Onderwijs

Veni’s dankzij duidelijke praatjes

De TU krijgt dit jaar zeventien veni-subsidies van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Dat is viermaal zoveel als in 2008.

Nanokristallen die het licht in zonnecellen de juiste kant opsturen, magnetische pincetten om DNA mee te bestuderen en elektronenbundels waarmee atoom voor atoom patronen geschreven kunnen worden. De veni-subsidies gaan naar uiteenlopende onderzoeksprojecten verspreid over de hele TU. Voor het eerst heeft designfaculteit IO een subsidie gekregen. Technische Natuurwetenschappen scoort met zes subsidies het hoogst.
De veni-subsidies zijn geldbedragen van maximaal 250 duizend euro die NWO jaarlijks uitkeert aan veelbelovende jonge onderzoekers, zodat zij hun werk drie jaar voort kunnen zetten. Veni is een van de drie subsidievormen van de zogenaamde Vernieuwingsimpuls. De andere twee subsidies zijn de vidi-subsidie (voor ervaren postdocs) en de vici-subsidie (voor zeer ervaren onderzoekers).

Met zeventien subsidies doet de TU het vergeleken met de andere universiteiten behoorlijk goed. Alleen de Universiteit Utrecht en de Universiteit Leiden scoren hoger met respectievelijk 26 en 18 veni’s. Van de 26 Utrechtse veni’s gingen er tien naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Ook het Leids Universitair Medisch Centrum ontving een veni. De Universiteit Twente heeft vijf veni’s gekregen en de TU Eindhoven één. In totaal honoreerde NWO dit jaar 143 aanvragen (vorig jaar 116).

Het succes staat in schril contrast met de resultaten van vorig jaar. Toen kreeg de TU slechts vier van de felbegeerde subsidies. Volgens Anouschka Versleijen van het valorisation centre (de instelling aan de TU die helpt om kennis te gelde te maken) hebben alle faculteiten dit jaar hun onderzoekers gestimuleerd om aanvragen in te dienen. “Dit jaar was er veel meer begeleiding. Vorig jaar was de hulp op verschillende faculteiten nog ad hoc. Dat geldt overigens niet voor de vidi- en vicibeurzen; daar was al meer aandacht voor.”

Onderzoekers die door NWO uitgenodigd werden voor een gesprek, kwamen bovendien goed beslagen ten ijs. Enkele medewerkers van het valorisation centre en TBM bieden sinds dit jaar namelijk interviewtrainingen aan veni-kandidaten.

“We helpen ze niet aan een vlotte babbel van een tweedehands autoverkoper”, licht Versleijen toe. “Maar de onderzoekers moeten wel leren om helder te maken waarom zij hun vakgebied met hun onderzoek een stap vooruit helpen. Tijdens het gesprek hebben ze een breed georiënteerde onderzoekscommissie tegenover zich. Vaak hebben ze moeite om in te schatten hoeveel jargon ze kunnen gebruiken.”

Versleijen is dolgelukkig met het resultaat. Omgerekend naar het aantal onderzoekswerkplekken had de TU volgens haar 9,1 procent van de subsidies moeten ontvangen. “Onze fair share is 13 van 143 veni’s. Daar zitten we met 17 dus mooi boven.”

Zaterdag 24 januari, 9.30 uur
Op tien kilometer van het Franse bergdorpje Valmorel staat het muurvast. Ronkende bussen en rokende reizigers. “Boven staat een hele rij met bussen die nog sneeuwkettingen moeten opleggen”, vertelt een groepje Wageningse studenten dat de berg afwandelt. Of we ook naar Valmorel gaan, willen ze weten. “Nou, pas dan maar op, daar zitten deze week ook duizend Nederlandse studenten.” “Vertraging krijg je er gratis bij”, grinnikt TU-student en voorzitter van de studentenwintersport 2009 Ruben Hijl.
De sfeer is er niet minder om. De eerste flesjes Jupiler komen uit de tas, de skibroek gaat aan. Bij de verhuur van ski- en snowboardmaterialen is het dringen geblazen. Sneeuwballen vliegen door de lucht. Als echter om half zes – zoals afgesproken – de sleutels van de appartementen niet klaarliggen, slaat hier en daar het plezier om in chagrijn: “Dit is niet handig. Volgens mij hebben ze zich verkeken op de duizend man.”

