Onderwijs

TU-rokers niet op de stoep

Op 1 januari 2004 gaat het rookverbod in. Het college van bestuur wil niet dat overal in de wijk medewerkers buiten gaan staan roken. Daarom moeten er rookruimten komen.

Wie ideeën nodig heeft, kan naar Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Daar hebben ze al twee jaar rookvrije werkplekken en rookruimten.

Vanaf 1 januari 2004 heeft iedereen recht op een rookvrije werkplek. ,,Dat is een wettelijke verordening die gewoon moet worden uitgevoerd”, aldus Johan Hendriks, directeur personeel en organisatie van de Universiteitsdienst. ,,Op dit moment zijn we aan het zoeken naar een oplossing voor de rokers. We willen niet dat ze buiten samendrommen op de stoep. We denken dat het inrichten van rookruimten de beste optie is. De facilitaire managers van de TU moeten uitzoeken wat hiervoor de geschiktste plaats is in hun gebouw en welke ventilatievoorziening daarbij nodig is. Om dat te realiseren hebben ze tot 1 januari 2005 de tijd.”

Beheerders die ideeën willen opdoen over rookruimten kunnen terecht bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Deze faculteit kent al twee jaar een rookverbod en rookruimten. P&O-directeur Rolf Oosterloo: ,,Om verschillende redenen hebben we dit rookbeleid ingevoerd. Allereerst hadden verschillende medewerkers er last van dat op hun werkplek werd gerookt. Daarnaast had het vorige college besloten dat medewerkers die een eigen kamer hadden, tijdens het werk wel mochten roken en anderen niet. Het L&R-management vond dat niet terecht. Bovendien werkt dat ook niet. Als er een bespreking op een kamer van een roker plaatsvindt, hebben anderen er toch last van als er een rooklucht hangt. Daarom besloten we een pilotproject te starten om roken op de werkplek te verbieden.”

Eerst heeft L&R, samen met een extern bureau en een medewerker van de Arbo-dienst, een enquête laten uitvoeren. Daaruit bleek dat zowel rokers als niet-rokers voor een rookvrije werkplek waren. Alle rokers waren voor het inrichten van een rookruimte. Bij de niet-rokers vond een deel dat geldverspilling. Oosterloo: ,,Het management heeft zich toen op het standpunt gesteld dat iedereen zijn eigen vorm van ontspanning heeft. Dat kan het drinken van koffie zijn, maar ook sporten of bezinning in een gebedsruimte. Daarvoor zijn ook voorzieningen in het gebouw. We vonden niet dat we voor rokers een negatieve uitzondering moesten maken. Je wordt geen slechtere medewerker als je af en toe een sigaret opsteekt. Daarom beschouwden wij de instelling van een rookruimte terecht.”

Voor het argument dat vertoeven in de rookruimte veel werktijd kost, is Oosterloo niet erg gevoelig. ,,Het is het één of het ander. Wil je een rookvrije werkplek, dan moet je accepteren dat mensen ergens anders naartoe gaan om te roken. Daarnaast zijn wij vooral een taakgerichte organisatie. Medewerkers moeten zorgen dat een taak afkomt en hoe ze dat realiseren is hun eigen verantwoordelijkheid.”

Verkeersruimten

Ondertussen kent de faculteit verschillende rookruimten. Arie Molenwijk, facilitair manager bij L&R: ,,We hebben hiervoor geen kantoorruimten gebruikt – omdat deze niet beschikbaar waren – maar van zogenaamde verkeersruimten. Wel was de mening dat de ruimten niet te krap mochten zijn. De rookruimten in onze gebouwen zijn gevestigd op een zolder, in een voormalige portiersloge, in de hoogbouw in een voormalige garderobe en in de laagbouw aan het eind van de gang.”

De uiteindelijke kosten voor de gerealiseerde rookruimten bedroegen ongeveer 30 duizend euro. Molenwijk: ,,Gelet op de totale exploitatie van de faculteit en het bestedingsdoel was dat acceptabel. Door zoveel mogelijk gebruik te maken van de bestaande infrastructuur en hier creatief en praktisch mee om te gaan, zijn de kosten binnen de perken gebleven. Het lastigste probleem is nog het verzorgen van een goede en betaalbare ventilatievoorziening in de betreffende ruimten.

De handhaving van het rookverbod geeft niet veel problemen. Molenwijk: ,,Het is voorgekomen dat er op het toilet gerookt werd. We gaan dan niet uitzoeken wie dat is geweest. Wel hangen we dan een briefje op dat roken alleen is toegestaan in de daarvoor bestemde ruimten en niet op het toilet. Tot nu toe wordt daar positief op gereageerd.”

Bij officiële gelegenheden in de faculty room is voor een middenweg gekozen. Oosterloo: ,,Is de faculteit de gastheer, dan geldt een rookverbod. Neemt bijvoorbeeld een medewerker afscheid, dan mag hij zelf beslissen of er na het officiële gedeelte wel of niet gerookt mag worden. Vanaf dat moment zitten we allemaal op basis van instemming in een rookruimte.”

r.j.oosterloo@lr.tudelft.nl

a.l.molenwijk@lr.tudelft.nl

Op 1 januari 2004 gaat het rookverbod in. Het college van bestuur wil niet dat overal in de wijk medewerkers buiten gaan staan roken. Daarom moeten er rookruimten komen. Wie ideeën nodig heeft, kan naar Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Daar hebben ze al twee jaar rookvrije werkplekken en rookruimten.

