Onderwijs

Tweede Kamer wil huursubsidie voor kamerbewoners

Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat kamerbewoners in aanmerking komen voor huursubsidie. Tot dusverre was de Kamer tegen zo’n maatregel, maar gisteren bleek het plan van GroenLinks op steun van onder meer CDA en LPF te kunnen rekenen.

br />
Sinds 1997 hebben alleen huurders van zelfstandige woonruimte recht op een tegemoetkoming in hun woonlasten. Daardoor is het voor bijvoorbeeld woningcorporaties financieel onaantrekkelijk geworden om te investeren in studentenhuisvesting. Ze kunnen geen kostendekkende huur vragen, omdat die voor de meeste studenten te hoog zou zijn.

Door invoering van huursubsidie voor kamerbewoners zouden er flink wat kamers bijgebouwd kunnen worden, is de gedachte. Bijkomend voordeel is dat de subsidiemogelijkheid verhuurders stimuleert zich te houden aan wettelijke voorschriften, zoals het puntensysteem voor bepaling van de huurprijs. Alleen dan komt de kamer voor de subsidiëring in aanmerking.

GroenLinks-kamerlid Ineke van Gent, indiener van het voorstel, kreeg eerder dit jaar steun van het Kenniscentrum Studentenhuisvesting (Kences). Het centrum drong in een onderzoeksrapport over de kamernood bij toenmalig staatssecretaris Remkes van Volkshuisvesting al aan op de maatregel. Remkes wilde er toen niet aan, omdat het volgens hem een verkapte bouwsubsidie zou zijn.

De kamernood is de laatste jaren schrikbarend toegenomen. De koppelingswet maakt kamerverhuur voor particulieren onaantrekkelijk, en door strengere brandveiligheidsvoorschriften hebben veel verhuurders de pijp aan Maarten gegeven. In grote studentensteden als Utrecht en Amsterdam is de gemiddelde wachttijd voor een studentenkamer inmiddels opgelopen tot twee à vier jaar, in Delft loopt de wachttijd soms op tot een jaar.

Tot dusverre was de Kamer tegen zo’n maatregel, maar gisteren bleek het plan van GroenLinks op steun van onder meer CDA en LPF te kunnen rekenen.

Sinds 1997 hebben alleen huurders van zelfstandige woonruimte recht op een tegemoetkoming in hun woonlasten. Daardoor is het voor bijvoorbeeld woningcorporaties financieel onaantrekkelijk geworden om te investeren in studentenhuisvesting. Ze kunnen geen kostendekkende huur vragen, omdat die voor de meeste studenten te hoog zou zijn.

Door invoering van huursubsidie voor kamerbewoners zouden er flink wat kamers bijgebouwd kunnen worden, is de gedachte. Bijkomend voordeel is dat de subsidiemogelijkheid verhuurders stimuleert zich te houden aan wettelijke voorschriften, zoals het puntensysteem voor bepaling van de huurprijs. Alleen dan komt de kamer voor de subsidiëring in aanmerking.

GroenLinks-kamerlid Ineke van Gent, indiener van het voorstel, kreeg eerder dit jaar steun van het Kenniscentrum Studentenhuisvesting (Kences). Het centrum drong in een onderzoeksrapport over de kamernood bij toenmalig staatssecretaris Remkes van Volkshuisvesting al aan op de maatregel. Remkes wilde er toen niet aan, omdat het volgens hem een verkapte bouwsubsidie zou zijn.

De kamernood is de laatste jaren schrikbarend toegenomen. De koppelingswet maakt kamerverhuur voor particulieren onaantrekkelijk, en door strengere brandveiligheidsvoorschriften hebben veel verhuurders de pijp aan Maarten gegeven. In grote studentensteden als Utrecht en Amsterdam is de gemiddelde wachttijd voor een studentenkamer inmiddels opgelopen tot twee à vier jaar, in Delft loopt de wachttijd soms op tot een jaar.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.