Opinie

Universiteite weltevree

Tringggg, telefoon. Het Nipo aan de lijn. Of ik wil meewerken aan een telefonische enquête over de TU. Dat wil ik wel, als het maar niet al te lang duurt. Tien minuten verzekert de telefoniste.

Tringggg, telefoon. Het Nipo aan de lijn. Of ik wil meewerken aan een telefonische enquête over de TU. Dat wil ik wel, als het maar niet al te lang duurt. Tien minuten verzekert de telefoniste.

Zijn er genoeg zitplaatsen bij werkcolleges? Hoe beoordeel je de kwaliteit van de zitplaatsen bij de werkcolleges? Zijn er genoeg zitplaatsen bij practica? Hoe beoordeel je de kwaliteit van de zitplaatsen bij de practica? Zijn er genoeg zitplaatsen bij hoorcolleges? Hoe beoordeel je de kwaliteit van de zitplaatsen bij hoorcolleges? Waarom geeft u een vier? Omdat je na twee uur gebroken opstaat uit de collegebanken – zal ik dat intypen? Zijn er genoeg pc’s beschikbaar voor studenten?

Waarom de laatste vraag werd gesteld begrijp ik. Uit de dit najaar afgenomen enquête onder studenten bleek dat er onvrede bestond over de geringe beschikbaarheid van pc’s. Dit kon belemmerend zijn bij het afstuderen. Tot mijn verbazing was dat ook de enige duidelijke klacht die uit dat onderzoek naar voren kwam. Hoe kan dat? Zijn we werkelijk zo tevreden met onze universiteit, is het verder echt allemaal prima geregeld? Of is het een kwestie van de verkeerde – of juiste, afhankelijk van het doel dat je met de enquête nastreeft – vragen stellen? Waarom wordt er kostbare enquêteertijd verspild aan het stellen van vragen over zitplaatsen, die elke ergonoom en elke onderwijsadministratie zo kan beantwoorden?

Ik mocht van het Nipo ook cijfers geven over de kwaliteit van de docenten, hun vakbekwaamheid, hoe ze de colleges voorbereiden en hun bereikbaarheid buiten college-uren. En inderdaad, ik ben daar wel tevreden over. Sommigen ontberen wel de vereiste didactische kwaliteiten, maar over het algemeen scoort de TU een ruime zeven. Door de vragen die ze stelden kon ik alleen tussen de regels door iets van mijn mening kwijt over de TU. Bijna werd ik ook een tevreden student.

Rector Wakker geeft in de Beleidsnotitie 1999-2002 als eerste uitgangspunt voor het Delftse onderwijsmodel, dat het onderwijs aan de TU Delft uitdagend moet zijn voor de studenten, hen moet trainen in kritisch denken, en hen moet opleiden tot creatieve ingenieurs en inventieve onderzoekers. Ik ben het er helemaal mee eens. Ik vind er alleen werkelijk niets van terug in mijn opleiding.

Dáár ben ik niet tevreden over. Alleen daar vroeg de Nipo-enquête niet naar. Ik vraag met af hoe dat is gegaan bij de andere enquêtes.

Hoe wil de rector het opleiden van kritische studenten eigenlijk bewerkstelligen? Wanneer denk je als student kritisch na? Een kritische student vraagt zich aangaande de opleiding af welk nut bepaalde vakken hebben en kan twijfelen aan de manier waarop de begeerde kennis wordt overgebracht. De mening van deze kritische student onderzoek je niet door hem één cijfer te laten geven over alle docenten. Dat nodigt eerder uit tot open vragen, of een open discussie.

Maar wil de rector wel zulke kritische studenten? Probeer je van de gebaande paden af te wijken, omdat je denkt op een andere manier ook een volwaardig ingenieur te worden, dan wordje daar niet voor beloond. Bindende studieadviezen, studieplanningen en dergelijke moeten ervoor zorgen dat zulke creatieve excessen niet voorkomen.

Bij een academische instelling lijkt mij dat niet gewenst.

Om toch met beperkte middelen een groot aantal creatieve ingenieurs klaar te stomen moet er iets veranderen met meer ruimte voor eigen oplossingen. Waar die ruimte zou moeten zijn en hoe dat kan voor zoveel individuen, kan je best eens vragen aan studenten, maar niet als het antwoord bij een enquête moet bestaan uit een cijfer.

