Onderwijs

Twee TNO-onderdelen naar Delft

De TNO-afdelingen bioconversie en scheidingstechnologie verhuizen naar Delft. Wanneer de verhuizing zal plaatsvinden, kan TNO-woordvoerder Maarten Lörtzer nog niet zeggen. Wel is bekend dat de Apeldoornse vestiging van TNO, waar bioconversie en scheidingstechnologie nu zitten, vóór 2009 opgeheven moet zijn.

br />
De verhuizingen zijn een gevolg van de nieuwe koers die TNO in 2003 heeft ingezet. Het beleid draait daarbij niet meer om de vijftien vestigingen, maar om vijf kerngebieden. Bioconversie hoort bij het kerngebied ‘kwaliteit van leven’, scheidingstechnologie bij ‘industrie en techniek’. Van beide kerngebieden zijn al onderdelen gehuisvest in Delft, zoals ‘samenleving, technologie en innovatie’.

De TU Delft zinde al een tijdje op de komst van beide TNO-afdelingen naar Delft. Bioconversie is in Apeldoorn onderdeel van microbiologie. Die afdeling komt dus niet geheel naar Delft, een klein deel gaat naar Zeist.

Het gaat TNO erom afdelingen te verplaatsen naar waar ze thuishoren, zo zegt Lörtzer. “Ze gaan naar hun inhoudelijke vriendjes. Soms zijn dat andere TNO-onderdelen, soms zijn dat kennispartners als universiteiten.”

Lörtzer kan nog niet zeggen waar de bioconversie en scheidingstechnologie in Delft worden ondergebracht. “Maar we streven er wel naar de samenwerking met de TU verder te versterken, dus het is logisch om in de buurt van de universiteit te gaan zitten.”

Volgens prof.ir. Karel Luyben, decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen, heeft de TU aangeboden bioconversie onder te brengen in het Kluyverlaboratorium en scheidingstechnologie bij de faculteit 3mE. “Informeel heeft TNO daar mee ingestemd”, weet hij.

De TU is volgens Luyben ingenomen met de komst van beide TNO-onderdelen naar Delft. “We hebben hier hard voor geknokt”, aldus de decaan.

Het al eerder aangekondigde vertrek van TNO automotive uit Delft naar Eindhoven kunnen beide afdelingen qua medewerkersaantal niet goedmaken. Automotive was goed voor 250 arbeidsplaatsen, bioconversie en scheidingstechnologie voor 44 werkplekken. (SB)

Wanneer de verhuizing zal plaatsvinden, kan TNO-woordvoerder Maarten Lörtzer nog niet zeggen. Wel is bekend dat de Apeldoornse vestiging van TNO, waar bioconversie en scheidingstechnologie nu zitten, vóór 2009 opgeheven moet zijn.

De verhuizingen zijn een gevolg van de nieuwe koers die TNO in 2003 heeft ingezet. Het beleid draait daarbij niet meer om de vijftien vestigingen, maar om vijf kerngebieden. Bioconversie hoort bij het kerngebied ‘kwaliteit van leven’, scheidingstechnologie bij ‘industrie en techniek’. Van beide kerngebieden zijn al onderdelen gehuisvest in Delft, zoals ‘samenleving, technologie en innovatie’.

De TU Delft zinde al een tijdje op de komst van beide TNO-afdelingen naar Delft. Bioconversie is in Apeldoorn onderdeel van microbiologie. Die afdeling komt dus niet geheel naar Delft, een klein deel gaat naar Zeist.

Het gaat TNO erom afdelingen te verplaatsen naar waar ze thuishoren, zo zegt Lörtzer. “Ze gaan naar hun inhoudelijke vriendjes. Soms zijn dat andere TNO-onderdelen, soms zijn dat kennispartners als universiteiten.”

Lörtzer kan nog niet zeggen waar de bioconversie en scheidingstechnologie in Delft worden ondergebracht. “Maar we streven er wel naar de samenwerking met de TU verder te versterken, dus het is logisch om in de buurt van de universiteit te gaan zitten.”

Volgens prof.ir. Karel Luyben, decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen, heeft de TU aangeboden bioconversie onder te brengen in het Kluyverlaboratorium en scheidingstechnologie bij de faculteit 3mE. “Informeel heeft TNO daar mee ingestemd”, weet hij.

De TU is volgens Luyben ingenomen met de komst van beide TNO-onderdelen naar Delft. “We hebben hier hard voor geknokt”, aldus de decaan.

Het al eerder aangekondigde vertrek van TNO automotive uit Delft naar Eindhoven kunnen beide afdelingen qua medewerkersaantal niet goedmaken. Automotive was goed voor 250 arbeidsplaatsen, bioconversie en scheidingstechnologie voor 44 werkplekken. (SB)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.