Campus

Veilig zonder hekken en camera’s

Bij Delft Top Tech is vorige maand een postacademische security-opleiding van start gegaan. Veiligheid is tegenwoordig weliswaar een westerse obsessie geworden, maar hoe ver moeten we gaan met onze beveiligingscultuur?

De Haagse burgemeester drs. Wim Deetman, nationaal coördinator terrorismebestrijding mr. Tjibbe Joustra, generaal Dick Berlijn, vertegenwoordigers van Shell en van Artsen zonder Grenzen. Allemaal spraken ze over ‘security’, of beveiliging, tijdens de officiële start van de nieuwe studierichting, op 19 september.

Bij beveiliging denk je al gauw aan terrorisme, maar de verschillende instanties hebben allemaal hun eigen insteek. Defensie realiseert beveiliging, desnoods met geweld. Artsen zonder Grenzen hanteert een heel andere benadering; hun medewerkers stellen zich bewust kwetsbaar op en ze zullen ook nooit een wapen dragen. Hun motto is: in gesprek blijven met de omgeving. Een uitgangspunt dat Shell ook onderschrijft, zo bleek op het symposium.

Een breed en divers onderwerp dus, die beveiliging. Maar wat is er wetenschappelijk aan? “We willen mensen leren hun probleem te laten inkaderen en oplossen,” begint drs. Erik Wiersma, inhoudelijk programmacoördinator van de opleiding. De studenten aan de securitymaster zijn veelal doeners, mensen uit de praktijk met concrete problemen zoals bijvoorbeeld de bewaking van een terrein. Wiersma: “In eerste instantie zijn ze dan geneigd om er een hek omheen te zetten en camera’s te installeren. Bij Delft Top Tech leren ze vooral om eerst even niets te doen, een ander perspectief aan te nemen, hun probleem in een groter perspectief te plaatsen om zo tot een betere aanpak te komen.” In het geval van de terreinbeveiliging vraagt Wiersma de studenten wat het te beveiligen object eigenlijk waard is. “Als dat tienduizend euro is, dan heeft een camerasysteem van honderdduizend euro weinig zin. Bovendien: wie is er verantwoordelijk voor het terrein? De overheid of het bedrijf? En ook: waaruit bestaat de bedreiging nu eigenlijk? Een aanslag of eerder vandalisme?” Wiersma toont zich voorstander van academische afstandelijkheid: “We leren ze een stapje omhoog te doen en van daaruit te beslissen welke veiligheidsmaatregelen het meest doeltreffend zullen zijn.”
Witte boordencriminaliteit

Typisch TU vindt Wiersma het systeemdenken in de opleiding waarbij ‘het systeem’ kan staan voor – pakweg – een elektronisch netwerk, een havencomplex, een fabriek of een luchthaven. De analysemethode is in alle gevallen gelijk. Neem als voorbeeld de bescherming van een fabriek tegen lekkage van een chemische stof. Men vraagt zich dan af: Hoe kan een lekkage ontstaan? Hoe groot is de kans daarop? Hoe kun je dat voorkomen? Hoe kun je de gevolgen verkleinen wanneer het toch gebeurt? Dat is dezelfde aanpak als die bij veiligheidskunde wordt gehanteerd. Wat de studie beveiliging eraan toevoegt is de mogelijkheid van een opzettelijke verstoring. Ongevalanalyses gaan uit van dingen die per ongeluk fout gaan doordat er iets kapot gaat, of als gevolg van een bedieningsfout of menselijk falen.

“Een terrorist zal daarbij uit zijn op een zo groot mogelijk effect,” zegt programmadirecteur mr. Jos de Lange. “Maar terrorisme is slechts één van de mogelijke vormen van daderschap. Daarnaast moet je rekening houden met gelegenheidsdieven, veiligheid in de wijk, witteboordencriminaliteit en hangjongeren. Gebrek aan interesse en motivatie, negatief versterkend groepsgedrag, vroegtijdige schoolverlating, en een keur aan andere factoren kunnen een voedingsbodem vormen voor crimineel gedrag. Uit welke hoek de criminaliteit ook komt, onze insteek is altijd de opzettelijke verstoring van de normaal veilige leef- en werkomgeving.”
Veerkracht