Tringggg, telefoon. Het Nipo aan de lijn. Of ik wil meewerken aan een telefonische enquête over de TU. Dat wil ik wel, als het maar niet al te lang duurt. Tien minuten verzekert de telefoniste.

Zijn er genoeg zitplaatsen bij werkcolleges? Hoe beoordeel je de kwaliteit van de zitplaatsen bij de werkcolleges? Zijn er genoeg zitplaatsen bij practica? Hoe beoordeel je de kwaliteit van de zitplaatsen bij de practica? Zijn er genoeg zitplaatsen bij hoorcolleges? Hoe beoordeel je de kwaliteit van de zitplaatsen bij hoorcolleges? Waarom geeft u een vier? Omdat je na twee uur gebroken opstaat uit de collegebanken – zal ik dat intypen? Zijn er genoeg pc’s beschikbaar voor studenten?

Waarom de laatste vraag werd gesteld begrijp ik. Uit de dit najaar afgenomen enquête onder studenten bleek dat er onvrede bestond over de geringe beschikbaarheid van pc’s. Dit kon belemmerend zijn bij het afstuderen. Tot mijn verbazing was dat ook de enige duidelijke klacht die uit dat onderzoek naar voren kwam. Hoe kan dat? Zijn we werkelijk zo tevreden met onze universiteit, is het verder echt allemaal prima geregeld? Of is het een kwestie van de verkeerde – of juiste, afhankelijk van het doel dat je met de enquête nastreeft – vragen stellen? Waarom wordt er kostbare enquêteertijd verspild aan het stellen van vragen over zitplaatsen, die elke ergonoom en elke onderwijsadministratie zo kan beantwoorden?

Ik mocht van het Nipo ook cijfers geven over de kwaliteit van de docenten, hun vakbekwaamheid, hoe ze de colleges voorbereiden en hun bereikbaarheid buiten college-uren. En inderdaad, ik ben daar wel tevreden over. Sommigen ontberen wel de vereiste didactische kwaliteiten, maar over het algemeen scoort de TU een ruime zeven. Door de vragen die ze stelden kon ik alleen tussen de regels door iets van mijn mening kwijt over de TU. Bijna werd ik ook een tevreden student.

Rector Wakker geeft in de Beleidsnotitie 1999-2002 als eerste uitgangspunt voor het Delftse onderwijsmodel, dat het onderwijs aan de TU Delft uitdagend moet zijn voor de studenten, hen moet trainen in kritisch denken, en hen moet opleiden tot creatieve ingenieurs en inventieve onderzoekers. Ik ben het er helemaal mee eens. Ik vind er alleen werkelijk niets van terug in mijn opleiding.

Dáár ben ik niet tevreden over. Alleen daar vroeg de Nipo-enquête niet naar. Ik vraag met af hoe dat is gegaan bij de andere enquêtes.

Hoe wil de rector het opleiden van kritische studenten eigenlijk bewerkstelligen? Wanneer denk je als student kritisch na? Een kritische student vraagt zich aangaande de opleiding af welk nut bepaalde vakken hebben en kan twijfelen aan de manier waarop de begeerde kennis wordt overgebracht. De mening van deze kritische student onderzoek je niet door hem één cijfer te laten geven over alle docenten. Dat nodigt eerder uit tot open vragen, of een open discussie.

Maar wil de rector wel zulke kritische studenten? Probeer je van de gebaande paden af te wijken, omdat je denkt op een andere manier ook een volwaardig ingenieur te worden, dan wordje daar niet voor beloond. Bindende studieadviezen, studieplanningen en dergelijke moeten ervoor zorgen dat zulke creatieve excessen niet voorkomen.

Bij een academische instelling lijkt mij dat niet gewenst.

Om toch met beperkte middelen een groot aantal creatieve ingenieurs klaar te stomen moet er iets veranderen met meer ruimte voor eigen oplossingen. Waar die ruimte zou moeten zijn en hoe dat kan voor zoveel individuen, kan je best eens vragen aan studenten, maar niet als het antwoord bij een enquête moet bestaan uit een cijfer.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.