren.”

Nog een ethische vraag. Moet een TU zich lenen voor het ontwikkelen van militaire toepassingen? Hoogleraren als Ingo Hansen van verkeerskunde hebben hier kritiek op geuit.

,,Er bestond een tendens in de jaren zestig en zeventig om te zeggen dat een universiteit er niet is voor het ontwikkelen van militaire technologie. Ik denk daar anders over. Achtendertig jaar lang heb ik mijn ‘luchtsporen’ verdiend en heb gezien dat je soms voor het bevorderen van vrede en welzijn militaire middelen nodig hebt. Je rust de brandweer ook niet uit met slecht materieel. Dus als je als overheid een krijgsmacht wilt hebben en daar belastinggeld aan wilt besteden, moet je dat ook op de beste manier doen. Daarom vind ik het logisch dat je op een universiteit onderzoek doet naar militaire toepassingen. Zoals een besturingssysteem voor de JSF of onbemande vliegtuigen, de UAV’s waarmee je terroristen kunt bestrijden.”

WIE IS BEN DROSTE?

Luitenant-generaal buiten dienst Ben Droste (58) werd in juni 2003 decaan bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, na een militaire loopbaan van 38 jaar bij de Koninklijke Luchtmacht. Hier was hij van 1995 tot 2000 de hoogste baas en leidde hij de operaties met F16’s in Bosnië en Kosovo. Vierduizend uren vloog Droste zelf in een ‘kist’, waarvan duizend uur op de F16. Sinds 2000 is Droste tevens voorzitter van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (Nivr). Droste is getrouwd en heeft twee kinderen en drie kleinkinderen. Een zoon van Droste studeerde in 1997 af bij L&R.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.