Campus

‘Uiteindelijk willen we een beter gebalanceerde faculteit Bouwkunde’

Wat speelt er op de faculteiten? Wat is er aan de hand binnen de universiteitsdienst? Waarover maakt de ondernemingsraad zich druk? Een serie over medezeggenschap aan de TU Delft. Vandaag: Bouwkunde.

  • Werkplezier en awareness


“Een baan aan de universiteit zou de simpelste baan moeten zijn die er is, je mag de hele dag dingen uitproberen en het is niet erg als iets fout gaat”, stelt Peter Russell, decaan van Bouwkunde. “Tegenwoordig zijn er rankings, Vidi’s, ERC grants… allerlei prestaties waar mensen in mee worden gezogen. Het is nooit genoeg, iedereen wil excelleren.” De werkdruk op de TU is hoog, zo bleek uit de medewerkersmonitor, en dat is ook bij Bouwkunde te merken. De onderdeelcommissie (odc) vraagt zich af wat er nu mee gaat gebeuren en zoekt naar oplossingen.


“We willen naast het verminderen van werkdruk, ook het werkplezier benadrukken”, aldus odc-voorzitter Ad Straub. “Er moet tijd zijn om naar leuke dingen te gaan zoals borrels en lezingen. We werken samen met de studentenraad, want zij ervaren ook werkdruk.” Naast het werkplezier denkt Russell dat erover praten belangrijk is. “Dat zorgt voor awareness. Vraag eens aan een collega, hoe gaat het echt met je? Zo sta je zelf ook stil bij je eigen werkdruk.”


“Het grant-systeem is hard”, vervolgt decaan Russell. “Je hebt snel het gevoel dat je faalt. Maar wellicht moeten we guidelines voor realistische verwachtingen opstellen. Bijvoorbeeld slechts een peer review, journal, artikel per persoon per jaar publiceren? Als dat in februari al af is, kun je er meer schrijven, maar hoeft dat niet.” Russell is niet alleen maar negatief over de werkdruk. “We staan met Bouwkunde heel hoog in allerlei rankings. Het is goed dat de vraag is ‘hoe kunnen we zo hoog blijven?’ in plaats van ‘hoe kunnen we beter worden?’”


  • Reorganisatie en transparantie


Binnen Bouwkunde is sprake van een transitie. Het verdeelmodel gaat op de schop, de administratie wordt opgeschoond, de permanente en tijdelijke krachten worden onder de loep genomen. Een groot en belangrijk, maar traag proces. En niet altijd even transparant, volgens de odc. “De transparantie begint te verbeteren”, aldus Kees Dol, die komende periode voor de tweede keer in de odc zit. “Zo hebben we meer gesprekken met de beleidsmakers en hebben we meegedacht over de begroting van dit jaar.”


Dat het een traag proces is dat meerdere jaren duurt, bevestigt Russell. “Het reorganisatieproces duurt lang, omdat we overal rekening mee moeten houden en niets over het hoofd willen zien. Uiteindelijk willen we een beter gebalanceerde faculteit hebben.”


  • Praktijkdocenten in dienst


Een van de punten die afgelopen jaar speelden waren de contracten van de praktijkdocenten. Door een verscherpte regeling van de belastingdienst moest de faculteit hen op een andere manier contracteren. “Praktijkdocenten hebben nu kortlopende aanstellingen, die helaas niet altijd gunstig voor ze uitvallen”, vertelt Russell. “De ervaring die zij hebben uit de praktijk is heel belangrijk. Ik vind het vervelend dat we het niet op een andere manier konden oplossen. Op deze manier kost het iedereen veel energie en inspanning.”


Bij de odc komt het onderwerp elke vergadering wel langs. “De praktijkdocenten worden niet echt vertegenwoordigd in de odc, zij waren immers nooit in dienst”, vertelt Ad Straub. Nu zij wel parttime in dienst zijn, kunnen ze ook zitting nemen in de odc. “Ik betwijfel of iemand dat gaat doen”, zegt Russell. “Immers, als je zes uur les geeft en daarnaast ben je een uur kwijt aan odc, houd je weinig over.”


  • Tweetalige bachelor


Al langer wordt bij Bouwkunde gesproken over een tweetalige bachelor. Waarom tweetalig, en niet helemaal in het Engels? “Je zou het van mij misschien niet verwachten, maar ik denk dat het goed is om het Nederlands te houden. Het lijkt me goed als Nederlandse architectuur in het Nederlands wordt onderwezen”, antwoordt de Canadese decaan in het Engels. “Sommige internationals willen juist Nederlands leren. Er zijn plannen om de groepen op te splitsen, dat we een groep in het Engels lesgeven en een andere in het Nederlands. Formeel is dat bijna niet te doen. Toch lijkt het me een goed plan, want er zijn ook studenten die een tweetalige middelbare school hebben gedaan. Het is dan toch vreemd dat ze tijdens hun bachelor Bouwkunde drie jaar Nederlands onderwijs krijgen, en in hun master dan weer honderd procent Engels.”


  • Integratie zit wel goed


Internationalisering heeft niet alleen te maken met taal, ook met integratie. Dat zit volgens Russell wel goed. “We hebben studenten uit zeventig verschillende landen, medewerkers met meer dan veertig nationaliteiten. Voor een TU-faculteit hebben we veel vrouwelijke studenten, ongeveer vijftig procent. Het is ook geen probleem als een docent bijvoorbeeld openlijk homo is. In de Bouwkundestudie zit veel groepswerk, wat ook bijdraagt aan de integratie. Als je de faculteit binnenloopt voel je dat het leeft, dat er iets gebeurt.” Volgens de odc is dat ook belangrijk voor de werkdruk. “Een plezierig gebouw met leuke collega’s helpt om de stress te verminderen”, aldus Straub.


  • Toekomst


Russell heeft grote plannen met de faculteit, zoals drie A-programma’s: Africa, Automation en Agility. “In Afrika is er behoefte aan een andere manier van steden inrichten”, legt hij uit. “In januari 2018 organiseren we daarover een conferentie in Ethiopië. Verder gaan we kijken hoe onze digitale levens zich ontwikkelen en hoe dat invloed heeft op architectuur. Tot slot wil ik naar een model waarbij studenten zelf mogen kiezen wat ze willen studeren. Zoals dat nu gebeurt in een minor, maar dan een hele studie lang. Natuurlijk moet de student nog wel kunnen motiveren waarom die onderwerpen op elkaar aansluiten.”


Dit jaar waren er geen verkiezingen voor de odc vanwege te weinig aanmeldingen, maar de commissie is wel gevormd. Zo’n zeven mensen nemen plaats in de nieuwe odc van Bouwkunde, terwijl er elf plekken waren. “We vinden dat jammer”, zegt Straub. “Het is goed dat er van elke afdeling ten minste een afgevaardigde is en niet alleen maar wetenschappelijk personeel. Drie oud-leden blijven zitten. Dat is ook fijn voor de continuïteit, dat een aantal mensen weet hoe het werkt.” Volgende week is de overdrachtsvergadering.


Lees hier meer artikelen in de medezeggenschapsserie.


Roos van Tongeren / Redacteur

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.