Onderwijs

Veel vragen over internationalisering

De ondernemingsraad (or) moet zich in de discussie over de nota Internationalisering beperken tot echte kernzaken en het Instellingsplan nog maar eens goed lezen.

Deze boodschap gaf een stekelige collegevoorzitter Hans van Luijk de or vorige week mee.

Tijdens een overleg met het college vuurde or-lid Sjaak Oostveen een spervuur aan vragen op het college af over de plannen van de TU om zich internationaal te positioneren als een van de leidende kennisorganisaties.

Zo wilde Oostveen weten of internationalisering wel of geen effecten heeft voor het personeel en het personeelsbeleid. Ook wilde hij een probleemanalyse. Hij vroeg of er wel enig gefundeerd idee was wat de TU eigenlijk wilde en wat er precies wordt bedoeld met internationalisering. “Wat is de invloed hiervan op de Delftse cultuur? Hoe staat het college tegenover het feit dat veel buitenlandse studenten meer aandacht en begeleiding nodig hebben?”, las Oostveen voor.

Collegevoorzitter Van Luijk was verbijsterd over de aard van deze vragen. “Heeft u het Instellingsplan gelezen? De helft van uw vragen worden beantwoord in het Instellingsplan.”

Or-lid Jan van de Graaff pakte de discussie voorzichtig weer op door te vragen hoe internationalisering op de werkvloer vorm moet krijgen. “De meeste mensen kennen die nota nog niet”. Van Luijk antwoordde dat het daarvoor nog te vroeg was. “De nota geeft kaders en richtgetallen, do’s en don’ts. Samenwerking vindt zijn beslag in joint opleidingen en joint research.” (CvU)

Deze boodschap gaf een stekelige collegevoorzitter Hans van Luijk de or vorige week mee.

Tijdens een overleg met het college vuurde or-lid Sjaak Oostveen een spervuur aan vragen op het college af over de plannen van de TU om zich internationaal te positioneren als een van de leidende kennisorganisaties.

Zo wilde Oostveen weten of internationalisering wel of geen effecten heeft voor het personeel en het personeelsbeleid. Ook wilde hij een probleemanalyse. Hij vroeg of er wel enig gefundeerd idee was wat de TU eigenlijk wilde en wat er precies wordt bedoeld met internationalisering. “Wat is de invloed hiervan op de Delftse cultuur? Hoe staat het college tegenover het feit dat veel buitenlandse studenten meer aandacht en begeleiding nodig hebben?”, las Oostveen voor.

Collegevoorzitter Van Luijk was verbijsterd over de aard van deze vragen. “Heeft u het Instellingsplan gelezen? De helft van uw vragen worden beantwoord in het Instellingsplan.”

Or-lid Jan van de Graaff pakte de discussie voorzichtig weer op door te vragen hoe internationalisering op de werkvloer vorm moet krijgen. “De meeste mensen kennen die nota nog niet”. Van Luijk antwoordde dat het daarvoor nog te vroeg was. “De nota geeft kaders en richtgetallen, do’s en don’ts. Samenwerking vindt zijn beslag in joint opleidingen en joint research.” (CvU)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.