Waar moet dat heen met de beveiliging? Dat vroeg de Amsterdamse sociaal-psycholoog prof. Hans Boutellier zich afgelopen maand af in zijn inaugurele rede als hoogleraar veiligheid en burgerschap aan de Vrije Universiteit. Boutellier, die ook aan het hoofd staat van de Amsterdamse veiligheidsopleiding, onderscheidt in een recente publicatie in het NRC Handelsblad (28 sept 2007) drie mogelijke scenario’s. De eerste is die van een controlestaat waarbij de staat haar burgers controleert met bijvoorbeeld burgernummers, een biometrisch paspoort, slimme herkenningscamera’s en geïmplanteerde microchips. De burgers laten zich dat welgevallen doordat ze de maatregelen als een geruststelling ervaren. Een tweede mogelijkheid is volgens Boutellier een samenwerking tussen staat en kapitaal om de veiligheid van bezit te waarborgen. Veiligheid is al big business geworden, signaleert Boutellier, en de beveiligde wijken (gated communities) rukken ook op in Nederland. Over de derde variant, waarin een evenwicht heerst tussen controle en vertrouwen, tussen vrijheid en begrenzing, is Boutellier minder concreet. Voorbeelden kan hij niet noemen.

Ook in Delft is men een voorstander van wat wel wordt aangeduid als ‘societal security’ of ‘maatschappelijke veiligheid’. Wiersma twijfelt sowieso aan het nut van de golf aan beveiligingscamera’s die ons land overspoelt. Hij gelooft niet dat camera’s een preventieve werking hebben, maar dat ze vooral nuttig zijn bij de reconstructie en opsporing naderhand. “Er is te weinig aandacht voor maatschappelijke veerkracht of ‘resilience’,” vindt Wiersma. “Een maatschappij moet zo ingericht zijn dat ze in staat is om een verstoring zo goed mogelijk op te vangen.”

“Een overvloed aan camerasystemen kan nooit de ultieme oplossing zijn voor het creëren van veiligheid in de publieke ruimte,” zei ook nationaal coördinator terrorismebestrijding mr. Tjibbe Joustra tijdens het openingssymposium in Den Haag. “We leven in een samenleving die op dit moment wordt gekenmerkt door individualisering,” constateert Joustra. “Daarmee gepaard gaan een vermindering van sociale controle, een afname van respect voor het gezag en een zichtbare maatschappelijke verruwing. Mensen maken zich zorgen over dit soort tendensen.”
Agenten

“Sociale veiligheid vereist continuïteit in het beleid,” stelt Jos de Lange. “Eerst stelt de overheid dat agenten meer de wijk in moeten, vervolgens wordt de geldkraan dichtgedraaid en moeten de gemeentes het zelf maar zien te regelen. Zo kun je niks opbouwen.” Gevraagd naar positieve voorbeelden van ‘sociale veiligheid’, komt De Lange met Enschede, waar een heel ‘bouwwerk’ is opgezet van gecoördineerd toezicht, hulp en ondersteuning in de wijken, het zogenaamde ‘Veiligheidshuis Enschede’. De gemeente Enschede toont met cijfers overtuigend aan hoe hierdoor in de verschillende wijken de veiligheid vooruit is gegaan.

Persoonlijk maakt De Lange zich ernstige zorgen. Het liefst zou hij beveiligen zonder camera’s en hekken. Dat kan alleen als we erin slagen om een zekere kleinschaligheid terug te brengen met een verstevigde sociale controle. “We moeten ons hoeden voor heilloze grootschalige overheidsbemoeienissen,” vindt De Lange. “Het is de taak van wetenschappers om oplossingen te verzinnen die niet leiden tot een Big Brother-staat. Het zou toch van de zotte zijn als de politiestaat, waar de Baader-Meinhofgroep in de jaren ‘70 de Duitse overheid met aanslagen toe provoceerde, er nu alsnog zou komen.”
Security science voor professionals

De Delftse opleiding master of security science & management richt zich op beveiliging tegen misdaad, fraude en terreur. Het is een postacademische masteropleiding van Delft Top Tech, school of executive education van de TU Delft. De opleiding richt zich op personen die werkzaam zijn in industrie, overheid en beveiliging- en adviesorganisaties. De deelnemers worden uitgedaagd afstand te nemen van hun praktijkervaring en leren die in een breder perspectief te plaatsen. De opleiding duurt veertien maanden. De eerste afgestudeerden zijn in juni 2009 te verwachten. Aan het begin van dit studiejaar hadden zich twaalf studenten aangemeld. De studiekosten â raison van 24.000 euro worden meestal door het bedrijf vergoed. In ruil daarvoor kan het bedrijf gebruik maken van de resultaten van het afstudeerwerk van de werknemer in de studiebanken.
Jos de Lange, programmadirecteur

