Onderwijs

Tweede-generatie bio-ethanol stapje dichterbij

Microbiologen van de TU en het Kluyver Centre for Genomics of Industrial Fermentation hebben gist zodanig aangepast dat het micro-organisme makkelijker bio-ethanol produceert uit landbouwafval. Hun onderzoek is vorige week gepubliceerd in het tijdschrift Applied and Environmental Microbiology.

Slechts één gen uit de bacterie E. coli voegde (hoofdauteur) microbioloog Guadalupe Medina toe aan het gistgenoom. Hij sloeg er drie vliegen mee in een klap: bij het vergistingsproces ontstond meer ethanol (de brandstof waar het allemaal om te doen is), minder azijnzuur en geen glycerol als bijproduct.

Vooral het feit dat de gist in staat is om behalve suikers ook azijnzuur om te zetten in ethanol is gunstig. Tot nu toe remde azijnzuur juist de productie van ethanol.

Het onderzoek kan een doorbraak veroorzaken in de productie van zogenaamde tweede-generatie bio-ethanol. Hierbij wordt ethanol gewonnen uit moeilijk afbreekbare houtachtige suikers – ook wel c5-suikers genoemd – uit de reststromen van de landbouw, zoals tarwestro of maïsloof. Deze grondstoffen concurreren niet met de voedselproductie. Tot nu toe ontstaat vooral bij deze vergisting veel azijnzuur.

De onderzoekers gaan nu onderzoeken of het vergistingsproces ook goed werkt onder industriële omstandigheden. Ze hebben octrooi aangevraagd en zijn van plan om nauw samen te werken met het bedrijfsleven.
 

Het begint vaak onschuldig, aldus De Mink, ervaringsdeskundige en organisator van workshops over ‘mobbing’ – pesten – in het hoger onderwijs. “Pesten bevindt zich in een grijs gebied: het gaat vaak om situaties die op twee manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Per incident kun je moeilijk van pesten spreken, pas als je alle gebeurtenissen op een rij ziet, wordt het duidelijk”.

Hoe vaak pesten in het hoger onderwijs voorkomt, is moeilijk te zeggen. “Natuurlijk gebeurt het”, zegt Willeke Bezemer, specialiste op het gebied van ongewenst gedrag op de werkvloer. “Maar volgens mij is er in Nederland nooit onderzoek naar gedaan.”

Volgens de laatste cijfers van TNO wordt in het onderwijs als geheel minder gepest (6,4 procent) dan gemiddeld (8,6 procent). Intimidatie door leidinggevenden en collega’s komt dan weer iets vaker voor: 11,8 procent had het wel eens meegemaakt, tegen 11,5 procent gemiddeld.

Zijn het afgunstige collega’s of is het juist de baas die zich schuldig maakt aan pestgedrag? Volgens De Mink zijn 80 procent van de bullies leidinggevenden. “Er zijn twee soorten mensen in het hoger onderwijs: zij die op macht uit zijn, en zij die met hart en ziel in het werk opgaan. Als je als werknemer meer doet voor je studenten dan voor de managers, loop je het risico gepest te worden.”

Slechts één gen uit de bacterie E.coli voegde (hoofdauteur) microbioloog drs. Victor Guadalupe Medina toe aan het gistgenoom. Hij sloeg er drie vliegen mee in een klap: bij het vergistingsproces ontstond meer ethanol (de brandstof waar het allemaal om te doen is), minder azijnzuur en geen glycerol als bijproduct.

Vooral het feit dat de gist in staat is om behalve suikers ook azijnzuur om te zetten in ethanol is gunstig. Tot nu toe remde azijnzuur juist de productie van ethanol.

Het onderzoek kan een doorbraak veroorzaken in de productie van zogenaamde tweede-generatie bio-ethanol. Hierbij wordt ethanol gewonnen uit moeilijk afbreekbare houtachtige suikers – ook wel C5-suikers genoemd – uit de reststromen van de landbouw, zoals tarwestro of maïsloof. Deze grondstoffen concurreren niet met de voedselproductie. Tot nu toe ontstaat vooral bij deze vergisting veel azijnzuur.

De onderzoekers gaan nu onderzoeken of het vergistingsproces ook goed werkt onder industriële omstandigheden. Ze hebben octrooi aangevraagd en zijn van plan om nauw samen te werken met het bedrijfsleven.
 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.