Campus

Van een idee een succes maken

Studenten die na hun studie voor zichzelf beginnen, mislukken vaak. Volgens Martijn van der Mandele en Benno van Dongen, respectievelijk directeur en consultant van consultancy-bureau Arthur D.

Little, ligt dat aan de Nederlandse cultuur. Om hier verandering in te brengen hebben zij samen met de universiteit een speciale stichting in het leven geroepen om via een reeks colleges ondernemende studenten meer kans van slagen te bieden. ,,Dit is ongelofelijk uniek. Waarom komt dit niet op de voorpagina?”

,,Ondernemers voor ondernemers”, zo betitelt Van Dongen, ex-scheikunde student aan de TU, de gedachte achter het project. Want net afgestudeerde ondernemers met goede ideeën hebben het in dit land volgens hem niet makkelijk. Slechts zes procent van de zakelijke initiatieven van jonge ingenieurs haalt de eerste verjaardag. De oorzaak? ,,In de Nederlandse universitaire traditie ontbreekt een netwerk dat ondernemers steunt”, aldus Van der Mandele.

Arthur D. Little (ADL) is een Amerikaans consultancy-bureau, dat tien jaar geleden de eerste schreden op Nederlandse bodem zette. Volgens Van der Mandele is het bedrijf de oudste consultant ter wereld. ADL is traditioneel nauw verbonden met het befaamde MIT (Massachusetts Institute for Technology) in Amerika en heeft daardoor sterke banden met de technologie.

Door deze link hanteert ADL volgens Van der Mandele een veel pragmatischer aanpak dan de meeste concurrenten. ,,Alleen rapporten schrijven is te beperkt. Wij werken met de klant mee, met als resultaat een veranderd bedrijf in plaats van een mooi rapport. De markt wil dit meer, dat verklaart ook de groei van twintig tot dertig procent die we ieder jaar hebben.”
Platform

In plaats van op multinationals heeft ADL de ogen dit keer laten vallen op de Delftse student. In samenwerking met de universiteit is een stichting opgericht, het ‘Arthur D. Little Instituut voor Jong Ondernemerschap Delft’, die los van het moederbedrijf en de universiteit opereert. Van der Mandele: ,,Met de stichting is een platform gecreëerd om jong ondernemerschap in Delft te stimuleren.” De Delftse hoogleraar bedrijfsleer Koolhaas is voorzitter van het dagelijks bestuur van de stichting.

Het eerste tastbare resultaat zal dus de collegereeks zijn die februari volgend jaar van start gaat. Volgens Van der Mandele is er voor de ingewikkelde constructie van een stichting gekozen om de continuïteit van het project te waarborgen. Over eventuele vervolgprojecten wordt nog nagedacht. Toch is de cursus zeker geen proef, volgens Van Dongen: ,,We gaan echt van start. Maar het zal natuurlijk wel een leerproces zijn.”

Vanwege de intensieve vorm van onderwijs worden maximaal vierentwintig deelnemers toegelaten. Van Dongen: ,,Direct heelmassaal is niet de bedoeling. De deelnemers krijgen een stuk persoonlijke ondersteuning. Het moet een heel actieve klas zijn, die actief participeert.” Om dit te bewerkstelligen moeten belangstellenden op het inschrijfformulier kort hun motivatie geven, wat gebruikt wordt als selectiecriterium.
Drempels

Degenen die zijn uitverkoren wachten vervolgens van 7 februari tot 5 juni, gedurende achttien middagen, speciale trainingen om te voorkomen dat hun toekomstige initiatieven op zakelijk gebied de mist ingaan. De studenten krijgen les in allerlei vaardigheden, van het schrijven van een business-plan tot praktische zaken als belasting en octrooien. Van Dongen: ,,Het gaat er om de drempels lager te maken om een eigen bedrijf te beginnen.”

Elke week een ander onderwerp door andere docenten, Van Dongen betitelt ze liever als ‘coaches’. Mensen uit de industrie, mensen van ADL, hoogleraren van de TU, en starters zullen hun ‘vrije uurtjes opofferen’ om jonge ondernemers bij te staan. ,,Om van het idee een succes te maken worden de studenten persoonlijk door topmensen begeleid”, vertelt Van der Mandele. ,,Wij geloven zeker dat het project slaagt. Wij hebben voor Delft gekozen vanwege onze MIT-achtergrond. Leiden is stinkend jaloers. ‘Waarom zijn jullie niet naar ons gekomen?’, vroeg Vredevoogd (voorzitter cvb Leiden, red.) me.”