Zondag 25 januari, 8.30 uur
Langzaam schuift de skilift naar de zonnige top. Een student, net als de mensen om hem heen gekleed in een groene Studentenwintersport-trui met capuchon,  strompelt uit de lift. “Waarom doet ‘ie zo’n pijn”, verzucht hij tegen zijn skimaatje. Hij trekt zijn schoen uit voor een grondige inspectie en vist er een bierdopje uit.
‘Ik wil alleen maar billen zien’, klinkt het een paar uur later tijdens de après-ski in discotheek Le Before & l’After. Heel toepasselijk heeft de organisatie zich hier in de discotheek geposteerd. “Wij zijn ons blauwe polsbandje (het toegangsbewijs voor feestjes en bier tegen kortingstarief, red. ) kwijt”, meldt de een. En een ander: “Kunnen we hier nog een food box (voedselpakket met onder meer melk, beleg, soep en magnetronmaaltijden, red.) afhalen?” 

Maandag 26 januari, 10.01 uur
Snowboardleraar en student fysiotherapie uit Amsterdam Quint de Waard komt met een sneltreinvaart de berg af en stopt soepel voor de gondellift, het vertrekpunt deze ochtend voor zijn beginnersgroepje. Even later melden drie oranje puntmutsen met opdruk ‘kamertje 1’ zich. Er onder zitten Hilde Wolleswinkel, Eveline van den Berg en Marleen Janus, studenten life science uit Delft. “En dames, nog geoefend gistermiddag?”, vraagt Quint. “Jazeker, bochtjes en zo. En geen spierpijn!”
“Ook naar de beachparty geweest gisteravond?” Nee, de dames wilden fit zijn vanochtend. Vanwaar kamertje 1? “Een grapje van vorig jaar, toen zaten we tijdens een reisje van onze studievereniging in dezelfde kamer. Om ons te onderscheiden van de rest noemden we onszelf kamertje 1, sindsdien zetten we overal een één voor of achter.”
Boven aangekomen schrikt Marleen Janus als ze de steile afdaling ziet. De tranen schieten in haar ogen. “Hoogtevrees”, zegt ze zacht als vriendinnen Hilde en ‘Eef’ toesnellen om haar moed in te praten. Quint laat zien waarom hij snowboardleraar is en twee minuten later staat ze alweer recht op haar board, de rest achterna.

Maandag 26 januari, 15.00 uur.
Aniek Rooderkerken en Jeroen Reijnaerts van sportraad Musst duiken de helling af.  Eindelijk, zegt Rooderkerken die in de organisatie van Stuwi zit en nauwelijks aan zichzelf toekomt. Ze staat voor het eerst van haar leven op de latten, maar dat heeft haar er niet van weerhouden om zich op te geven voor de Nederlands Kampioenschappen deze week. “We gaan het gewoon proberen.” Zij wel, dat kunnen vijf andere leden van de organisatie niet meer zeggen: “Vanochtend moest iemand na een val in het dorpje met een scheurtje in de rug naar het ziekenhuis. De andere vier zijn domweg uitgegleden op de weg.”
Ook onder de deelnemende studenten zijn de eerste slachtoffers gevallen. Renée Langens uit Nijmegen heeft ’s middags tijdens het skiën haar kruisbanden gescheurd en draagt een brace. “Nee, ik ben geen beginner. Het gebeurt de beste, gewoon even verkeerd gedraaid. Ik ben hier bij de artsenpost geholpen, daar zat nog een meisje uit Tilburg met een gebroken sleutelbeen.”

