Onderwijs

Vechten tegen stress, druk, en werkbelasting

John Blokvoort en Evert van Dijk waken bij de Arbo- en Milieudienst (AMD) over de humane kant van arbeid. De een als arbeids- en organisatiedeskundige, de ander als bedrijfsmaatschappelijk werker.

Het werk van drs. J. Blokvoort en E. van Dijk loopt min of meer in elkaar over. Het individuele welzijn is het terrein van Van Dijk, de bedrijfsmaatschappelijk werker (bmw). ,,Bij mij komen medewerkers die vastgelopen zijn in hun werk vanwege stress en werkdruk. Samen met de medewerker analyseer ik de situatie en bekijk mogelijke oplossingen.” Sommige mensen kunnen moeilijk nee zeggen, anderen hebben een verkeerd beeld van zichzelf of doen werk dat niet goed bij hen past. En weer anderen hebben problemen met hun chef of collega’s.

Maar de schoen hoeft niet altijd te wringen bij individuen. Ook de organisatie van het werk kan tot problemen leiden. In dat geval wordt de expertise van Blokvoort ingezet. Sinds 1998 is het voor een arbo- en milieudienst wettelijk verplicht om een geregistreerde arbeids- en organisatiedeskundige (a&o’er) in huis te hebben. Het is de taak van Blokvoort om een analyse te maken van arbeidsinhoud en arbeidsorganisatie ten behoeve van organisatieonderdelen.

Een illustratie van deze arbeidsgerelateerde problemen is een medewerker met hoge werkbelasting. Regelmatig hebben medewerkers bij de universiteit te maken met piekbelasting, dan wel continu hoge werkdruk.

Blokvoort en Van Dijk: ,,Dit leidt tot problemen bij medewerkers en dat komt niet door wie hij of zij is, maar door het ontbreken van regelmogelijkheden om deze knelpunten zelf aan te pakken. Het zijn niet de problemen die stress veroorzaken maar de belemmeringen om deze op te lossen. Adviezen van de a&o’er zijn bijvoorbeeld het (her)ontwerpen van functies of het verbeteren van de communicatie, terwijl de bmw’er zich meer richt op een andere inzet van medewerkers.”
Autonome functies

Net als de andere onderdelen van de AMD (Veiligheid, Gezondheid en Milieu) is ook bij Welzijn de preventieve aanpak van groot belang. Bij de risicoinventarisatie & evaluatie (ri&e) wordt ook aandacht besteed aan dit aspect, oftewel: welke (welzijns)risico’s lopen mensen in hun werk? Daarnaast zijn er zelfstandige onderzoeken zoals arbeidsbelevings- en werkdrukonderzoek, en periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (pago).

Volgens Blokvoort en Van Dijk wordt de aandacht voor de humane kant van het werk steeds belangrijker. De oorzaken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid zijn tegenwoordig meer van psychische dan fysieke aard. Blokvoort: ,,Op de TU hebben veel medewerkers autonome functies met een hoge werklast. Alleen kan niet iedereen grenzen stellen aan het werkaanbod en dat leidt nogal eens tot stress. Je kunt mensen adviseren in het werk de regelmogelijkheden te vergroten, het werk anders te organiseren of de communicatie te verbeteren.”

Aan de andere kant is de afwezigheid van zeggenschap over de indeling en de hoeveelheid werkzaamheden voor medewerkers in niet-autonome functies ook lastig, aldus Van Dijk: ,,De houding van leidinggevenden kan hierbij doorslaggevend zijn.”

Voor Blokvoort betekent preventieve ondersteuning van het management de ontwikkeling van een arbo-zorgsysteem. Doelstelling hiervan is het zoveel als mogelijk voorkómen van knelpunten in arbeidsomstandigheden zodat later de werkgever niet juridisch aansprakelijk gesteld kan worden voor eventuele problemen. ,,Dat is natuurlijk geen taak die je alleen uitvoert. Daarvoor werken we samen met andere AMD’ers zoals de medici en de veiligheidskundigen maar ook met P&O’ers en Ama’s. Tegenwoordig zijn problemen op het werk beter op te lossen met een geïntegreerde aanpak.”

Overigens vinden zowel Blokvoort als Van Dijk het ziekteverzuim op de TU niet hoog. ,,Als je dat afzet tegen het landelijke gemiddelde, waar ook nog een stijgende trend waarneembaar is, ligt het ziekteverzuim bij de TU laag.”

