Opinie

TU-vrouw

Waarom zijn er aan de TU Delft zo weinig vrouwen op hoge posities? Als medewerkster van de TU komt bij mij de vraag regelmatig boven. Ze zijn er wel, die vrouwen, maar dan vallen ze ook meteen op.

br />
Mogelijk antwoord: vrouwen kunnen hun draai niet vinden. De TU is een mannenbolwerk, met mannenregels en mannenmanieren. Alle decanen zijn mannen, alle secretaresses zijn vrouwen. Hoe hoger op de ladder je kijkt, des te minder vrouwen. Niets ten nadele van secretaresses: zij vormen de ruggengraat van de TU, maar zij zijn niet diegenen die de lakens uitdelen.

De wrevel over deze asymmetrie in machtsverhouding tussen de seksen borrelt nog wel eens boven bij mij wanneer een student, kennelijk na lang zoeken, zijn hoofd om mijn deur steekt en met een opgelucht gezicht vraagt: “Dit is zeker het secretariaat?” “Nee”, antwoord ik dan kregelig, denkend: “De eerste vrouw die deze student ziet, identificeert hij meteen als secretaresse: zo vervormt de TU zijn wereldbeeld.”

En hoezo mannenregels en mannenmanieren? Nou, bijvoorbeeld het gebrek aan aandacht voor een evenwichtige balans tussen zorg en werk. Het is geen geschreven regel, maar eigenlijk is het zo dat een echte onderzoeker zich vooral op zijn onderzoek stort en al het andere, zoals de zorg voor kinderen, ondergeschikt maakt, behalve misschien als je een vrouw bent. Dat is niet alleen een TU-Delft-probleem, dat is een algemeen universiteitenprobleem en eigenlijk een maatschappelijk probleem.

Zo vertelde een mannelijke collega mij over de reacties die hij krijgt als hij zegt dat hij op vrijdag nooit tijd heeft omdat hij dan voor zijn kinderen zorgt. Hij wordt nogal eens fronsend aangekeken, of krijgt meewarige blikken waarin te lezen staat: “Die stumper kan niet goed onderhandelen met zijn vrouw.” Of: “Hij zal wel niet ambitieus zijn, als hij zijn kinderen belangrijker vindt dan zijn werk.”

Ander voorbeeld: het schijnt dat promovendi, aan sommige faculteiten van de TU, hun zwangerschapverlof in hun eigen tijd uit moeten zitten. Dat wil zeggen: een bevalling heeft geen enkele invloed op de lengte van hun contractsduur. Een zwangerschap is een vrouwenprobleem, de individuele vrouw lost het maar op.

Gelukkig zijn er nu wettelijke afspraken die garanderen dat iedere promovenda zwangerschapsverlof krijgt. Maar vergeleken bij een land als Zweden, waar ook mannen verplicht zijn om zwangerschapsverlof op te nemen zodat niet alleen vrouwen die aanslag op hun carrière moeten incasseren, is het nog maar het halve werk.

Maar laat ik de hand in eigen boezem steken. Vrouwen moeten zich niet te veel aantrekken van de heersende normen en stereotypen. Voor je het weet ga je er jezelf aan spiegelen. Zo van: het wordt toch niet van mij verwacht dat ik iets bereik in deze wereld, dus laat ik nu maar vast de pijp aan Maarten geven. Terwijl het misschien allemaal wel meevalt met de vastgeroeste rolpatronen.

Zo zat ik pas in een overleg met een hoogleraar, hij compleet met pak en stropdas. Op een gegeven moment steekt er weer een lichtelijk paniekerig studentenhoofd om de deur, met op dat moment enkel de hoogleraar in het blikveld. De student vraagt, doodleuk: “Dit is toch het secretariaat?” Ik kon een lichte gniffel niet onderdrukken.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Waarom zijn er aan de TU Delft zo weinig vrouwen op hoge posities? Als medewerkster van de TU komt bij mij de vraag regelmatig boven. Ze zijn er wel, die vrouwen, maar dan vallen ze ook meteen op.

Mogelijk antwoord: vrouwen kunnen hun draai niet vinden. De TU is een mannenbolwerk, met mannenregels en mannenmanieren. Alle decanen zijn mannen, alle secretaresses zijn vrouwen. Hoe hoger op de ladder je kijkt, des te minder vrouwen. Niets ten nadele van secretaresses: zij vormen de ruggengraat van de TU, maar zij zijn niet diegenen die de lakens uitdelen.

De wrevel over deze asymmetrie in machtsverhouding tussen de seksen borrelt nog wel eens boven bij mij wanneer een student, kennelijk na lang zoeken, zijn hoofd om mijn deur steekt en met een opgelucht gezicht vraagt: “Dit is zeker het secretariaat?” “Nee”, antwoord ik dan kregelig, denkend: “De eerste vrouw die deze student ziet, identificeert hij meteen als secretaresse: zo vervormt de TU zijn wereldbeeld.”

En hoezo mannenregels en mannenmanieren? Nou, bijvoorbeeld het gebrek aan aandacht voor een evenwichtige balans tussen zorg en werk. Het is geen geschreven regel, maar eigenlijk is het zo dat een echte onderzoeker zich vooral op zijn onderzoek stort en al het andere, zoals de zorg voor kinderen, ondergeschikt maakt, behalve misschien als je een vrouw bent. Dat is niet alleen een TU-Delft-probleem, dat is een algemeen universiteitenprobleem en eigenlijk een maatschappelijk probleem.

Zo vertelde een mannelijke collega mij over de reacties die hij krijgt als hij zegt dat hij op vrijdag nooit tijd heeft omdat hij dan voor zijn kinderen zorgt. Hij wordt nogal eens fronsend aangekeken, of krijgt meewarige blikken waarin te lezen staat: “Die stumper kan niet goed onderhandelen met zijn vrouw.” Of: “Hij zal wel niet ambitieus zijn, als hij zijn kinderen belangrijker vindt dan zijn werk.”

Ander voorbeeld: het schijnt dat promovendi, aan sommige faculteiten van de TU, hun zwangerschapverlof in hun eigen tijd uit moeten zitten. Dat wil zeggen: een bevalling heeft geen enkele invloed op de lengte van hun contractsduur. Een zwangerschap is een vrouwenprobleem, de individuele vrouw lost het maar op.

Gelukkig zijn er nu wettelijke afspraken die garanderen dat iedere promovenda zwangerschapsverlof krijgt. Maar vergeleken bij een land als Zweden, waar ook mannen verplicht zijn om zwangerschapsverlof op te nemen zodat niet alleen vrouwen die aanslag op hun carrière moeten incasseren, is het nog maar het halve werk.

Maar laat ik de hand in eigen boezem steken. Vrouwen moeten zich niet te veel aantrekken van de heersende normen en stereotypen. Voor je het weet ga je er jezelf aan spiegelen. Zo van: het wordt toch niet van mij verwacht dat ik iets bereik in deze wereld, dus laat ik nu maar vast de pijp aan Maarten geven. Terwijl het misschien allemaal wel meevalt met de vastgeroeste rolpatronen.

Zo zat ik pas in een overleg met een hoogleraar, hij compleet met pak en stropdas. Op een gegeven moment steekt er weer een lichtelijk paniekerig studentenhoofd om de deur, met op dat moment enkel de hoogleraar in het blikveld. De student vraagt, doodleuk: “Dit is toch het secretariaat?” Ik kon een lichte gniffel niet onderdrukken.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.