Vanaf 1 januari 2004 heeft iedereen recht op een rookvrije werkplek. ,,Dat is een wettelijke verordening die gewoon moet worden uitgevoerd”, aldus Johan Hendriks, directeur personeel en organisatie van de Universiteitsdienst. ,,Op dit moment zijn we aan het zoeken naar een oplossing voor de rokers. We willen niet dat ze buiten samendrommen op de stoep. We denken dat het inrichten van rookruimten de beste optie is. De facilitaire managers van de TU moeten uitzoeken wat hiervoor de geschiktste plaats is in hun gebouw en welke ventilatievoorziening daarbij nodig is. Om dat te realiseren hebben ze tot 1 januari 2005 de tijd.”

Beheerders die ideeën willen opdoen over rookruimten kunnen terecht bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Deze faculteit kent al twee jaar een rookverbod en rookruimten. P&O-directeur Rolf Oosterloo: ,,Om verschillende redenen hebben we dit rookbeleid ingevoerd. Allereerst hadden verschillende medewerkers er last van dat op hun werkplek werd gerookt. Daarnaast had het vorige college besloten dat medewerkers die een eigen kamer hadden, tijdens het werk wel mochten roken en anderen niet. Het L&R-management vond dat niet terecht. Bovendien werkt dat ook niet. Als er een bespreking op een kamer van een roker plaatsvindt, hebben anderen er toch last van als er een rooklucht hangt. Daarom besloten we een pilotproject te starten om roken op de werkplek te verbieden.”

Eerst heeft L&R, samen met een extern bureau en een medewerker van de Arbo-dienst, een enquête laten uitvoeren. Daaruit bleek dat zowel rokers als niet-rokers voor een rookvrije werkplek waren. Alle rokers waren voor het inrichten van een rookruimte. Bij de niet-rokers vond een deel dat geldverspilling. Oosterloo: ,,Het management heeft zich toen op het standpunt gesteld dat iedereen zijn eigen vorm van ontspanning heeft. Dat kan het drinken van koffie zijn, maar ook sporten of bezinning in een gebedsruimte. Daarvoor zijn ook voorzieningen in het gebouw. We vonden niet dat we voor rokers een negatieve uitzondering moesten maken. Je wordt geen slechtere medewerker als je af en toe een sigaret opsteekt. Daarom beschouwden wij de instelling van een rookruimte terecht.”

Voor het argument dat vertoeven in de rookruimte veel werktijd kost, is Oosterloo niet erg gevoelig. ,,Het is het één of het ander. Wil je een rookvrije werkplek, dan moet je accepteren dat mensen ergens anders naartoe gaan om te roken. Daarnaast zijn wij vooral een taakgerichte organisatie. Medewerkers moeten zorgen dat een taak afkomt en hoe ze dat realiseren is hun eigen verantwoordelijkheid.”

Verkeersruimten

Ondertussen kent de faculteit verschillende rookruimten. Arie Molenwijk, facilitair manager bij L&R: ,,We hebben hiervoor geen kantoorruimten gebruikt – omdat deze niet beschikbaar waren – maar van zogenaamde verkeersruimten. Wel was de mening dat de ruimten niet te krap mochten zijn. De rookruimten in onze gebouwen zijn gevestigd op een zolder, in een voormalige portiersloge, in de hoogbouw in een voormalige garderobe en in de laagbouw aan het eind van de gang.”

De uiteindelijke kosten voor de gerealiseerde rookruimten bedroegen ongeveer 30 duizend euro. Molenwijk: ,,Gelet op de totale exploitatie van de faculteit en het bestedingsdoel was dat acceptabel. Door zoveel mogelijk gebruik te maken van de bestaande infrastructuur en hier creatief en praktisch mee om te gaan, zijn de kosten binnen de perken gebleven. Het lastigste probleem is nog het verzorgen van een goede en betaalbare ventilatievoorziening in de betreffende ruimten.

De handhaving van het rookverbod geeft niet veel problemen. Molenwijk: ,,Het is voorgekomen dat er op het toilet gerookt werd. We gaan dan niet uitzoeken wie dat is geweest. Wel hangen we dan een briefje op dat roken alleen is toegestaan in de daarvoor bestemde ruimten en niet op het toilet. Tot nu toe wordt daar positief op gereageerd.”

Bij officiële gelegenheden in de faculty room is voor een middenweg gekozen. Oosterloo: ,,Is de faculteit de gastheer, dan geldt een rookverbod. Neemt bijvoorbeeld een medewerker afscheid, dan mag hij zelf beslissen of er na het officiële gedeelte wel of niet gerookt mag worden. Vanaf dat moment zitten we allemaal op basis van instemming in een rookruimte.”

r.j.oosterloo@lr.tudelft.nl

a.l.molenwijk@lr.tudelft.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.