Campus

Vechten om de aandacht

‘Een dubbele ontlading’. Zo omschrijft IO-promovendus Jasper van Kuijk de hectische tijd waar hij nu in zit. Vrijdagavond staat hij in de halve finale van Cabaretfestival Cameretten. En half december promoveert hij.

Heel zenuwachtig zou hij kunnen zijn, of in ieder geval erg opgewonden. Maar Jasper van Kuijk klinkt heel rustig als hij over de halve finales van Cabaretfestival Cameretten vertelt. Ja, hij staat als cabaretier voor het grootste publiek ooit: achthonderd man. En ja, juist deze dagen legt hij de laatste hand aan zijn proefschrift. “Ik leef echt wel toe naar dat optreden, maar ik heb geen tijd om erover te malen.” Het enige minpuntje zou kunnen zijn dat hij wat weinig tijd heeft gehad om te oefenen, voegt de promovendus bij Industrieel Ontwerpen eraan toe.

Het programma dat Van Kuijk vrijdag speelt heet ‘’t Kan nie op’. Het hoofdthema is in de woorden van de cabaretier ‘dingen maken die de moeite waard zijn’. “Eerst wilde ik het helemaal baseren op materiaal van televisie. Ik heb het uiteindelijk toch breder getrokken, maar er zit nog veel tv in.”
Zoals het NOS Journaal dat volgens de cabaretier steeds dommer wordt. “Ze leuken het op met animaties, ook als die niets toevoegen. Zo hadden ze laatst een item over die militair Marco Kroon. Een verslaggever stond voor zijn café en in beeld verschenen puntsgewijs de aanklachten die tegen hem zijn ingediend. Waarom moet dat?”

Het antwoord weet Van Kuijk wel: “Het journaal wil zich aanpassen aan de kijker, maar ik ben niet debiel. Neem dan de New York Times. De artikelen die daar in staan, krijg ik vaak niet uit. Dat is prima. Ik kies er zelf voor om niet verder te lezen, maar ik weet in ieder geval dat er meer is. Dat klinkt elitair, maar mijn programma is natuurlijk wel om te lachen. Ik maak er geen zwaar maatschappelijk betoog van.”

Van Kuijk begon met cabaret toen hij nog studeerde aan de TU Delft. Hij volgde in 1999 een cursus kleinkunst. Dat was het begin van de cabaretgroep Delfts Blok, die drie jaar getoerd heeft. Daarna kwamen de banen en de kinderen en viel de groep uiteen. Van Kuijk deed een jaar lang niets aan cabaret, maar toen ging het toch weer kriebelen.

En dus besloot hij het in zijn eentje te proberen. De allereerste keer dat hij speelde, was in de Open Bak van Theater de Engelenbak in Amsterdam, een soort try-out podium. Daar kreeg hij kritiek waar hij mee verder kon. “Iemand zei: je moffelt je grappen weg. Je moet het wel laten merken wanneer er een grap komt.” Die tip zal hem vrijdag goed van pas komen. Hij is de laatste van negen halve finalisten en hij staat geprogrammeerd achter Martijn Koning, een ervaren stand up-comedian van de Comedytrain. “Dit is een heel sterke lichting. Het zijn geen mensen die maar wat doen. Ik had liever gehad dat er zes ruk waren en drie goed en dat ik één van die drie was. Ik wil heel graag winnen, maar ga sowieso door met cabaret.”
Daarnaast gaat Van Kuijk na zijn promotie verder als postdoc aan de TU. Hij promoveert op 13 december op zijn onderzoek naar hoe bedrijven het gebruiksgemak van consumentenelektronica als mp3-spelers of mobiele telefoons kunnen verbeteren. Vaak weten bedrijven volgens hem wel wat gebruikers handig en onhandig vinden, maar lukt het ze niet die informatie te verwerken in hun ontwerp.

De combinatie drie dagen per week cabaret, drie dagen per week wetenschap bevalt Van Kuijk goed. “Zo word ik geen nachtdier dat van optreden naar optreden kruipt.” En beide beroepen vullen elkaar aan. “Ik heb kwalitatief onderzoek gedaan. Dan ben je analyserend bezig: wat wringt er, wat klopt er niet? Als cabaretier doe ik hetzelfde.” Andersom is er ook voordeel: “Laatst gaf ik een college aan eerstejaars studenten. Dan moet je vechten om de aandacht. Op zo’n moment komt mijn cabaretachtergrond van pas. College geven is ook een soort theater, alleen het licht is slecht.” 

De halve finales van Cabaretfestival Cameretten vinden plaats op 24, 25 en 26 november en de finale op 27 november in het Oude Luxor Theater in Rotterdam.
www.cameretten.nl
www.luxortheater.nl

Naam: Ava Wagter (19, industrieel ontwerpen)
Merk: Motobecane
Gekocht voor: Veertig euro, afkomstig van ouders
Opvallend: Voorzien van een Bovag-keurmerk

Een beetje saai is de grijze fiets van Ava Wagter wel, dat vindt zij zelf ook. “Mijn andere fiets heb ik dood gefietst helaas. Jammer, want die was veel mooier.” Sinds een week rijdt Wagter noodgedwongen op haar ‘stationsfiets van thuis’. Wagter: “Mijn eigen fiets, een eerstejaarsweekend fiets was roze en wit gespoten.” Om toch nog een beetje op te vallen, heeft ze de grijze bolide  voorzien van een rood slot. “Maar het blijft jammer”, aldus Wagter, die hoopt ooit weer op haar eigen fiets te rijden. “Mijn vader gaat ernaar kijken, het achterwiel moet vervangen worden, ik hoop dat hij er tijd voor vindt”, zegt Wagter bezorgd. “Misschien had ik het beter in Delft kunnen laten oplossen, er lopen hier genoeg fietsenmakers rond.” Mocht Wagter toch veroordeeld zijn tot deze fiets dan zou ze hem graag weer roze spuiten. “Als iemand een spuitbus over heeft mogen ze zich melden.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.