Wetenschap

‘Van Leeuwenhoek heeft mogelijk afgekeken’

Fleste Antoni van Leeuwenhoek de boel? Zijn methode om lenzen te maken heeft hij mogelijk afgekeken, stellen historicus Tiemen Cocquyt en TU-onderzoekers in Science Advances.

Op bezoek in het reactor instituut, waar technieken worden ontwikkeld om oude instrumenten door te lichten met neutronen. Van links naar rechts: Lambert van Eijck, Tiemen Cocquyt en restaurator Auke Gerrits. (Foto: Cocquyt)

De ‘vader van de microbiologie’ wordt Antoni van Leeuwenhoek  (1632-1723) ook wel genoemd. En terecht, meent Tiemen Cocquyt, conservator bij het Rijksmuseum Boerhaave. “Met zijn microscopen observeerde hij als eerste eencellige organismen. Zijn instrumenten bleven 150 jaar ongeëvenaard.”

En toch wringt er iets. Maakte Van Leeuwenhoek de lenzen voor zijn microscopen helemaal op eigen kracht of zou hij hebben afgekeken? Daarover wordt al lang gespeculeerd.

Cocquyt heeft samen met wetenschappers van het Reactor Instituut Delft een microscoop doorgelicht met een neutronenbundel, om nauwgezet de lens te bestuderen. Het gaat om een microscoop uit het Universiteitsmuseum Utrecht, die Van Leeuwenhoek gebruikte voor baanbrekend onderzoek (hij vergrootte maar liefst 266 maal). De resultaten staan deze week beschreven in het blad Science Advances.

Vanwaar dit onderzoek?
“Van Leeuwenhoeks microscopen hebben na 350 jaar nog steeds niet al hun geheimen prijsgegeven. Hoe maakte hij zijn lenzen? Dat heeft hij nooit geopenbaard. Pas laat in zijn leven stapte hij de wetenschap in. Daarvoor was hij lakenhandelaar. Hij wilde naam maken bij de Royal Society in Londen en hield zijn werkwijze, om begrijpelijke redenen, geheim.
De gangbare manier destijds was om lenzen te slijpen, maar door glas te smelten kon het nog veel makkelijker, ontdekte men. Door een dun glazen staafje in vuur te houden krulde het einde tot een bolletje, en dat brak vervolgens af van de staaf, een methode ontwikkeld door de Brit Robert Hooke. Maar de lenzen van Van Leeuwenhoek waren zoveel beter dan alle andere lenzen uit die tijd, dat men vermoedde dat hij op een andere manier werkte. Er zijn een paar teksten waarin Van Leeuwenhoek dat vermoeden voedt. Hij zinspeelt op een blaastechniek. Hooke was nieuwsgierig naar Van Leeuwenhoeks ‘geheime’ werkwijze en informeerde er meerdere malen tevergeefs naar.”

‘Van Leeuwenhoek blijft de eerste die de microscopische wereld heeft beschreven’

En wat blijkt uit jullie studie?
“De hypothese was dat er een geavanceerd, geblazen glazen balletje in de microscoop zou zitten. Dat zou de goede prestaties verklaren. Maar Van Leeuwenhoek gebruikte helemaal geen andere fabricagetechniek. Dat kunnen we zien aan de structuur van de lens. Hij heeft de bestaande techniek verfijnd. Het is ironisch. Het is niet ondenkbaar dat Van Leeuwenhoek heeft afgekeken van Hooke, de man die juist zo onder de indruk was van de ‘nieuwe techniek’ van de Nederlander.”

In het artikel schrijven jullie: “Van Leeuwenhoek was dus verre van de geïsoleerde geleerde waar men hem vaak voor aanzag. Zijn geheimzinnigheid over zijn lenzen was veeleer ingegeven door een poging om zijn schatplichtigheid aan Hooke te verhullen.” Moeten we dan eigenlijk niet Hooke de ‘vader van de microbiologie’ noemen?
“Nee. Het blijft een gegeven dat Van Leeuwenhoek voor het eerst de microscopische wereld heeft beschreven. Hij heeft de bestaande techniek geoptimaliseerd en er het maximale uitgehaald. Daarin liet hij zijn concurrenten ver achter zich.”

De onderzoeksmethode waarbij jullie objecten doorlichten met een neutronenbundel (neutron tomografie) heeft vruchten afgeworpen. Smaakt het naar meer?
“Het was een erg vruchtbare samenwerking. Dr. Lambert van Eijck van de onderzoeksgroep neutron & positron methods for materials (Technische Natuurwetenschappen) heeft de methode met collega’s binnen zijn groep ontwikkeld. In het kader van een NWO Groot voorstel zocht hij naar concrete cultuurhistorische objecten waar de toepassing van neutronentomografie een uniek inzicht kan leveren. Hij vroeg of we in Rijksmuseum Boerhaave nog ideeën hadden. Toen suggereerde ik die microscoop. Het smaakt zeker naar meer. Ik wil graag meer microscopen onderzoeken. De neutronenfaciliteit aan de TU Delft biedt waardevolle kansen voor cultuurhistorisch onderzoek.”

Redacteur Tomas van Dijk

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

tomas.vandijk@tudelft.nl

Comments are closed.