Initiator Jos de Lange (52) is afkomstig van het ministerie van defensie. Hij werkte daar als bedrijfsjurist, ontwikkelde de economische organisatie, beheerde het facilitair management en kwam in dat verband ook in contact met beveiliging. In 2004 was hij mede-initiator van het veiligheidsinitiatief voor de Haagse binnenstad. Daar werd ondermeer gepraat over ontruimingen in geval van terroristische dreigingen. De laatste tien jaar geeft De Lange lezingen en lessen over beveiliging vanuit bedrijfseconomisch perspectief. Op het Nederlandse Congres over Veiligheid ontmoette hij prof. Ben Ale, hoogleraar veiligheid en rampenbestrijding aan de TU Delft. Het leek hen een goed idee om de bestaande veiligheidsstudies aan het Delftse Top Tech instituut uit te breiden met de beveiligingsvariant security science & management.
Veiligheidsopleidingen in Delft

Delft Top Tech biedt drie masteropleidingen aan op het gebied van veiligheid:

– master of safety, health and environment. Het accent ligt hierbij op een veilige werkplek en arbeidshygiëne binnen de bedrijfsvoering.

– master of public safety. Deze richt zich met name op rampenbestrijding en crisisbeheersing

– master of security science and management. Deze houdt zich bezig met het beveiligen tegen opzettelijke schade.

De opleidingen zijn gebaseerd op de zogenaamde veiligheidsketen, bestaande uit pro-actie (wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid); preventie; preparatie; repressie en nazorg. De nieuwste loot aan de stam, security science & management, is vooral gericht op het voorkomen van schade, dus op pro-actie en preventie.
VU Veiligheidstudie

Ook in Amsterdam is dit jaar een studierichting over veiligheid van start gegaan. De masterstudie besturen van veiligheid staat onder coördinatie van socioloog prof. Hans Boutellier. Binnen de faculteit Sociale Wetenschappen van de VU valt de nieuwe master in Amsterdam onder de afdeling bestuur en Organisatie en de onderzoeksgroep veiligheid & burgerschap. “Het is een uitgebreide variant van bestuurskunde,” licht Boutellier toe. “De helft van de vakken gaat over veiligheid.” Er hebben zich vijftien studenten gemeld voor de nieuwe variant, onder wie veel hbo’ers. In tegenstelling tot de Delftse opleiding valt de Amsterdamse master onder de reguliere studiefinanciering.

De Haagse burgemeester drs. Wim Deetman, nationaal coördinator terrorismebestrijding mr. Tjibbe Joustra, generaal Dick Berlijn, vertegenwoordigers van Shell en van Artsen zonder Grenzen. Allemaal spraken ze over ‘security’, of beveiliging, tijdens de officiële start van de nieuwe studierichting, op 19 september.

Bij beveiliging denk je al gauw aan terrorisme, maar de verschillende instanties hebben allemaal hun eigen insteek. Defensie realiseert beveiliging, desnoods met geweld. Artsen zonder Grenzen hanteert een heel andere benadering; hun medewerkers stellen zich bewust kwetsbaar op en ze zullen ook nooit een wapen dragen. Hun motto is: in gesprek blijven met de omgeving. Een uitgangspunt dat Shell ook onderschrijft, zo bleek op het symposium.

Een breed en divers onderwerp dus, die beveiliging. Maar wat is er wetenschappelijk aan? “We willen mensen leren hun probleem te laten inkaderen en oplossen,” begint drs. Erik Wiersma, inhoudelijk programmacoördinator van de opleiding. De studenten aan de securitymaster zijn veelal doeners, mensen uit de praktijk met concrete problemen zoals bijvoorbeeld de bewaking van een terrein. Wiersma: “In eerste instantie zijn ze dan geneigd om er een hek omheen te zetten en camera’s te installeren. Bij Delft Top Tech leren ze vooral om eerst even niets te doen, een ander perspectief aan te nemen, hun probleem in een groter perspectief te plaatsen om zo tot een betere aanpak te komen.” In het geval van de terreinbeveiliging vraagt Wiersma de studenten wat het te beveiligen object eigenlijk waard is. “Als dat tienduizend euro is, dan heeft een camerasysteem van honderdduizend euro weinig zin. Bovendien: wie is er verantwoordelijk voor het terrein? De overheid of het bedrijf? En ook: waaruit bestaat de bedreiging nu eigenlijk? Een aanslag of eerder vandalisme?” Wiersma toont zich voorstander van academische afstandelijkheid: “We leren ze een stapje omhoog te doen en van daaruit te beslissen welke veiligheidsmaatregelen het meest doeltreffend zullen zijn.”
Witte boordencriminaliteit

