Onderwijs

‘Voor ons begon de crisis al in januari’

Sacha Kroonenberg was nog maar een paar maanden directeur Onderwijs en Studentenzaken, toen het land op slot ging. Hoe is het om dan meteen een crisis te moeten bestrijden?

Sacha Kroonenberg: “Er zijn door de pandemie heel mooie initiatieven gestart.” (Foto: TU Delft)

Er leek geen vuiltje aan de lucht toen u in oktober 2019 aantrad als directeur Onderwijs en Studentenzaken. Enkele maanden later brak de coronacrisis uit. Hoe was het voor u om in zo’n hectische tijd ingewerkt te worden?
“Ik heb mijn kennismakingsrondje niet kunnen afmaken. Ik was nog maar net aan boord toen er allerlei branden geblust moesten worden. Voor ons begon de crisis al in januari. Toen in China het aantal besmettingen opliep, moesten wij maatregelen voor de TU bedenken. Veel medewerkers en studenten waren rond kerst naar China geweest voor vakantie of studiereizen. Corona is natuurlijk verschrikkelijk. Maar als je het alleen hebt over het inwerken, dan is het niet per se verkeerd. Ik heb in korte tijd veel zien langskomen. Alles is gecomprimeerd. Je ziet vrij snel dat overleggremia niet lekker lopen of dat informatiestromen anders moeten. Onder druk wordt alles duidelijk. Vergelijk het met een lekkende cv-ketel. Je merkt dat de ketel druk verliest, maar je weet niet waar het probleem zit. Als je de druk opvoert, zie je waar het water uit de leidingen spuit.”

Dat klinkt mooi, maar het was natuurlijk slopend voor alle betrokkenen dat het onderwijs van de ene op de andere dag omgegooid moest worden toen de lockdown kwam.
“De werkdruk binnen de faculteiten en bij medewerkers van ESA (Education & Student Affairs-red.) was vreselijk hoog. Sommige mensen polste ik wekelijks. Gaat het wel goed? Via de computer is dat moeilijk. Als je op de campus bent, loop je even langs en kijk je iemand in de ogen. Maar dat ging nu niet. We moesten het ene gat dichten met het andere. Gelukkig zijn we er met zijn allen redelijk goed uitgekomen, al zijn we lang niet meer zo fris als toen we er aan het begin van de crisis onze schouders onder zetten. De situatie normaliseert nu. De hele crisisorganisatie is opgetuigd. De gremia zijn er nu en die kunnen worden opgeroepen en geactiveerd op het moment dat er weer wat nodig is. Dat helpt.”

Maar u hebt er dus geen spijt van dat u de baan vorig jaar hebt aangenomen?
“Haha, je denkt toch niet dat ik nu ga zeggen dat ik niet blij ben met dit werk? Ik vind de TU een fantastische universiteit met veel inspirerende en gepassioneerde mensen.”

Dat alle colleges plots digitaal moesten, zal de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede zijn gekomen. Wordt het wel beter?
“Bij sommige lessen pakte de digitalisering goed uit, bij andere niet. Online onderwijs is natuurlijk meer dan alleen het opnemen van een college dat je eerst klassikaal gaf. Er komen didactische principes bij kijken. Bij ESA hebben we onderwijsdeskundigen die kunnen helpen. Zij hebben op websites tips en materiaal ontsloten voor docenten. En er worden wekelijks webinars gegeven. Het onderwijs wordt beter.”

De digitalisering van het onderwijs – moocs, blended onderwijs en hybrid classes, werkvormen waar zowel fysieke als virtuele studenten aan deelnemen – was al een tijdje gaande. Door de coronacrisis is de digitalisering in een stroomversnelling gekomen. Hoe ziet het onderwijs eruit als de coronacrisis voorbij is?
“Veel onderwijs zal dan weer op de campus plaatsvinden. We hebben er allemaal behoefte aan om bij elkaar te komen. Maar wat ik niet geloof, of wat ik niet wil geloven, is dat we helemaal terugveren naar de situatie van voor de coronacrisis. Want er zijn door de pandemie heel mooie initiatieven gestart. Laten we de goede dingen bewaren. Docenten die voorliepen met blended learning zullen het de afgelopen periode wat makkelijker hebben gehad. Maar diegenen die er niet zo veel voor voelden, zullen zich nu toch wel gedwongen hebben gevoeld om er mee aan de slag te gaan. Ik verwacht dat veel van hen er nu de voordelen van inzien.”

Wat zijn op dit moment de grootste uitdagingen voor het onderwijs aan de TU?
“Docenten, medewerkers en studenten willen perspectief. Onze horizon is telkens maar een paar weken. Het zou mooi zijn als we voor langere tijd houvast hebben. Als regels strenger worden, dan moeten we daar natuurlijk naar handelen. Maar de vraag is of we elke kleine versoepeling ook meteen ten volle moeten benutten. Voor onderwijs zijn kleine versoepelingen vaak geen grote game changers. Moeten we daar dan telkens hijgerig achteraan rennen? Sommige docenten kunnen niet wachten om weer les te geven op de campus. Maar er zijn er ook die dat helemaal niet willen vanwege hun veiligheid. Meer rust in de tent zou fijn zijn. Ik zou een leidraad voor iets langere termijn willen. Daar moeten we het aan de TU met zijn allen over hebben.”

Welke impact heeft de coronacrisis op studentenaantallen en op de samenstelling van studentenpopulatie? Komen er nu minder internationale studenten naar Delft?
“Ik had verwacht na de zomer een grote impact op de studentenaantallen te zien, maar het valt erg mee. De impact op de instroomcijfers is minimaal. Wel zijn er iets minder masterstudenten uit India en China. En mogelijk besluiten sommige internationale studenten alsnog om terug naar huis te gaan. Ze zijn nog niet allemaal goed geland. Ik weet dat er internationale studenten zijn die zich afvragen wat ze hier nu eigenlijk doen aan deze universiteit waar het onderwijs digitaal is en ze hun medestudenten weinig kunnen zien. Eenzaamheid is een probleem dat speelt. Bij alle studenten overigens. We hebben daar veel aandacht voor. We proberen studenten online met elkaar in contact te brengen. Sommige studenten gaan toch naar feestjes en spreken af in een park. Het is onverstandig, maar ik begrijp de behoefte aan verbinding.”

Redacteur Tomas van Dijk

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

tomas.vandijk@tudelft.nl

Comments are closed.