Maandag 26 januari, 20.00 uur
“Eén meisje had zo’n prachtige stem.” Christiaan Donkelaar van de sportraad DSSF uit Delft komt terug van de discotheek en kwakt vijf karaoke-dvd’s op de tafel van het werkappartement van de Stuwi-organisatie. Voorzitter Ruben Hijl knikt, maar zit al met zijn hoofd bij het volgende onderdeel: zo meteen begint  de ‘appartementenronde’. “Vraag hoe de busreis is bevallen en of er klachten zijn over het lange wachten op dag één. Er zijn ook klachten over geluidsoverlast binnengekomen, over mensen die blikjes bier van het balkon af gooien en dat soort dingen.”
Aniek Rooderkerken van Musst neemt enkele ‘Maastrichtse appartementen’ voor haar rekening. We gaan op weg naar huize ‘Maastricht Biertje Vrienden’, vijf Duitse studenten uit Maastricht. “Hallo?” Geen reactie. Het licht in de slaapkamer en woonkamer is uit. “Hallo?”, probeert ze nogmaals. “Mmmm”, klinkt het vanuit een bed. Dominik Senk, IB-student, is wakker. “We wilden even een half uurtje bijslapen, maar dat was twee uur geleden. Of we klachten hebben? Zaterdag hebben we lang op de sleutel moeten wachten, maar over het algemeen is de organisatie perfect.” En de prijs (maximaal 350 euro) voor de reis noemen ze een koopje. “En al die extra’s, zoals een foodbox, dat hadden we niet verwacht.” De vijf hebben het skigebied al uitvoerig verkend, ook off-piste. “Zijn er gisteren nog mensen door lawines overvallen?” Daar schrikken ze van. “Echt? Hier?” Maar een minuut later zijn ze dat al weer vergeten.
En de Nederlandse après-ski? “Tja, niet zoveel anders dan de Duitse. Of je nu Viva Hollandia of Viva Colonia zingt.” Alleen vinden ze moeilijker aansluiting. “Als je iemand aanspreekt in het Engels krijg je antwoord in het Nederlands”, zegt Senk. “Misschien is het een idee om nog een borrel voor de internationale studenten te organiseren, want ook vanuit Wageningen zijn er veel buitenlanders, een paar Spanjaarden en iemand uit Israël”, zegt Marije Blanken, secretaris van de Stuwi uit Eindhoven.

Woensdag 28 januari, 21.00 uur
Bierestafette in discotheek Le Before & L’After. “Uit Eindhoven”, klinkt het bijna steevast op de vraag waar studenten vandaan komen. Het is druk en warm; 32 teams van telkens vijf mensen nemen het tegen elkaar op om als snelste een biertje achterover te slaan. Team Bodemloze Vaten wint als eerste van Mehzeker. Luid gejuich als de vijfde zijn bekertje leeg heeft en op zijn hoofd zet. Even later is het team van de Maastrichtse studenten Lena Piepmeier en Fabian Theymann aan de beurt. Ze maken geen schijn van kans. Piepmeier haalt lachend haar schouders op: “Ja, wat willen we ook met vier meiden en één jongen.”
“Uit Eindhoven”, roepen ze verderop in Café La Gare. Met een Eindhovense delegatie van 330 mensen maken ze de grootste groep uit. “Wat we opmaken deze week? Zo’n 200 euro aan eten en drinken. Nee, met dat foodpakket alleen redden we het niet.” Hebben ze al studenten van andere steden leren kennen? Oud-student Bob uit Eindhoven wel: “Mijn vriendinnetje, nou ja, vriendinnetje, zeg maar scharrel tijdens deze vakantie, studeert in Wageningen. Wacht, wat was haar naam ook alweer?”

