Onderwijs

TU krijgt kijkje in Shell-keuken

De TU Delft en Shell halen de banden aan. Delfts onderzoek krijgt hierdoor een steviger positie binnen Shell. Shell International Exploration and Production (EP) en de TU Delft willen nauwer gaan samenwerken.

Beide partijen menen dat de huidige contacten teveel op ad hoc-basis tot stand komen. Door de onderzoekskrachten te bundelen hopen Shell en de TU tot een meer gestructureerde samenwerking te komen. Dit voornemen is 23 december vastgelegd in een intentieverklaring.

Het is de eerste keer dat Shell een dergelijke vergaande samenwerking zoekt met een Nederlandse universiteit. Volgens prof.dr.ir. B. van den Brüle, werkzaam bij de sectie stromingsleer van Werktuigbouwkunde en de afdeling externe technologie van Shell, lag de keuze voor Delft voor de hand. ,,Bij Shell zijn veel Delftenaren werkzaam, en die nemen natuurlijk hun eigen netwerken mee”, verklaart Van den Brüle. ,,Daardoor bestaan er al jaren innige contacten met de TU. Die relatie willen we nu zichtbaarder en vooral meer formeel maken.”

De recente reorganisatie van de EP-divisie speelt hierbij ook een rol. ,,Dan ga je weer eens bekijken welke bedrijfsprocessen echt belangrijk zijn. Veel van onze hersenen blijken buiten Shell te zitten, en daar gaan we nu actiever een verbinding mee zoeken. Dat past ook binnen de ontwikkeling dat bedrijven dichter bij de universiteiten willen zitten, en vice versa.”

Van den Brüle denkt dat de samenwerking grotendeels zal plaatsvinden binnen bestaande onderzoeksprogramma’s van de TU Delft en Shell. Vooral op het gebied van geofysische imaging, reservoirmanagement en productietechnologie hopen de onderzoekspartners veel van elkaar op te steken. Om de wederzijdse inspanningen beter op elkaar af te kunnen stemmen, is een aantal koppels van Shell- en TU-onderzoekers gevormd. Deze ‘antennes’ zullen steeds bekijken hoe de samenwerking verder kan worden ingevuld.
Dwingend

Prof.dr.ir. A. Berkhout, lid van het college van bestuur, is enthousiast over het initiatief. ,,We krijgen nu een behoorlijk kijkje in de keuken van Shell. Zo kunnen we direct vaststellen aan wat voor kennis er behoefte is. De TU kan het onderzoek en de opleidingen hierdoor nog beter afstemmen op wat in die sector speelt.”

Dat zal ook wel moeten, want Shell heeft nog meer lijntjes uitstaan. Van den Brüle: ,,Wij doen nu vooral aan technologie-ontwikkeling. Dat draagt wel het gevaar in zich dat je het contact met het front end van de wetenschap verliest. Die band willen we ook aanhalen, en natuurlijk kijken we dus verder dan Delft. Maar concrete partners hebben we nog niet op het oog.”

Zowel Berkhout als Van den Brüle menen dat het inniger contact de vrijheid van onderzoek niet zal belemmeren. ,,Shell wil inderdaad invloed op de onderzoeksprogramma’s gaan uitoefenen, maar niet dwingend”, belooft Van den Brüle. ,,Wij zullen wel steeds aangeven waar onze interesses liggen.” En Berkhout: ,,Of we bepaald onderzoek wel of niet oppakken beslissen we nog altijdzelf. Maar ik denk dat we het wel eens kunnen worden.”

Geld vormt in elk geval geen probleem, want door de hogere efficiency van de gezamenlijke onderzoekswerkzaamheden wordt de operatie waarschijnlijk budget-neutraal. Van den Brüle verwacht zelfs extra inkomsten. ,,Dit soort allianties is tenslotte zeer geschikt om meer onderzoek uit de tweede en derde geldstroom binnen te halen. Maar we gaan nu eerst uitzoeken hoe je dit soort samenwerkingen moet vormgeven. Delft is wat dat betreft toch een beetje onze guinea pig.”