Typisch TU vindt Wiersma het systeemdenken in de opleiding waarbij ‘het systeem’ kan staan voor – pakweg – een elektronisch netwerk, een havencomplex, een fabriek of een luchthaven. De analysemethode is in alle gevallen gelijk. Neem als voorbeeld de bescherming van een fabriek tegen lekkage van een chemische stof. Men vraagt zich dan af: Hoe kan een lekkage ontstaan? Hoe groot is de kans daarop? Hoe kun je dat voorkomen? Hoe kun je de gevolgen verkleinen wanneer het toch gebeurt? Dat is dezelfde aanpak als die bij veiligheidskunde wordt gehanteerd. Wat de studie beveiliging eraan toevoegt is de mogelijkheid van een opzettelijke verstoring. Ongevalanalyses gaan uit van dingen die per ongeluk fout gaan doordat er iets kapot gaat, of als gevolg van een bedieningsfout of menselijk falen.

“Een terrorist zal daarbij uit zijn op een zo groot mogelijk effect,” zegt programmadirecteur mr. Jos de Lange. “Maar terrorisme is slechts één van de mogelijke vormen van daderschap. Daarnaast moet je rekening houden met gelegenheidsdieven, veiligheid in de wijk, witteboordencriminaliteit en hangjongeren. Gebrek aan interesse en motivatie, negatief versterkend groepsgedrag, vroegtijdige schoolverlating, en een keur aan andere factoren kunnen een voedingsbodem vormen voor crimineel gedrag. Uit welke hoek de criminaliteit ook komt, onze insteek is altijd de opzettelijke verstoring van de normaal veilige leef- en werkomgeving.”
Veerkracht

Waar moet dat heen met de beveiliging? Dat vroeg de Amsterdamse sociaal-psycholoog prof. Hans Boutellier zich afgelopen maand af in zijn inaugurele rede als hoogleraar veiligheid en burgerschap aan de Vrije Universiteit. Boutellier, die ook aan het hoofd staat van de Amsterdamse veiligheidsopleiding, onderscheidt in een recente publicatie in het NRC Handelsblad (28 sept 2007) drie mogelijke scenario’s. De eerste is die van een controlestaat waarbij de staat haar burgers controleert met bijvoorbeeld burgernummers, een biometrisch paspoort, slimme herkenningscamera’s en geïmplanteerde microchips. De burgers laten zich dat welgevallen doordat ze de maatregelen als een geruststelling ervaren. Een tweede mogelijkheid is volgens Boutellier een samenwerking tussen staat en kapitaal om de veiligheid van bezit te waarborgen. Veiligheid is al big business geworden, signaleert Boutellier, en de beveiligde wijken (gated communities) rukken ook op in Nederland. Over de derde variant, waarin een evenwicht heerst tussen controle en vertrouwen, tussen vrijheid en begrenzing, is Boutellier minder concreet. Voorbeelden kan hij niet noemen.

Ook in Delft is men een voorstander van wat wel wordt aangeduid als ‘societal security’ of ‘maatschappelijke veiligheid’. Wiersma twijfelt sowieso aan het nut van de golf aan beveiligingscamera’s die ons land overspoelt. Hij gelooft niet dat camera’s een preventieve werking hebben, maar dat ze vooral nuttig zijn bij de reconstructie en opsporing naderhand. “Er is te weinig aandacht voor maatschappelijke veerkracht of ‘resilience’,” vindt Wiersma. “Een maatschappij moet zo ingericht zijn dat ze in staat is om een verstoring zo goed mogelijk op te vangen.”

“Een overvloed aan camerasystemen kan nooit de ultieme oplossing zijn voor het creëren van veiligheid in de publieke ruimte,” zei ook nationaal coördinator terrorismebestrijding mr. Tjibbe Joustra tijdens het openingssymposium in Den Haag. “We leven in een samenleving die op dit moment wordt gekenmerkt door individualisering,” constateert Joustra. “Daarmee gepaard gaan een vermindering van sociale controle, een afname van respect voor het gezag en een zichtbare maatschappelijke verruwing. Mensen maken zich zorgen over dit soort tendensen.”
Agenten

“Sociale veiligheid vereist continuïteit in het beleid,” stelt Jos de Lange. “Eerst stelt de overheid dat agenten meer de wijk in moeten, vervolgens wordt de geldkraan dichtgedraaid en moeten de gemeentes het zelf maar zien te regelen. Zo kun je niks opbouwen.” Gevraagd naar positieve voorbeelden van ‘sociale veiligheid’, komt De Lange met Enschede, waar een heel ‘bouwwerk’ is opgezet van gecoördineerd toezicht, hulp en ondersteuning in de wijken, het zogenaamde ‘Veiligheidshuis Enschede’. De gemeente Enschede toont met cijfers overtuigend aan hoe hierdoor in de verschillende wijken de veiligheid vooruit is gegaan.