Vrijdag 30 januari, 10:00 uur
Clinic slalom. Clinic-leraren Rogier en Camiel laten de twintig deelnemers flink opwarmen. “Op je plaats trappelen”, roept Rogier, terwijl iedereen op zijn of haar zware skischoenen huppelt. Boven op de piste vallen de studenten van hun geloof: “Wat? Moet je je schouders niet meer mee bewegen? Zo heb ik het wel geleerd.”Klopt”, zegt Camiel, ”vroeger was je cool wanneer je met de benen dicht tegen elkaar en de stokken losjes langs je lijf naar beneden zoefde, dat is passé. Nu is het benen op heupbreedte en je armen recht vooruit steken.”
“Jullie skiën te lief, het mag wat agressiever”, zegt hij. “Als je meedoet met slalom dan wil je winnen, toch?” Hij demonstreert met scherpe bochten en hoge snelheid hoe je behendig langs de vlaggetjes op de piste moet manoeuvreren. “Zo! Dat is inderdaad agressief”, klinkt het. Dan zijn de studenten aan zet. De adviezen nemen ze gretig ter harte: “Goed door je knieën. Niet met de stokken zwaaien, dansen doen we vanavond in de discotheek.” Aan het eind van de clinic leunen de Maastrichtse studenten Lena Piepmeier en Alina Basdorff tevreden op hun skistokken: “Ik heb echt wat geleerd in twee uur tijd. Ik ga harder de berg af, maar voel me tegelijkertijd veiliger.”

Vrijdag 30 januari, 13.00 uur
Met een rotvaart komt een skiër tot stilstand bovenop een paar ski’s. “Zo, jij doet zeker mee met de kleine slalom”, concludeert iemand droog. “Wie heeft er nog geen rugnummer?” roept Joyce Bouwens, voorzitter van het Nederlandse studenten skikampioenschap. Vanmiddag vindt het onderdeel slalom (groot voor gevorderden, klein voor beginners) plaats. Vijfenzestig waaghalzen hebben zich ingeschreven. De laatste wedstrijdverzekeringen worden ingevuld en iedere deelnemer kan een passende helm uitzoeken. Het is opvallend rustig op de piste en de combinatie veel zon, weinig wind voelt haast voorjaarsachtig aan. Student uit Maastricht Christel van Dael staat al klaar. “Nee, ik heb niet extra geoefend, ik zie wel hoe het gaat.” Van Dael eindigt uiteindelijk als tweede in de grote slalom. De Maastrichtse student Jörg Kattner eindigt bovenaan bij de mannen.
Later die dag vertelt een trotse – niet meer al te nuchtere – student in de gondellift dat hij tweede is geworden tijdens het kampioenschap. “Ja, vertel wel even het hele verhaal”, wijst een vriend hem terecht: “Je was tweede bij de kleine slalom, waar maar vier mannen meededen en eentje werd gediskwalificeerd omdat hij viel.” Het mag de pret niet drukken. Trots toont hij zijn medaille die hij om zijn hals heeft hangen en zingt: ‘Voulez vous coucher avec moi, ce soir’.

Wat is Studentenwintersport?
De Studentenwintersport werd voor het eerst georganiseerd in 2002. Een initiatief van de Avalanche Boarders, de wintersportvereniging van de Technische Universiteit in Eindhoven. Destijds gingen 66 studenten mee naar Praloup in Frankrijk. Een jaar later werd de reis omgedoopt tot Stuwi: de sportraden van Eindhoven, Groningen, Enschede, Wageningen en Nijmegen organiseerden samen voor 530 studenten een reis naar Le Corbier in Frankrijk. In 2004 sloot Maastricht zich aan en vanaf 2006 namen ook Tilburg, Delft en Leiden deel aan deze jaarlijkse reis. Sinds vorig jaar bestaat de organisatie uit tien studentensteden (Utrecht kwam er als laatste bij) en vertrokken 800 deelnemers naar Les Menuires in Frankrijk. Dit jaar passeerde Stuwi voor het eerst de duizend inschrijvingen. Op 23 januari vertokken zeventien bussen met 1030 studenten voor tien dagen naar Valmorel. Veel verder zal het aantal deelnemers overigens niet oplopen: duizend man is het maximaal haalbare.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.