Shell International Exploration and Production (EP) en de TU Delft willen nauwer gaan samenwerken. Beide partijen menen dat de huidige contacten teveel op ad hoc-basis tot stand komen. Door de onderzoekskrachten te bundelen hopen Shell en de TU tot een meer gestructureerde samenwerking te komen. Dit voornemen is 23 december vastgelegd in een intentieverklaring.

Het is de eerste keer dat Shell een dergelijke vergaande samenwerking zoekt met een Nederlandse universiteit. Volgens prof.dr.ir. B. van den Brüle, werkzaam bij de sectie stromingsleer van Werktuigbouwkunde en de afdeling externe technologie van Shell, lag de keuze voor Delft voor de hand. ,,Bij Shell zijn veel Delftenaren werkzaam, en die nemen natuurlijk hun eigen netwerken mee”, verklaart Van den Brüle. ,,Daardoor bestaan er al jaren innige contacten met de TU. Die relatie willen we nu zichtbaarder en vooral meer formeel maken.”

De recente reorganisatie van de EP-divisie speelt hierbij ook een rol. ,,Dan ga je weer eens bekijken welke bedrijfsprocessen echt belangrijk zijn. Veel van onze hersenen blijken buiten Shell te zitten, en daar gaan we nu actiever een verbinding mee zoeken. Dat past ook binnen de ontwikkeling dat bedrijven dichter bij de universiteiten willen zitten, en vice versa.”

Van den Brüle denkt dat de samenwerking grotendeels zal plaatsvinden binnen bestaande onderzoeksprogramma’s van de TU Delft en Shell. Vooral op het gebied van geofysische imaging, reservoirmanagement en productietechnologie hopen de onderzoekspartners veel van elkaar op te steken. Om de wederzijdse inspanningen beter op elkaar af te kunnen stemmen, is een aantal koppels van Shell- en TU-onderzoekers gevormd. Deze ‘antennes’ zullen steeds bekijken hoe de samenwerking verder kan worden ingevuld.
Dwingend

Prof.dr.ir. A. Berkhout, lid van het college van bestuur, is enthousiast over het initiatief. ,,We krijgen nu een behoorlijk kijkje in de keuken van Shell. Zo kunnen we direct vaststellen aan wat voor kennis er behoefte is. De TU kan het onderzoek en de opleidingen hierdoor nog beter afstemmen op wat in die sector speelt.”

Dat zal ook wel moeten, want Shell heeft nog meer lijntjes uitstaan. Van den Brüle: ,,Wij doen nu vooral aan technologie-ontwikkeling. Dat draagt wel het gevaar in zich dat je het contact met het front end van de wetenschap verliest. Die band willen we ook aanhalen, en natuurlijk kijken we dus verder dan Delft. Maar concrete partners hebben we nog niet op het oog.”

Zowel Berkhout als Van den Brüle menen dat het inniger contact de vrijheid van onderzoek niet zal belemmeren. ,,Shell wil inderdaad invloed op de onderzoeksprogramma’s gaan uitoefenen, maar niet dwingend”, belooft Van den Brüle. ,,Wij zullen wel steeds aangeven waar onze interesses liggen.” En Berkhout: ,,Of we bepaald onderzoek wel of niet oppakken beslissen we nog altijdzelf. Maar ik denk dat we het wel eens kunnen worden.”

Geld vormt in elk geval geen probleem, want door de hogere efficiency van de gezamenlijke onderzoekswerkzaamheden wordt de operatie waarschijnlijk budget-neutraal. Van den Brüle verwacht zelfs extra inkomsten. ,,Dit soort allianties is tenslotte zeer geschikt om meer onderzoek uit de tweede en derde geldstroom binnen te halen. Maar we gaan nu eerst uitzoeken hoe je dit soort samenwerkingen moet vormgeven. Delft is wat dat betreft toch een beetje onze guinea pig.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.