Onderwijs

Tweede start bij helft masteropleidingen

Masterstudenten hoeven niet allemaal in september te beginnen. Bijna de helft van alle masteropleidingen (49 procent) kent meer dan één inschrijfmoment. Aan de TU is dat zelfs 87 procent. Dat scheelt, als studenten vertraging oplopen in hun bacheloropleiding.

Aan de TU hebben 33 van de 38 masteropleidingen extra inschrijfmomenten. Koploper is echter Leiden: van de 88 masteropleidingen hebben er 85 extra inschrijfmomenten. Helemaal achteraan staat de Erasmus Universiteit, die zich er kennelijk minder mee bezig heeft gehouden. Slechts één van de dertig Rotterdamse masteropleidingen kent meer dan één instroommoment.

Dat blijkt uit een overzicht dat minister Plasterk de Tweede Kamer heeft gestuurd. Slechts vier universiteiten hebben voor meer dan de helft van hun masteropleidingen verschillende instroommomenten.

Verschillende instroommomenten zijn een ‘welbegrepen eigenbelang’ voor de universiteiten, vindt minister Plasterk. Als studenten straks niet meer aan hun masteropleiding mogen beginnen voordat ze hun bachelordiploma op zak hebben, is het verstandig om studenten niet alleen in september te laten starten, maar bijvoorbeeld ook in februari.

Om hieraan te werken, krijgt universiteitenvereniging VSNU de komende jaren subsidie om één voltijdsmedewerker aan te stellen. Die mag ervoor zorgen dat universiteiten van elkaar leren bij de invoering van meerdere instroommomenten per jaar. 

Volgens de minister hoeven masteropleidingen alleen uitgezonderd te worden als ze erg klein zijn of een ‘heel sterke curriculaire opbouw’ hebben. Ook voor internationale masteropleidingen is het soms lastiger te regelen.

 

 

Delft Integraal, nr.3 2004
Elektrotechnicus Gerrit Polder, werkzaam bij Wageningen Universiteit, heeft aan de TU Delft tijdens zijn promotieonderzoek de basis voor een beeldverwerkingsysteem gelegd waarmee, in principe, ook smaak en geur van het te sorteren fruit kan worden bepaald.

Dr.ing. Gerrit Polder ontwikkelde vijf jaar geleden de zogenaamde smaakkijker tijdens zijn promotieonderzoek aan de TU Delft. Hij richtte zich destijds onder meer op tomaten. “Ik gebruikte tomaten als modelgewas, maar de kijker was ook toepasbaar voor bijvoorbeeld appels”, zegt de elektrotechnicus, die bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen promoveerde.
Polder maakte gebruik van een spectroscopische methode gecombineerd met beeldverwerking. De spectroscoop analyseert de diverse golflengtes van het licht van een voorwerp (zoals een tomaat of een appel). De golflengtes laten zien wat voor stoffen in het voorwerp zitten. “Daardoor kun je nagaan welke stofjes wel of niet aanwezig zijn. De beeldverwerking kijkt vooral naar de vormkenmerken”, legt Polder uit. Zo wordt zowel naar het oppervlak als een paar millimeter in het voorwerp gekeken.
De uitvinding leek destijds een schot in de roos. Beeldverwerking en spectroscopie worden al gebruikt, maar niet in combinatie met elkaar. Polder: “In Amerika gebruiken ze deze methode inmiddels om na te gaan of appels zoet of zuur zijn en de methode kan onderhuidse plekjes te detecteren.”
Toch werd de uitvinding niet toegepast. “Het nadeel van mijn uitvinding was, dat het te veel data opleverde. Daardoor was het systeem niet snel genoeg”, zegt de elektrotechnicus. Maar dat betekent niet het einde van de methode. Polder is inmiddels verbonden aan de Biometris-afdeling van Wageningen Universiteit en werkt aan een nieuwe toepassing. “Ik ben nu mee bezig om virussen in tulpen te detecteren, zodat je kunt zien of de tulp is aangetast. Vorig jaar heb ik in het laboratorium tulpenbladen bekeken met dezelfde apparatuur als destijds bij mijn promotie. Dit jaar gaan we het veld in. Daarvoor gebruik ik een iets andere opzet”, zegt de elektrotechnicus. “Veel meer kan ik er niet over zeggen, omdat we de methode willen commercialiseren.” De smaakkijker voor fruit wordt daarmee een soort virusscanner voor tulpen.
De toepassing van Polders uitvinding op fruit lijkt ook nog niet van de baan. “Ik denk niet dat het in de huidige vorm gebruikt kan worden. Maar met wat aanpassingen wel. De ontwikkeling van camera’s gaat ook steeds verder. Je zou er aan kunnen denken dat een camera niet het hele spectrum van de vrucht in beeld brengt, maar een specifiek stukje ervan, dat levert al veel minder data op.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.