Onderwijs

TU opent onderzoeksinstituut voor techniek en sport

De TU bundelt onderwijs en onderzoek op het gebied van sport in het nieuwe TU Delft Sports Engineering Institute. Vandaag (woensdag 17 september) was de officiële opening bij de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE).

De ligfiets Velox waarmee Delftse studenten 133 kilometer per uur door de woestijn scheurden, de ‘meetschaats’ die bewegingen en krachten registreert van topschaatsers, roeiboot RISE die die zichzelf met zijn draagvleugels uit het water tilt; tal van Delftse klassiekers staan opgesteld bij 3mE. De TU timmert al aan de weg als het gaat om innovaties in de sportwereld.

Maar het kan beter. “Dankzij de oprichting van dit instituut wordt het vanzelfsprekender dat innovaties doorvloeien naar sporters”, zegt zeiler Thierry Schmitter, die twee keer brons won bij de Paralympische Spelen. Hij is komen kijken naar al de opgestelde sportattributen. Een ervan is door hem zelf gebruikt; een speciale zit-Kite om mee te kite surfen. Delftse studenten hebben hem gemaakt samen met studenten van de Haagse Hogeschool en het InnoSportLab Den Haag.

Frans van der Helm is wetenschappelijk directeur van het TU Delft Sports Engineering Institute, waar vijf faculteiten bij zijn aangesloten; 3mE, Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, Industrieel Ontwerpen, Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en Bouwkunde. Hij verwacht dat het sportonderzoek van de TU beter zal aansluiten op behoeften van topsporters en op die van de maatschappij als geheel. Zo vertelde hij tijdens een kort plenair programma dat onder leiding stond van Studio Sport presentator Tom Egbers.

“Het sportinnovatie-onderzoek van de TU richt zich op het verbeteren van Nederlandse topsportprestaties, het stimuleren van mensen om meer te bewegen en op het voorkomen van sportblessures”, aldus Van der Helm. “Veel disciplines komen samen. Kijk alleen al naar het roeien. Hoe bewegen water en lucht om de boot? Hoe bewegen de sporters; kan je die beweging meten en optimaliseren en wat is de ideale roeiomgeving?”

Kamiel Maase, de coördinator wetenschappelijke ondersteuning van topsport bij het NOC*NSF vindt dat van de oprichting van het instituut een bemoediging signaal uitgaat voor de Nederlandse topsport. “Samenwerking is nu nog teveel gebaseerd op toeval.”

Maase hoopt  dat Delftse onderzoekers sporters vooral kunnen helpen bij hun trainingen. “Sporters zijn 98 procent van de tijd aan het trainen. Zij zouden voorzien moeten worden van betere feedbacksystemen. Daar is heel veel winst te boeken.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.