Wetenschap

Verkeersregelaar

Naam: drs. Rudy NegenbornLeeftijd: 25 jaarPromotieonderzoek: Multi-agent control of large scale transportation networksPromotiebegeleiders: dr.i

r. Bart de Schutter en prof. dr.ir. Hans Hellendoorn

Faculteit: Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE)

Voortgang: Halverwege

(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

“Ik kijk graag op een hoog abstractieniveau naar dingen. Dat deed ik tijdens mijn studie informatica in Utrecht, en nu ook bij mijn promotieonderzoek naar transportnetwerken. Mijn theorieën zijn hierdoor breed toepasbaar. Water-, elektriciteits- of verkeersnetwerken, ze hebben allemaal gemeen dat er verschillende spelers bij betrokken zijn die elkaar beïnvloeden. Ik houd mij vooral bezig met de vraag hoe informatie het beste uitgewisseld kan worden tussen die verschillende partijen om tot een zo goed mogelijke netwerkregeling te komen.

Het fileprobleem zal ik waarschijnlijk niet zo snel oplossen, maar ik ben indirect wel met dat probleem bezig. Verkeer is een voorbeeld van een netwerk dat baat heeft bij een goede communicatie, in dit geval tussen de verkeersregelaars in steden – waar de automobilisten uit vertrekken – en degenen die verantwoordelijk zijn voor de doorstroming op snelwegen. Voor het elektriciteitsnetwerk gelden dezelfde principes. Ook daarvoor is communicatie van groot belang. Als Duitsland bijvoorbeeld extra elektriciteit opwekt uit windenergie, doordat het een tijdje hard waait, heeft dit invloed op het elektriciteitsnetwerk in Nederland. Vorig jaar nog dreigden grote stroomuitvallen in de Achterhoek doordat de twee landen niet goed hadden afgesproken hoeveel elektriciteit ze op het net zouden zetten.

Ik probeer de netwerken in wiskundige formules te gieten. Daarbij is het van belang om in te spelen op toekomstige verwachtingen. Zo kun je de pieken in energieverbruik – ’s ochtends en ’s avonds – goed voorspellen. Door dit in een model te verwerken zie je wat het effect ervan is elders in het netwerk.

Als promovendus weet je nooit zeker of je onderzoek echt goed is en of je bruikbare vindingen doet. Het is makkelijk om op te geven. Maar je moet positief blijven en doorgaan. Ook als je niet tot iets moois uitkomt, is dat natuurlijk nog steeds een resultaat. Een ander nadeel van promotieonderzoek, zeker binnen mijn vakgebied, is dat het jaren duurt voordat de industrie de waarde van ons werk inziet en gebruik maakt van onze theorieën. Dit zijn dingen waar je tijdens je promotie mee leert omgaan.

Vanaf juni ga ik werken aan een Europees onderzoeksproject gericht op grensoverschrijdende elektriciteitsnetwerken. Daar kijk ik erg naar uit. Ik moet ervoor naar Bretagne. Het is altijd leuk mensen tegen te komen die zich met hetzelfde soort onderzoek bezighouden. Zeker in mijn geval, omdat ik werk binnen een heel klein vakgebied.

De liberalisering van de energiemarkt en de Europese uitbreiding maken mijn werk extra uitdagend. Wellicht kan iedereen straks elektriciteit leveren afkomstig van een eigen generator of windmolen in de achtertuin. Hierdoor wordt het veel lastiger om het netwerk efficiënt te laten functioneren. (TvD)

Naam: drs. Rudy Negenborn

Leeftijd: 25 jaar

Promotieonderzoek: Multi-agent control of large scale transportation networks

Promotiebegeleiders: dr.ir. Bart de Schutter en prof. dr.ir. Hans Hellendoorn

Faculteit: Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE)

Voortgang: Halverwege

(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

“Ik kijk graag op een hoog abstractieniveau naar dingen. Dat deed ik tijdens mijn studie informatica in Utrecht, en nu ook bij mijn promotieonderzoek naar transportnetwerken. Mijn theorieën zijn hierdoor breed toepasbaar. Water-, elektriciteits- of verkeersnetwerken, ze hebben allemaal gemeen dat er verschillende spelers bij betrokken zijn die elkaar beïnvloeden. Ik houd mij vooral bezig met de vraag hoe informatie het beste uitgewisseld kan worden tussen die verschillende partijen om tot een zo goed mogelijke netwerkregeling te komen.

Het fileprobleem zal ik waarschijnlijk niet zo snel oplossen, maar ik ben indirect wel met dat probleem bezig. Verkeer is een voorbeeld van een netwerk dat baat heeft bij een goede communicatie, in dit geval tussen de verkeersregelaars in steden – waar de automobilisten uit vertrekken – en degenen die verantwoordelijk zijn voor de doorstroming op snelwegen. Voor het elektriciteitsnetwerk gelden dezelfde principes. Ook daarvoor is communicatie van groot belang. Als Duitsland bijvoorbeeld extra elektriciteit opwekt uit windenergie, doordat het een tijdje hard waait, heeft dit invloed op het elektriciteitsnetwerk in Nederland. Vorig jaar nog dreigden grote stroomuitvallen in de Achterhoek doordat de twee landen niet goed hadden afgesproken hoeveel elektriciteit ze op het net zouden zetten.

Ik probeer de netwerken in wiskundige formules te gieten. Daarbij is het van belang om in te spelen op toekomstige verwachtingen. Zo kun je de pieken in energieverbruik – ’s ochtends en ’s avonds – goed voorspellen. Door dit in een model te verwerken zie je wat het effect ervan is elders in het netwerk.

Als promovendus weet je nooit zeker of je onderzoek echt goed is en of je bruikbare vindingen doet. Het is makkelijk om op te geven. Maar je moet positief blijven en doorgaan. Ook als je niet tot iets moois uitkomt, is dat natuurlijk nog steeds een resultaat. Een ander nadeel van promotieonderzoek, zeker binnen mijn vakgebied, is dat het jaren duurt voordat de industrie de waarde van ons werk inziet en gebruik maakt van onze theorieën. Dit zijn dingen waar je tijdens je promotie mee leert omgaan.

Vanaf juni ga ik werken aan een Europees onderzoeksproject gericht op grensoverschrijdende elektriciteitsnetwerken. Daar kijk ik erg naar uit. Ik moet ervoor naar Bretagne. Het is altijd leuk mensen tegen te komen die zich met hetzelfde soort onderzoek bezighouden. Zeker in mijn geval, omdat ik werk binnen een heel klein vakgebied.

De liberalisering van de energiemarkt en de Europese uitbreiding maken mijn werk extra uitdagend. Wellicht kan iedereen straks elektriciteit leveren afkomstig van een eigen generator of windmolen in de achtertuin. Hierdoor wordt het veel lastiger om het netwerk efficiënt te laten functioneren. (TvD)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.