,,Dit is ongelofelijk uniek”, verklaart Van Dongen. Van der Mandele: ,,Dit is nog nooit op een universiteit in Nederland gebeurd. Natuurlijk nemen ook de Kamers van Koophandel goede initiatieven, maar die missen ten enenmale de middelen om het op deze wijze te doen. De universiteiten gaan een heel belangrijke periode tegemoet. Ze zijn hard aan het vernieuwen, nieuwe richtingen moeten ingeslagen worden.”
Netwerk

,,In Delft wordt heel weinig gedaan aan echt management. Wij, en ook het bestuur van de universiteit, geloven dat studenten een stuk ondernemerschap moet worden bijgebracht”, vult Van Dongen aan. Van der Mandele: ,,Het ontbreekt Nederlandse universiteiten aan een netwerk dat ondernemers steunt. In het buitenland is dat er vaak wel. Het is belangrijk dat het universitaire leven op niveau is. In brede kringen zijn er zorgen om het academisch niveau. Daarom dachten we: hoe kunnen wij helpen?”

Hij vervolgt: ,,In Nederland gaat het vinden van een netwerk vaak vrij opportunistisch. Het netwerk bestaat uit een oom of een buurman. Jonge ondernemers met ideeën haken veel te vaak af.” Van der Mandele geeft het voorbeeld van een MIT-student die een briljant idee had: ,,Binnen een jaar op de beurs.” Van Dongen: ,,In Amerika zijn zulke dingen heel gewoon. In Nederland is dat nog anders. Er is hier een gebrek aan infrastructuur. Daarom besteedt Economische Zaken zestig miljoen voor inititiatieven van starters.”

Brochures met inschrijfformulieren voor de collegereeks worden vanaf 16 november verspreid.


Figuur 1 Van Dongen en Van der Mandele: ,,Daarom dachten we: hoe kunnen wij helpen?”

.aut K.V.

Studenten die na hun studie voor zichzelf beginnen, mislukken vaak. Volgens Martijn van der Mandele en Benno van Dongen, respectievelijk directeur en consultant van consultancy-bureau Arthur D. Little, ligt dat aan de Nederlandse cultuur. Om hier verandering in te brengen hebben zij samen met de universiteit een speciale stichting in het leven geroepen om via een reeks colleges ondernemende studenten meer kans van slagen te bieden. ,,Dit is ongelofelijk uniek. Waarom komt dit niet op de voorpagina?”

,,Ondernemers voor ondernemers”, zo betitelt Van Dongen, ex-scheikunde student aan de TU, de gedachte achter het project. Want net afgestudeerde ondernemers met goede ideeën hebben het in dit land volgens hem niet makkelijk. Slechts zes procent van de zakelijke initiatieven van jonge ingenieurs haalt de eerste verjaardag. De oorzaak? ,,In de Nederlandse universitaire traditie ontbreekt een netwerk dat ondernemers steunt”, aldus Van der Mandele.

Arthur D. Little (ADL) is een Amerikaans consultancy-bureau, dat tien jaar geleden de eerste schreden op Nederlandse bodem zette. Volgens Van der Mandele is het bedrijf de oudste consultant ter wereld. ADL is traditioneel nauw verbonden met het befaamde MIT (Massachusetts Institute for Technology) in Amerika en heeft daardoor sterke banden met de technologie.

Door deze link hanteert ADL volgens Van der Mandele een veel pragmatischer aanpak dan de meeste concurrenten. ,,Alleen rapporten schrijven is te beperkt. Wij werken met de klant mee, met als resultaat een veranderd bedrijf in plaats van een mooi rapport. De markt wil dit meer, dat verklaart ook de groei van twintig tot dertig procent die we ieder jaar hebben.”
Platform

In plaats van op multinationals heeft ADL de ogen dit keer laten vallen op de Delftse student. In samenwerking met de universiteit is een stichting opgericht, het ‘Arthur D. Little Instituut voor Jong Ondernemerschap Delft’, die los van het moederbedrijf en de universiteit opereert. Van der Mandele: ,,Met de stichting is een platform gecreëerd om jong ondernemerschap in Delft te stimuleren.” De Delftse hoogleraar bedrijfsleer Koolhaas is voorzitter van het dagelijks bestuur van de stichting.