Persoonlijk maakt De Lange zich ernstige zorgen. Het liefst zou hij beveiligen zonder camera’s en hekken. Dat kan alleen als we erin slagen om een zekere kleinschaligheid terug te brengen met een verstevigde sociale controle. “We moeten ons hoeden voor heilloze grootschalige overheidsbemoeienissen,” vindt De Lange. “Het is de taak van wetenschappers om oplossingen te verzinnen die niet leiden tot een Big Brother-staat. Het zou toch van de zotte zijn als de politiestaat, waar de Baader-Meinhofgroep in de jaren ‘70 de Duitse overheid met aanslagen toe provoceerde, er nu alsnog zou komen.”
Security science voor professionals

De Delftse opleiding master of security science & management richt zich op beveiliging tegen misdaad, fraude en terreur. Het is een postacademische masteropleiding van Delft Top Tech, school of executive education van de TU Delft. De opleiding richt zich op personen die werkzaam zijn in industrie, overheid en beveiliging- en adviesorganisaties. De deelnemers worden uitgedaagd afstand te nemen van hun praktijkervaring en leren die in een breder perspectief te plaatsen. De opleiding duurt veertien maanden. De eerste afgestudeerden zijn in juni 2009 te verwachten. Aan het begin van dit studiejaar hadden zich twaalf studenten aangemeld. De studiekosten â raison van 24.000 euro worden meestal door het bedrijf vergoed. In ruil daarvoor kan het bedrijf gebruik maken van de resultaten van het afstudeerwerk van de werknemer in de studiebanken.
Jos de Lange, programmadirecteur

Initiator Jos de Lange (52) is afkomstig van het ministerie van defensie. Hij werkte daar als bedrijfsjurist, ontwikkelde de economische organisatie, beheerde het facilitair management en kwam in dat verband ook in contact met beveiliging. In 2004 was hij mede-initiator van het veiligheidsinitiatief voor de Haagse binnenstad. Daar werd ondermeer gepraat over ontruimingen in geval van terroristische dreigingen. De laatste tien jaar geeft De Lange lezingen en lessen over beveiliging vanuit bedrijfseconomisch perspectief. Op het Nederlandse Congres over Veiligheid ontmoette hij prof. Ben Ale, hoogleraar veiligheid en rampenbestrijding aan de TU Delft. Het leek hen een goed idee om de bestaande veiligheidsstudies aan het Delftse Top Tech instituut uit te breiden met de beveiligingsvariant security science & management.
Veiligheidsopleidingen in Delft

Delft Top Tech biedt drie masteropleidingen aan op het gebied van veiligheid:

– master of safety, health and environment. Het accent ligt hierbij op een veilige werkplek en arbeidshygiëne binnen de bedrijfsvoering.

– master of public safety. Deze richt zich met name op rampenbestrijding en crisisbeheersing

– master of security science and management. Deze houdt zich bezig met het beveiligen tegen opzettelijke schade.

De opleidingen zijn gebaseerd op de zogenaamde veiligheidsketen, bestaande uit pro-actie (wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid); preventie; preparatie; repressie en nazorg. De nieuwste loot aan de stam, security science & management, is vooral gericht op het voorkomen van schade, dus op pro-actie en preventie.
VU Veiligheidstudie

Ook in Amsterdam is dit jaar een studierichting over veiligheid van start gegaan. De masterstudie besturen van veiligheid staat onder coördinatie van socioloog prof. Hans Boutellier. Binnen de faculteit Sociale Wetenschappen van de VU valt de nieuwe master in Amsterdam onder de afdeling bestuur en Organisatie en de onderzoeksgroep veiligheid & burgerschap. “Het is een uitgebreide variant van bestuurskunde,” licht Boutellier toe. “De helft van de vakken gaat over veiligheid.” Er hebben zich vijftien studenten gemeld voor de nieuwe variant, onder wie veel hbo’ers. In tegenstelling tot de Delftse opleiding valt de Amsterdamse master onder de reguliere studiefinanciering.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.