Dit is deel drie van een serie over de AMD

Het werk van drs. J. Blokvoort en E. van Dijk loopt min of meer in elkaar over. Het individuele welzijn is het terrein van Van Dijk, de bedrijfsmaatschappelijk werker (bmw). ,,Bij mij komen medewerkers die vastgelopen zijn in hun werk vanwege stress en werkdruk. Samen met de medewerker analyseer ik de situatie en bekijk mogelijke oplossingen.” Sommige mensen kunnen moeilijk nee zeggen, anderen hebben een verkeerd beeld van zichzelf of doen werk dat niet goed bij hen past. En weer anderen hebben problemen met hun chef of collega’s.



Maar de schoen hoeft niet altijd te wringen bij individuen. Ook de organisatie van het werk kan tot problemen leiden. In dat geval wordt de expertise van Blokvoort ingezet. Sinds 1998 is het voor een arbo- en milieudienst wettelijk verplicht om een geregistreerde arbeids- en organisatiedeskundige (a&o’er) in huis te hebben. Het is de taak van Blokvoort om een analyse te maken van arbeidsinhoud en arbeidsorganisatie ten behoeve van organisatieonderdelen.



Een illustratie van deze arbeidsgerelateerde problemen is een medewerker met hoge werkbelasting. Regelmatig hebben medewerkers bij de universiteit te maken met piekbelasting, dan wel continu hoge werkdruk.



Blokvoort en Van Dijk: ,,Dit leidt tot problemen bij medewerkers en dat komt niet door wie hij of zij is, maar door het ontbreken van regelmogelijkheden om deze knelpunten zelf aan te pakken. Het zijn niet de problemen die stress veroorzaken maar de belemmeringen om deze op te lossen. Adviezen van de a&o’er zijn bijvoorbeeld het (her)ontwerpen van functies of het verbeteren van de communicatie, terwijl de bmw’er zich meer richt op een andere inzet van medewerkers.”

Autonome functies



Net als de andere onderdelen van de AMD (Veiligheid, Gezondheid en Milieu) is ook bij Welzijn de preventieve aanpak van groot belang. Bij de risicoinventarisatie & evaluatie (ri&e) wordt ook aandacht besteed aan dit aspect, oftewel: welke (welzijns)risico’s lopen mensen in hun werk? Daarnaast zijn er zelfstandige onderzoeken zoals arbeidsbelevings- en werkdrukonderzoek, en periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (pago).



Volgens Blokvoort en Van Dijk wordt de aandacht voor de humane kant van het werk steeds belangrijker. De oorzaken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid zijn tegenwoordig meer van psychische dan fysieke aard. Blokvoort: ,,Op de TU hebben veel medewerkers autonome functies met een hoge werklast. Alleen kan niet iedereen grenzen stellen aan het werkaanbod en dat leidt nogal eens tot stress. Je kunt mensen adviseren in het werk de regelmogelijkheden te vergroten, het werk anders te organiseren of de communicatie te verbeteren.”



Aan de andere kant is de afwezigheid van zeggenschap over de indeling en de hoeveelheid werkzaamheden voor medewerkers in niet-autonome functies ook lastig, aldus Van Dijk: ,,De houding van leidinggevenden kan hierbij doorslaggevend zijn.”



Voor Blokvoort betekent preventieve ondersteuning van het management de ontwikkeling van een arbo-zorgsysteem. Doelstelling hiervan is het zoveel als mogelijk voorkómen van knelpunten in arbeidsomstandigheden zodat later de werkgever niet juridisch aansprakelijk gesteld kan worden voor eventuele problemen. ,,Dat is natuurlijk geen taak die je alleen uitvoert. Daarvoor werken we samen met andere AMD’ers zoals de medici en de veiligheidskundigen maar ook met P&O’ers en Ama’s. Tegenwoordig zijn problemen op het werk beter op te lossen met een geïntegreerde aanpak.”



Overigens vinden zowel Blokvoort als Van Dijk het ziekteverzuim op de TU niet hoog. ,,Als je dat afzet tegen het landelijke gemiddelde, waar ook nog een stijgende trend waarneembaar is, ligt het ziekteverzuim bij de TU laag.”



Dit is deel drie van een serie over de AMD

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.