Het eerste tastbare resultaat zal dus de collegereeks zijn die februari volgend jaar van start gaat. Volgens Van der Mandele is er voor de ingewikkelde constructie van een stichting gekozen om de continuïteit van het project te waarborgen. Over eventuele vervolgprojecten wordt nog nagedacht. Toch is de cursus zeker geen proef, volgens Van Dongen: ,,We gaan echt van start. Maar het zal natuurlijk wel een leerproces zijn.”

Vanwege de intensieve vorm van onderwijs worden maximaal vierentwintig deelnemers toegelaten. Van Dongen: ,,Direct heelmassaal is niet de bedoeling. De deelnemers krijgen een stuk persoonlijke ondersteuning. Het moet een heel actieve klas zijn, die actief participeert.” Om dit te bewerkstelligen moeten belangstellenden op het inschrijfformulier kort hun motivatie geven, wat gebruikt wordt als selectiecriterium.
Drempels

Degenen die zijn uitverkoren wachten vervolgens van 7 februari tot 5 juni, gedurende achttien middagen, speciale trainingen om te voorkomen dat hun toekomstige initiatieven op zakelijk gebied de mist ingaan. De studenten krijgen les in allerlei vaardigheden, van het schrijven van een business-plan tot praktische zaken als belasting en octrooien. Van Dongen: ,,Het gaat er om de drempels lager te maken om een eigen bedrijf te beginnen.”

Elke week een ander onderwerp door andere docenten, Van Dongen betitelt ze liever als ‘coaches’. Mensen uit de industrie, mensen van ADL, hoogleraren van de TU, en starters zullen hun ‘vrije uurtjes opofferen’ om jonge ondernemers bij te staan. ,,Om van het idee een succes te maken worden de studenten persoonlijk door topmensen begeleid”, vertelt Van der Mandele. ,,Wij geloven zeker dat het project slaagt. Wij hebben voor Delft gekozen vanwege onze MIT-achtergrond. Leiden is stinkend jaloers. ‘Waarom zijn jullie niet naar ons gekomen?’, vroeg Vredevoogd (voorzitter cvb Leiden, red.) me.”

,,Dit is ongelofelijk uniek”, verklaart Van Dongen. Van der Mandele: ,,Dit is nog nooit op een universiteit in Nederland gebeurd. Natuurlijk nemen ook de Kamers van Koophandel goede initiatieven, maar die missen ten enenmale de middelen om het op deze wijze te doen. De universiteiten gaan een heel belangrijke periode tegemoet. Ze zijn hard aan het vernieuwen, nieuwe richtingen moeten ingeslagen worden.”
Netwerk

,,In Delft wordt heel weinig gedaan aan echt management. Wij, en ook het bestuur van de universiteit, geloven dat studenten een stuk ondernemerschap moet worden bijgebracht”, vult Van Dongen aan. Van der Mandele: ,,Het ontbreekt Nederlandse universiteiten aan een netwerk dat ondernemers steunt. In het buitenland is dat er vaak wel. Het is belangrijk dat het universitaire leven op niveau is. In brede kringen zijn er zorgen om het academisch niveau. Daarom dachten we: hoe kunnen wij helpen?”

Hij vervolgt: ,,In Nederland gaat het vinden van een netwerk vaak vrij opportunistisch. Het netwerk bestaat uit een oom of een buurman. Jonge ondernemers met ideeën haken veel te vaak af.” Van der Mandele geeft het voorbeeld van een MIT-student die een briljant idee had: ,,Binnen een jaar op de beurs.” Van Dongen: ,,In Amerika zijn zulke dingen heel gewoon. In Nederland is dat nog anders. Er is hier een gebrek aan infrastructuur. Daarom besteedt Economische Zaken zestig miljoen voor inititiatieven van starters.”

Brochures met inschrijfformulieren voor de collegereeks worden vanaf 16 november verspreid.


Figuur 1 Van Dongen en Van der Mandele: ,,Daarom dachten we: hoe kunnen wij helpen?”

.aut K.V.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.